David en Goliat ( 4 )

Opvallend hoe buitengewoon trots Goliat was. Met grote minachting nam hij zijn tegenstander op. Het was nog maar een jongen, fleurig en knap om te zien, maar uiterlijk totaal ongeschikt om de mannen van Israël in een oorlog aan te voeren. Met nog groter verontwaardiging bekeek hij de uitrusting van David. Vervolgens vervloekte hij hem in de naam van zijn goden. Hij begon hem belachelijk te maken. “ Ben ik soms een hond? Kom je daarom met een stok naar me toe? Mijn goden zullen ervoor zorgen dat het slecht met je afloopt. Kom maar hier als je durft, dan voer ik je op aan de vogels en de wilde dieren! Ik maak je tot aas voor de gieren en hyena`s! “ riep hij wreed. 

Opnieuw liet David zien in wie hij zijn vertrouwen gesteld had. Hij baseerde zijn gezag op de God die hij diende. De hele wereld moest bekend gemaakt worden dat er een God was, en dat Hij de Enige en Ware God is. Bij Hem vergeleken waren alle andere goden alleen maar ijdelheid en bedrog. “ Jij vertrouwt op je wapens. Maar ik vertrouw op de machtige Heer, de God die het leger van Israël helpt. Jij denkt dat die God niets waard is en niets te betekenen heeft. Maar vandaag zal deze God ervoor zorgen dat ik jou versla. Ik zal je hoofd afhakken en ik zal de andere Filistijnen aan de vogels van de hemel voeren. Dan zal de hele wereld weten dat Israël een God heeft. Dan zal iedereen weten dat de Elohim iemand zonder wapens kan laten winnen. Want Hij beslist wie de strijd zal winnen, en Hij zal mij helpen! “ zei David. 

Dat was niet tegen dovemansoren gezegd! Goliat betrad statig en met bravoure het srijdperk. Als hij dan tegen een dwerg moest vechten, dan moest dat maar zo zijn. Zijn koperen harnas glansde dreigend op. David liet zich niet uit het veld slaan en naderde met even grote kalmte de ruimte die hem van de reus scheidde. 

Achter hem keken de Israëlieten angstig en medelijdend toe hoe deze jongen zich in het verderf stortte. Maar David wist in Wie hij geloofde en voor Wie hij dit deed. 

Goliat – die geen angst en geen haast had – trof met weidse gebaren de laatste voorbereidingen voor de korte tweekamp. Hij had niet in de gaten dat David zijn slinger pakte en hem een steen toezwiepte. Goliat had kunnen weten dat er beroemde slingeraars in Israël waren ( Richteren 20 : 16 ) maar ondanks dat was hij zo slordig dat hij zijn visier opengelaten had. Een  fractie van een seconde suisde de steen door de lucht en trof Goliat in zijn voorhoofd. Goliat viel als een boom op de grond. 

David rende naar hem toe, boog zich over hem heen en trok het zwaard van zijn vijand uit de schede. Daarmee gaf hij hem de genadeslag en sloeg hem zijn hoofd af. 

Vol ontzetting keken de Filistijnen toe. Toen ze zagen dat hun held dood was, sloegen ze op de vlucht. Nu sprongen de Israëlieten en de Judeeérs op, hieven een strijdkreet aan, en achtervolgden hen tot aan Gat en de poorten van Ekron. De hele weg van Salaäm tot aan Gat lag bezaaid met gesneuvelde Filistijnen. Toen de achtervolging gestaakt was, gingen de Israëlieten terug naar het verlaten legerkamp en roofde het helemaal leeg. 

David pakte het hoofd van Goliat. Hij was van plan om het mee te nemen naar Jeruzalem als afschrikwekkend middel voor de Jebusieten die de burcht Sion bezet hielden. De wapens van Goliat legde hij in zijn tent. Allen het zwaard werd later achter de efod in de tabernakel bewaard, als een aan de Heere gewijd zegeteken. ( 1 Samuël 21 : 9 ) 

Saul was David alweer vergeten, zo leek het. Hij had nooit gedacht dat deze persoon die muziek voor hem maakte voldoende moed bezat om een kampvechter te zijn. Hij had bij Abner de opperbevelhebber naar Davids antecedenten gevraagd. Op een bescheiden manier beantwoordde David de vragen van de koning. Nu werd hij aan het hof voorgesteld onder totaal andere omstandigheden dan eerst. Hij was in de ogen van vriend en vijand niet langer een muzikale softie maar een dappere held!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *