David en Goliat ( 2 )

Veertig dagen lang lagen de twee legers tegenover elkaar. Er ontstond een soort loopgravenoorlog, met kleine schermutselingen over een weer tussen kleine groepjes aparte soldaten. Tijdens deze onverkwikkelijke toestand verscheen de beledigende kampvechter elke dag in het veld om `s morgens en `s avonds zijn beledigende redes te houden. 

David bevond zich nog steeds bij de schapen van zijn vader. Zijn vader was oud geworden. Zijn drie oudere broers – die in het in hun hart niet konden verkroppen dat David uitgekozen was om een bevoorrechte positie aan het hof in te nemen – kregen hun vader zover dat hij David thuis liet komen. Zodoende hadden zij hun handen vrij om in het leger te gaan. Ze hoopten zich daar te kunnen onderscheiden, en David te overtroeven ( vs 13, 14 ). Ze vonden het perfect dat hun jongere broer terugkeerde naar de zorgen, moeiten en gevaren van het schapenhoeden. 

De oude Isaï hield natuurlijk van al zijn kinderen. Dat nam niet weg dat hij de ouder was, iemand met een wijs inzicht. Hij stuurde David met een opdracht naar zijn broers terug. Hij moest wat brood en kaas meenemen voor zijn broers. Tien broden, wat geroosterd koren en tien kazen als geschenk voor hun kolonel. 

David moest nog steeds de zwoeger van de familie zijn! Hij kreeg geen lastdier tot zijn beschikking maar moest de hele voorraad proviand op zijn rug stapelen en naar zijn familie brengen. Isaï gaf hem de opdracht om te gaan kijken hoe zijn broers het maakten, hoe groot hun rantsoen was, met wie ze allemaal omgingen, en wat voor leven ze leidden. 

Davids trouw en gehoorzaamheid lieten hem alles doen wat zijn vader hem opdroeg. De leiding van de Elohim zorgde ervoor dat hij precies op tijd in het leger aankwam, zodat hij nog net kon zien dat de beide legers zich in slagorden opstelden. ( vs 21 )Alle soldaten begonnen te schreeuwen en stelden zich op om te vechten. Ze stonden lijnrecht tegenover de Filistijnen.  

Kwiek liet David zijn lading proviand van zijn rug glijden en liet ze achter bij een knecht. Hij haastte zich naar de slagorden om te zien wat er aan de hand was. Het duurde niet lang voor hij zijn broers gevonden had. Terwijl hij met hen stond te praten kwam Goliat uit het kamp van de Filistijnen tevoorschijn. Groeiende verontwaardiging en afschuw vulden zijn hart toen hij zag wat er zich afspeelde. Goliat begon te schreeuwen, zoals hij dat elke dag deed. 

Toen de soldaten van Israël Goliat zagen, werden ze doodsbang. Ze vluchtten weg terwijl ze elkaar toeriepen: “ Heb je die man weer gezien? Hij wil maar één ding, hij wil Israël vernederen. De held die hem verslaat krijgt een grote beloning! Hij mag met de dochter van de koning trouwen. De koning zal hem rijk maken. Bovendien hoeft zijn familie nooit meer een penning belasting te betalen! “ 

Ietwat ongelovig keek David om zich heen. Hij begreep er niets van dat die onbesneden Filistijn zoveel opwinding kon veroorzaken. Hij was niet eens in het verbond van God opgenomen en durfde het aan om de slagorden van de Levende Elohim te beledigen! 

“ Wat gebeurt er met de man die Goliat verslaat? Wat gebeurt er als iemand Israël bevrijdt van die beledigingen? Denkt die ongelovige misschien dat het leger van God niets waard is? “ De soldaten vertelden nog een keer welke beloning de koning uitgeloofd had voor het neersabelen van Goliat. 

David stond daar, rechtop, rustig, en waardig. Hij dacht alleen maar aan Zijn God. De God die hij in de velden van Efratha zo vurig lief gekregen had. De God die hem psalmen en lofzangen gaf in zijn hart! De God die hem leeuwen en beren had doen verslaan. Diepe verontwaardiging en pijn om de beledigingen van de Almachtige stormden door zijn hart. 

“ Ach mannetje, wat kom jij hier eigenlijk doen? Moet je niet in de woestijn op die paar geiten en schapen van pa passen? Je bent alleen maar gekomen om naar een gevecht te kijken. Zo brutaal ben je wel! “  klonk ineens de snijdende stem van Eliab. Eliab was de oudste, en David de jongste zoon. Hij ergerde zich mateloos aan het feit dat zijn jongste broer die dappere woorden over de Filistijn zei, die hij zelf niet uit durfde te spreken. Hij had liever dat Goliat Israël zou verslaan, dan dat David Goliat zou verslaan. Op een slinkse manier probeerde Eliab Davids reputatie kapot te maken. Met wat hij zei probeerde Eliab David aan zijn toehoorders voor te stellen als een ijdele, verwaande jongen. Op een valse manier probeerde hij David als een zorgeloze ontrouwe herder naar voren te laten komen. 

David kon niets tegen die harde woorden doen. Zijn meegaandheid, geduld, en standvastigheid werden tot het uiterste beproefd nu hij voor een groot publiek voor gek gezet werd. Desalniettemin verdroeg hij kalm de harde woorden. “ Wat heb ik verkeerd gedaan? “ zei hij rustig. “ Ik stelde alleen maar een vraag. “ Toen draaide hij zich om en stelde zijn vraag ook aan de andere soldaten. Iedereen gaf hem hetzelfde antwoord. 

De openhartige vragen en de eerlijke verontwaardiging over de Naam van de Heere maakten onwillekeurig indruk. Het moreel in het kamp leefde wat op. Saul merkte het ook. Het duurde niet lang of het kwam Saul ter ore dat er een kleine schaapherder in zijn gelederen gearriveerd was die deze morgen nog van achter de schapen gekomen was! 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *