De derde zendingsreis ( 18 )

Handelingen 28 : 7 – einde.

Heel soms geeft God rijke mensen een ruimhartig hart. Op Malta woonde een zekere Publius, een welgesteld man die de bestuurder van het eiland was. Hij had een huis in de buurt van het strand en nodigde Paulus uit om een paar dagen bij hem op adem te komen. Toen Paulus zijn intrek bij Publius genomen had, merkte hij dat diens oude vader ziek was. Hij had koorts en erge buikpijn. Paulus ging naar de man toe, en legde hem de handen op. Publius` vader werd direct gezond. Alle wonderen die gebeurd waren leverden het gezelschap veel respect op. Toen ze uiteindelijk van het eiland vertrokken, gaven de bewoners van het eiland de schipbreukelingen proviand mee voor onderweg. Er waren intussen drie maanden voorbij gegaan, de wintermaanden waren voorbij. Ze monsterden aan op een schip uit Alexandrië dat de storm niet mee had hoeven te maken en daarom in een goede conditie verkeerde. Castor en Pollux – zo heette het schip – bracht de zeevaarders van stad tot stad. Van Syracuse ging het naar Regium en Puteoli, waar ze tot hun blijde verrassing geloofsgenoten vonden. Nu zat de gevaarlijke en avontuurlijke reis er bijna op. Nog even en Castor en Pollux meerde in Rome aan. 

De christenen in Rome hadden veel over Paulus` faam en de buitengewone diensten die hij aan het koninkrijk van Christus bewezen had gehoord, en ze wachtten hem bij het Plein van Appius en de Drie Herbergen op. Dat was nog 51 kilometer van Rome verwijderd, een afstand die ze te voet afgelegd hadden. Hieruit bleek hoeveel ze voor hem overhadden en hoe blij ze waren dat ze hem in levende lijve konden ontmoeten! 

Paulus was inmiddels aan het eind van zijn mentale kracht gekomen. Hij zag er heel erg tegenop om in Rome voor de keizer te moeten verschijnen. Hij had er geen idee van wat de toekomst hem zou brengen, maar hij was ervan overtuigd dat deze niet veel goeds voor hem in petto kon hebben. God wist dat en bemoedigde zijn kind opnieuw door hem al deze mensen te sturen. Bij het zien van zoveel gelovigen kreeg Paulus nieuwe moed. Het eerste wat hij dan ook deed was het danken van zijn God die hem voor de zoveelste keer Zijn goedheid en trouw liet zien! Nu was hij aan het eind van zijn reis gekomen, maar nog steeds een gevangene. Hij werd aan de overste van het leger toevertrouwd en er werd een huis aan hem ter beschikking gesteld, waar hij constant bewaakt werd. 

Nadat Paulus een paar dagen uitgerust had van zijn zware reis, riep hij de Joodse leiders bij zich. Die lieten niet lang op zich wachten om de legende van het nieuwe geloof met eigen ogen te zien. Ze werden hartelijk ontvangen, en Paulus zei: “ Vrienden, ik heb me altijd heel precies aan de wetten van onze voorouders gehouden. Ik heb niemand van de Joden iets in de weg gelegd maar toch ben ik in Jeruzalem gevangen genomen. Na een onverkwikkelijke opstand hebben ze mij aan de Romeinen overgedragen. Ik ben door hen verhoord, maar ze konden geen enkele reden vinden om mij gevangen te nemen. Daarom wilden ze me vrijlaten. Helaas vochtende Joden in Jeruzalem dit besluit hevig aan. De situatie was levensgevaarlijk en er zat niets anders op dan me op de keizer te beroepen. Ik wil me bij hem verdedigen, maar niet om mijn volk te beschuldigen. Ik heb niets gedaan, ik zit gevangen omdat ik op de beloften van God vertrouw, net als heel het volk van Israël. Dat moeten jullie weten.” 

Iedereen was onder de indruk. De Geest werkte er in mee. De Joodse leiders zeiden: “ er is hier werkelijk niemand met slechte berichten over u gekomen Paulus. We hebben geen enkele brief uit Judea gehad. We weten dat u de nieuwe leer bent toegedaan, en een christen geworden bent. Dat interesseert ons bijzonder, we weten dat christenen overal ter wereld ter discussie gesteld worden.” Toen Paulus merkte dat zijn woorden weerklank vonden, maakte hij een nieuwe afspraak om elkaar te ontmoeten. Op de vastgestelde dag kwam er een enorm gezelschap opdagen. Paulus onderwees de nieuwe leer van `s morgens vroeg tot `s avonds laat. Hij vertelde over de nieuwe wereld van God. Hij legde de interpretatie van de wet van Mozes uit. Hij legde de profetieën uit. Zo wilde hij laten zien dat Jezus werkelijk de Messias was. Hoewel zijn woorden indruk maakten, geloofden lang niet alle Joden in zijn manier van Bijbeluitleg. Er werd geen consensus over zijn schriftuitleg behaald. Ten slotte vertrokken ze allemaal. 

Met gemengde gevoelens begeleidde Paulus het gezelschap naar de deur. Op de drempel van zijn huis zei hij: “ Ik wil nog één ding zeggen. Jesaja, die jullie als profeet erkennen, heeft gezegd: “ Ga naar je volk en zeg tegen hen: “ Hoewel jullie goed luisteren begrijpen jullie de woorden van God niet. Hoewel jullie goed opletten en kijken, snappen jullie er niets van. Jullie willen het niet begrijpen. Jullie oren en ogen blijven gesloten voor de waarheid. Dat komt omdat jullie zo vreselijk eigenwijs zijn. Anders zouden jullie je leven veranderen, en Ik Zelf zou jullie te hulp komen. 

Deze woorden waren voor jullie voorouders bedoeld. Het zijn de woorden die geïnspireerd werden door de Heilige Geest. Ze zijn in eerste instantie voor jullie bedoeld. Maar jullie weigeren om te luisteren. Dit moeten jullie echter beseffen: God verspilt zijn woorden niet. Hij zal Zijn boodschap van redding nu aan andere volken gaan brengen. Die zullen er wel naar luisteren. “ De Joodse leiders verdwenen. Er staat niets over een bekering, ze gingen gewoon weg. Paulus bleef twee jaar lang in Rome wonen. Onafgebroken vertelde hij over Gods nieuwe wereld. Hij gaf iedereen die het horen wilde uitleg over zijn dierbare Jezus Christus. Hij deed dat zonder angst, en niemand legde hem een strobreed in de weg. God had een grens gesteld aan de woede van zijn vervolgers. En zo gebeurde het dat Paulus werd toegestaan om het Evangelie te prediken. God baande door de woeste baren en brede stromen een weg naar de vrijheid! 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *