De ambten binnen de christelijke gemeente

In de christelijke gemeente zoals wij die nu kennen vind je oudsten of ouderlingen en diakenen die samen met de predikant de ambten binnen de gemeente vervullen. 

In Israël waren de oudsten leiders van het volk, ook ten tijde van Jezus nog. In de vroegchristelijke kerk zijn het de leiders van de gemeente. In de Openbaring van Johannes maken vierentwintig ouderlingen deel uit van de hemelse hofhouding. 

Het Oude Testament beschrijft de oudsten als getuigen bij rechtszaken. ( Ruth 4 : 2 – 11 )
Oudsten gaven de koning raad. ( 1 Koningen 12 : 6 – 7 )
Ze hielpen met de regering ( Num. 11 : 16 – 17 ) en met het onderwijzen van het volk. ( Exodus 19 : 7 )
Oudsten spraken recht over het volk ( Deut. 22 : 13 – 19 ) en vertegenwoordigen de stammen van Israël ( 1 Kon. 8 : 1 – 3 ) 

In het Nieuwe Testament gaf Paulus precieze instructies over hoe het gemeenteleven eruit moest zien en beschreef de kwaliteiten van iemand die als oudste over de gemeente aangesteld wilde worden. 

“ Een opziener moet onberispelijk zijn. Hij kan slechts de man van één vrouw zijn en hij moet sober, bezonnen, gematigd, gastvrij en een goede leraar zijn. Hij mag niet teveel drinken of driftig zijn, maar hij moet vredelievend en vriendelijk zijn en niet geldzuchtig. Hij moet zijn huisgezin goed leiden en op een waardige manier gezag over zijn kinderen uitoefenen. Als iemand geen leiding kan geven aan zijn huisgezin, hoe zou hij dan voor de gemeente van God kunnen zorgen? Hij mag ook niet iemand zijn die net bekeerd is anders raakt hij verblind en valt ten prooi aan de duivel. Verder moet hij buiten de gemeente een goede reputatie hebben zodat hij niet in opspraak komt en door de duivel wordt gestrikt. Ook een diaken moet zich waardig gedragen. Hij moet oprecht zijn, mag niet overmatig wijn drinken en niet hebzuchtig zijn. Hij moet vasthouden aan het mysterie van het geloof met een zuiver geweten. Ook hij moet eerst op zijn geschiktheid worden getoetst. Pas daarna, als hij een onberispelijk mens is, kan hij zijn diensten verrichten. Dit geldt ook voor hun vrouwen, ze moeten zich waardig gedragen, ze mogen niet kwaadspreken en moeten sober en in alles betrouwbaar zijn. Een diaken mag maar één vrouw hebben, en moet goed leiding geven aan zijn huisgenoten. Degenen die hun dienst goed verrichten verwerven aanzien en kunnen door hun geloof in Christus vrijuit spreken. “ ( 1 Tim. 3 : 1 – 13 / Titus 1 : 5 – 9 ) 

Oudsten en diakenen worden door de kerk gekozen. ( Handelingen 14 : 23 / Titus 1 : 5 )
Ze geven leiding ( 1 Tim. 5 : 17 )
De leden van de gemeente behoren zich aan hun leiding te onderwerpen. ( 1 Tess. 5 : 12 / Hebr. 13 : 17 )
Het N.T noemt hen als leiders van de Joodse gemeenschap ( Matth. 27 : 12 / Hand. 24 : 1 )
Hun taak bestaat uit preken en onderwijzen. ( 1 Tim. 3 : 2 / 5 : 17 ) en het waken tegen dwaalleer. ( Handelingen 20 : 29 – 31 ) 

Diakenen waren assistenten van de apostelen voor de ondersteuning van de weduwen. ( Handelingen 6 : 1 – 4 )
Het Nieuwe Testament vermeldt een vrouwelijke diaken. ( Romeinen 16 : 1 / 1 Tim. 3 : 11 ) Zij wordt hartelijke aanbevolen door de apostel Paulus. 

“ Ik beveel onze zuster Febe bij u aan, die in dienst staat van de gemeente in Kenchreeën. Ontvang haar in de naam van de Heer op een wijze die bij de heiligen past. En sta haar bij wanneer ze uw hulp ergens voor nodig heeft, want ze is velen tot steun geweest, ook mij. “ 

In de nieuwe periode die ingeluid werd op de Pinksterdag zou het volk van het koninkrijk van God vanuit de hele wereld bijeengebracht worden, te beginnen in Jeruzalem. ( Lucas 24 : 47, 48 / Handelingen 1 : 8 ) De deuren van Samaria en van de heidense volken zouden openspringen voordat het eeuwige rijk van God op aarde zou worden gesticht! ( Hand. 2 : 7 ) 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *