De derde zendingsreis ( 12 )

Derde zendingsreis van Paulus 

Handelingen 24 : 1 – 23 

Vijf dagen later kwam de hogepriester Ananias met enkele Joodse leiders in Caesarea aan. Ananias schaamde zich er niet voor om zich openlijk tot een vijand van Paulus te verklaren. De Joodse leiders vergezelden hem om hun overeenstemming te laten blijken. Zoals ze zich niet geschaamd hadden om Jezus te vervolgen en te doden, schaamden ze zich er ook niet voor om Zijn leerlingen tot de dood toe te achtervolgen. Ze namen Tertullus met zich mee. Hij was ook een Romein, en dus uitermate geschikt om in een zaak voor de Romeinse stadhouder te worden ingeschakeld. Hij zou vanwege zijn staatsburgerschap zonder meer het nodige respect van de stadhouder ontvangen om ongehinderd zijn aanklacht tegen Paulus uit te spreken. Felix liet Paulus uit de gevangenis ophalen en gaf Tertullus het woord. 

De stadhouder – die door de geschiedschrijvers van zijn eigen volk en door Flavius Josephus als een zeer verdorven man afgeschilderd werd, iemand die zichzelf alle vormen van slechtheid veroorloofde, een groot verdrukker die bijzonder wreed en hebzuchtig was –  zou nu door Tertullus in alle toonaarden bejubeld worden. 

“ Geachte Felix, dankzij u is er al lange tijd vrede in ons land. U neemt beslissingen die goed zijn voor ons volk. Dat weten wij maar al te goed, en daar zijn we bijzonder dankbaar voor. Wilt u vandaag zo vriendelijk zijn om een ogenblik naar ons te luisteren? Ik zal het kort houden. We hebben gemerkt dat Paulus heel gevaarlijk is, zo gevaarlijk als een besmettelijke ziekte. Hij zorgt ervoor dat de Joden overal ter wereld in opstand komen Hij is de leider van de Nazareners. HIj heeft geprobeerd om de tempel in Jeruzalem onrein te maken. Daarom hebben wij hem opgepakt. Stel hem gerust wat vragen, dan zult u merken dat onze aanklacht waterdicht is. “ Alle Joodse leiders stonden als één man achter deze uitspraak. Ze zeiden: “ wat hij zegt, klopt helemaal! “ 

Paulus was een vredestichter. Een nuttig man die tot grote zegen was voor zijn land. Hij leefde vreedzaam en rustig en leerde anderen dat ook te doen. De Joden waren oproerig tegen het Romeinse gezag. Dat wist Felix. Maar de Joden draaiden alle feiten om. Paulus was een actieve leider in de uitbreiding van het christendom. Hij had niets meer met het farizeïsme dat hem Jezus had doen vervolgen. Het ware christendom had zijn hart ingenomen. Dat strekt zich uit naar het algemeen belang voor de hele mensheid. De eenwording van alle mensenkinderen stond hoog in zijn vaandel. Hij had de tempel bezocht en zich met grote eerbied geheiligd voor God en voor de mensen. De beschuldiging van Tertullus en de Joodse leiders raakte kant noch wal. 

Hoe zal Paulus zich gevoeld hebben toen hij merkte dat het kwaad ten opzichte van zijn persoon ten volle besloten was? Hij wist dat hem in Jeruzalem niets goed te wachten stond, dat had iedereen hem tijdens zijn derde zendingsreis verzekerd. Hoewel hij ervan overtuigd was dat het de wil van God was dat hij terugkeerde naar zijn broeders, was de werkelijkheid nog erger dan hij zich in zijn wildste dromen voor had kunnen stellen. Hier stonden mensen tegenover hem die niets liever wilden dan hem levend lynchen. 

Wat verdrietig! Geen enkele blijk van Goddelijk licht of van de liefde van de Heere Jezus. Niets van de houding van de mensen die hij in de verstrooiing had ontmoet. Geen tranen of gebeden voor zijn heil. Wat een onbegrijpelijke situatie! 

Felix, die zich gevleid voelde en zich een rad voor ogen liet schilderen, stond op en gaf Paulus een teken. Het was zijn beurt om te spreken. 

Moedig zei Paulus: “ Ik ben blij dat ik mezelf bij u mag verdedigen. Want u spreekt al heel lang recht over mijn volk. Daarom vertrouw ik op uw oordeel. “ 

Nu werd de profetie van Christus vervuld die zegt: “ Wanneer ze jullie voor de synagogen en voor de autoriteiten en het gerecht slepen, vraag je dan niet bezorgd af hoe en waarmee je je moet verdedigen, want de Heilige Geest zal jullie op dat moment aangeven wat je moet zeggen.” ( Lucas 12 : 11 ) Paulus zou een klinkende rede ten gehore brengen, waar niemand iets tegen in zou kunnen brengen. 

En zo gebeurde het! Paulus vertelde dat hij een christen was, en lang uit Jeruzalem weggeweest was. Haarfijn deed hij uit de doeken wat er gebeurd was. Niemand kon er iets tegenin brengen. 

We lezen niets meer over de Joden. Felix deed geen uitspraak omdat hij eerst nog met een generaal uit Jeruzalem in overleg wilde gaan. Paulus werd weer opgesloten, maar de bewakers kregen de opdracht om niet al te streng voor hem te zijn. Hij mocht bezoek ontvangen, en zijn vrienden mochten voor hem komen zorgen. Opnieuw bleek de trouw en almacht van God. Nooit liet Hij Zijn kind in de steek. Wat een God! 

Op Hem mogen wij vertrouwen als we onze Weg met Hem gaan. Er is geen betere verzekering in leven en sterven dan deze machtige God.

 

https://www.youtube.com/watch?v=9XP1NG57bO0

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *