Handelingen 21 : 8 – 14
Paulus en zijn vrienden hoefden tijdens hun zendingsreizen zelden van een herberg gebruik te maken. God zorgde overal voor vrienden waar ze hartelijk ontvangen werden. Aan Caesarea had Paulus bijzondere herinneringen. Het was de plaats waar Cornelius, de hoofdman uit de Italiaanse bende het visioen gezien had waarin hij zijn gebeden, giften en vasten met de komst van Paulus beantwoord zag worden. Paulus had de Christus verkondigd. Toen was de Heilige Geest op Cornelius en de anderen gevallen en ze hadden allemaal in vreemde talen de grote werken van God verkondigd. Iedereen was gedoopt en Gods Naam was bijzonder verheerlijkt. ( Handelingen 10 ) Wat een schitterende herinneringen waren dat! In Caesarea woonde nog een oude bekende. Dat was Filippus, de evangelist, die zich jaren geleden na de doop van de kamerling in de stad gevestigd had. Herodes had het onbetekenende stadje uitgebreid en verfraaid. Hij had een grote haven aan laten leggen waar minstens 300 schepen aan konden meren. In de stad zelf had hij tempels en een paleis laten bouwen. Een groot aquaduct had het geheel voltooid en Caesarea in een belangrijke doorgangsroute naar Jeruzalem veranderd. Filippus had in Caesarea zijn geluk gevonden. Hij was er getrouwd en had vier dochters gekregen. De Bijbel zegt dat ze alle vier profeteerden tijdens de aanwezigheid van Paulus. God werkte door mensen heen om Paulus en zijn mensen moed in te laten spreken en te troosten. Caesarea was door zijn ligging aan de zee een aangename afwisseling van de zware reis naar Jeruzalem. Ze bleven er graag. Maar de Heere liet hen niet met rust. Na een paar dagen meldde zich een andere profeet aan de deur van Filippus. Agabus een bekende profeet uit Judea. Hij was ooit via Jeruzalem naar Antiochië gereisd om te voorzeggen dat er een grote hongersnood zou komen. ( Handelingen 11: 27, 28 ) God had de dochters van Filippus en Agabus de gave van de profetie over de toekomst gegeven, terwijl Hij Paulus wijsheid en kennis en de gave van de genezing gegeven had. In het Oude Testament was de gave van de voorzegging de belangrijkste geweest. Maar nu de tijd vervuld, en Jezus gekomen was, en weer naar de hemel teruggekeerd, werden andere gaven belangrijker. God wist precies wat Paulus nodig had. Hij moest zich voor kunnen bereiden op de beproevingen die hem in Jeruzalem te wachten stonden. Daarom kwam Agabus. Toen hij Paulus ontmoette, pakte hij hem zijn riem af. Paulus liet het toe, hij wist dat deze profeet door God gezonden was. Agabus bond zijn handen en voeten vast en zei: “de man van wie deze riem is, zal vastgebonden worden. Dat zullen de Joden in Jeruzalem doen. Daarna zullen ze hem overdragen aan de Romeinen. Dat heeft de Heilige Geest mij verteld. “ Iedereen was in paniek! Ze probeerden met man en macht om Paulus van zijn plannen af te houden. Het was eigenlijk een wonder dat Paulus zich niet om liet praten. Jeruzalem werd met de dag angstaanjagender! “ Mensen, hou ermee op!” zei hij resoluut. Maak mij ook nog niet eens aan het huilen. Jullie tranen breken mijn hart en ontmoedigen mij. Heeft onze Meester niet gezegd dat we ons kruis op moeten nemen en Hem na moeten volgen? Ik hoor bij Jezus. Als ik om die reden in Jeruzalem gevangen genomen wordt, dan vind ik dat goed. Ik ben zelfs bereid om te sterven. “ Omdat Paulus er niet over peinsde om zijn plannen te veranderen droogden ze allemaal hun tranen en zuchtten: “ Laat dan maar gebeuren wat de Heer wil. “ Maar hun gebeden en tranen lagen voor Gods troon. Hij had ze gehoord en gezien. Toen Paulus later in Jeruzalem gevangen genomen werd, zou hij naar Caesarea gestuurd worden om er twee jaar te blijven. ( Handelingen 23, 24 ) De gemeenten van Caesarea zou meer van hem genieten tijdens zijn gevangenschap dan ze tijdens zijn vrijheid hadden gedaan. Zo zie je maar weer dat de plannen van God niet te doorgronden zijn. Korte tijd later maakte het gezelschap zich klaar voor de reis naar Jeruzalem. Een paar christelijke vrienden uit Caesarea gingen met hen mee. Ze brachten Paulus bij Mnason, een Cyprioot. Hij was een oude christen, die al vanaf het begin van de diaspora in Jezus had geloofd. De apostel werd geen ogenblik door God verlaten. Integendeel, de trouwe zorg en liefde van zijn hemelse Vader stonden als een regenboog boven zijn leven, om hem van dag tot dag te bemoedigen en te sterken. Eindelijk kwamen ze in Jeruzalem aan. Alle gelovigen daar omhelsden Paulus en waren blij om hem terug te zien. Nadat ze uitgerust waren van de lange reis bezochten ze Jakobus. Hij was niet alleen, ook alle andere leiders van de kerk in Jeruzalem waren bij hem. Paulus begroette iedereen en vertelde alles over het werk dat God hem bij de niet-Joden had laten doen. Toen ze alles gehoord hadden loofden ze de Heere en gaven Hem alle dank en eer die Hem toekwam!