“ Daarna werden er naast Hem twee misdadigers gekruisigd, de één rechts van Hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem. “ Jij was toch die man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan en kom van dat kruis af! “ Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen. “ Anderen heeft Hij gered, maar Zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch Koning van Israël? Laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem geloven. Hij heeft Zijn vertrouwen in God gesteld, laat Die Hem nu dan redden als Hij Hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “ Ik ben de Zoon van God? “ Precies zo beschimpten Hem de misdadigers die samen met Hem gekruisigd waren. “ ( Mattheüs 27: 38 – 44)
Eén van de gekruisigde misdadigers zei spottend: “ Jij bent toch de Messias? Red jezelf dan en ons erbij! “ Maar de andere gekruisigde wees Hem terecht: “ Heb jij dan geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat? Wij hebben onze straf verdiend, en worden beloond naar onze daden, maar deze man heeft niets onwettigs gedaan. “ Daarna zei de man: “‘Jezus, denk aan mij wanneer U in Uw koninkrijk komt. “ Jezus antwoordde: “ Ik verzeker je: “ nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn. “ ( Lucas 23 : 39 – 42 )
Jezus werd gekruisigd tussen twee criminelen in. Hij werd niet alleen als een overtreder behandeld, maar ook bij hen geteld. De mensen stonden te kijken. Zelfs het puikje van de godsdienst stond aan de voet van het kruis en keek naar Jezus. Ze daagden Hem uit om Zichzelf te verlossen, de spijkers van zich af te schudden en onbeschadigd op de grond te springen. Hij was toch tot zoveel wonderen in staat? Ze spotten met Hem en vermaakten zich met Zijn lijden. De zonde waaraan de mensen zich schuldig maakten zou met recht onvergeeflijk gemaakt kunnen zijn. Maar Jezus bad en zei: “ Vader vergeef het, want de mensen weten niet wat ze doen. “
Zonder het zich bewust te zijn vertegenwoordigden de twee kruiselingen aan de rechter – en linkerkant van Jezus het verschillende effect dat het kruis van Christus op de mensenkinderen uit zou oefenen.
Eén van de kwaaddoeners bleef keihard en onbekeerd tot het einde. Terwijl hij niet dichter bij het enorme lijden van Christus kon zijn, lasterde hij Hem, net zoals de anderen. Hij zei: “ Als u werkelijk de Messias bent, verlos dan Uzelf en ons? “ Hoewel de man onnoemelijk leed en in doodsstrijd was, vernederde dat zijn geest niet. Hij daagde Jezus uit om hen alle drie te verlossen.
De andere man verging het anders. Gods genade werkte Goddelijk in zijn hart. Dat werd duidelijk toen hij zei: “ Als je enige menselijkheid in je zou hebben dan zou je je medemens niet op zo’n toon toespreken. Man, je ligt onder hetzelfde oordeel van God, je bent zelf ook stervend.” Vervolgens erkende de crimineel dat de straf die hij moest ondergaan rechtvaardig was. De straf van Jezus was dat niet. Hij had niets onbehoorlijks gedaan.
“ Houd toch je mond! Ook jij hangt aan een kruis, ook jij zult snel dood zijn. Ben je niet bang voor God? Wij zijn misdadigers en hebben onze straf verdiend. Maar Jezus heeft niets verkeerds gedaan.” steunde hij. Aan het andere kruis bleef deze oproep onbeantwoord. Het hart van de stervende man brak terwijl hij Jezus smeekte: “ Wilt U aan mij denken wanneer U koning bent in de hemel? “ Toen opende de lijdende Borg Zijn hart, Zijn mond en Zijn koninkrijk, terwijl Hij zei: “ Vandaag nog zul je bij Mij in de hemel zijn. “
Heerlijke woorden waren dat. Verlost van het vonnis. Leven, leven, eeuwig leven! Het lijden was vreselijk, maar het ging voorbij. Terwijl de ene zondaar na zijn dood de eeuwige rampzaligheid binnenging om voor altijd bestraft te worden, ging de ander het hemelse Paradijs binnen om voor altijd gelukkig te zijn!
https://www.youtube.com/watch?v=nEc7rTX7VdM