De derde zendingsreis ( 14 )

Handelingen 25 : 13 / 26 : 1 

Een paar dagen nadat het besluit over de toekomst van Paulus gevallen was, kwam koning Agrippa samen met zijn zus Bernice naar Caesarea. Bernice was de dochter van Herodes Agrippa I.  Na de dood van Herodes Agrippa was ze bij haar broer in komen wonen. De verhouding tussen deze twee mensen was nogal mistig, er werd in de wandelgangen van alles over gefluisterd. Bernice was na de dood van Herodes I twee keer getrouwd geweest met Polemon, de koning van Sicilië.

Drusilla – de vrouw van Felix – was ook een zus van Bernice. De meeste verhoudingen aan het hof bestonden uit inteelt, ingewikkelde relaties en intriges tussen mensen die het land moesten besturen. Dat beloofde niet veel goeds voor een objectieve rechtspraak. Agrippa en Bernice kwamen Festus begroeten om hem met zijn benoeming te feliciteren, en deel te nemen aan de feestelijkheden van het hof. 

Tijdens hun bezoek vertelde Festus over zijn kroongevangene. Hij zei tegen Agrippa: “ Er zit hier in de gevangenis een man die door Felix achtergelaten is. Hij heet Paulus. Er is door de Joden een klacht tegen hem ingediend. Ze eisten zijn uitlevering. Maar hij is een Romeins staatsburger. Daarom heb ik hier een rechtszaak voor hem laten organiseren, zodat hij zich zou kunnen verdedigen. Alle Joden uit Jeruzalem gingen met mij mee naar Caesarea. Toen de rechtszaak begon, gingen ze om hem heen staan en begonnen ruzie over hun godsdienst te maken. Ze haalden er een Man bij die Jezus heet. Die man is gestorven, maar volgens Paulus leeft Hij. Omdat ik niet goed wist wat ik met deze situatie aanmoest, wilde ik met al die mensen terug naar Jeruzalem, naar de Joodse leiders, zodat zij over het lot van de gevangene zouden kunnen beslissen. Maar Paulus wilde zijn zaak door de keizer laten beoordelen, en tot die tijd wilde hij hier blijven. Nu zit hij dus weer in gevangenis totdat ik hem naar de keizer stuur. “ 

“ Wat een verhaal! “ zei Agrippa. “ Ik zou die man weleens willen zien! “ 

“ Dat kan “. zei Festus. “ morgen. “  

En zo werd Festus zonder het te beseffen een middel in Gods hand, waardoor Paulus de Persoon en de zaak van Christus voor een groot publiek zou kunnen uitleggen. 

De volgende dag vond er in de rechtszaal van de burcht een enorm schouwspel plaats. Agrippa en Bernice namen de gelegenheid waar om in hun galakostuum te verschijnen. Helaas werd hun mooie kleding door hun slechte attitude ontsierd, en ze werd ver overtroffen door de geestelijke heerlijkheid die de gevangene voor hun rechterstoelen uitstraalde. Paulus`  boeien waren eervoller dan alle sieraden en dure kleding bij elkaar, want Paulus droeg zijn boeien voor Jezus.

Festus opende de rechtszaak met een korte inleiding. Hij stelde Paulus voor als een man waartegen de Joden grote wrok koesterden. Iedere Jood was ervan overtuigd dat hij het niet verdiende om nog te leven. Toch had niemand kans gezien om een misdadig feit tegen hem te berde te brengen. Voor alle zekerheid voegde Festus aan zijn betoog toe dat zijn eigen geweten zuiver was. Maar waarom had hij Paulus dan niet vrijgelaten? Festus had kennelijk niet de moed om in overeenstemming met zijn geweten te handelen. Dit feit liet zijn onbekwaamheid als great leader duidelijk naar voren komen. De vraag van Paulus om naar de keizer te gaan was hem goed uitgekomen. Met welke beschuldiging hij dat moest doen was Festus zelf ook een raadsel. Daarom vroeg hij de oudere Agrippa om raad. 

Agrippa zei tegen Paulus: ¨  Nu mag je jezelf verdedigen. “ 

En zo stelde de Heere Zijn trouwe knecht in staat om de grote werken van God te gaan verkondigen! En dat deed hij:  

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *