Bidden ( 2 )

Manieren, momenten en plaatsen om te bidden.
Alleen, hardop
Ezechiël 11 : 13 

In Ezechiël 11 worden de betekenis van de stad Jeruzalem en van de tempel gerelativeerd. Er bestaat geen automatische verbinding tussen God, volk en het land. Jeruzalem biedt geen vanzelfsprekende bescherming tegen de vijanden. ( vs 3, 15 ) Ook is de tempel geen garantie voor de aanwezigheid van God. ( vs 22, 23 ) Wat voor de Heere telt is:  het houden van Zijn geboden, want alleen op die manier blijft de verbinding tussen God en Zijn volk in stand. ( vs 19, 21 ) 

In het Nieuwe Testament komt deze lijn nadrukkelijk terug in het verzet tegen de overtuiging dat louter afstamming van Abraham voldoende zou zijn om met de Heere verbonden te blijven. ( Lucas 3 : 8 / Rom. 3 : 30 ) 

Geestelijke vernieuwing komt bij de Heere God vandaan. Zijn werking is de bron voor verandering in de harten van mensen. ( Matth. 16 : 17 / Joh. 16 : 8 ) Hier is het een belofte voor mensen die zich ver van God verwijderd voelen. 

Terwijl de profeet Ezechiël aan het profeteren was, stierf er een belangrijk geestelijk leider: Pelatja. Zijn naam betekent: ‘ ontkomene van God.’ Hij vertegenwoordigde de Israëlieten die aan de deportatie ontkomen waren. Zijn plotselinge dood vormde het bewijs dat God Zijn dreigementen ten uitvoer brengt. 

Maar al moest de profeet onheil aanzeggen, hij bleef bidden voor zijn volk. Ezechiël wierp zich voorover op de grond en schreeuwde hardop: “ Ach Heer, mijn God, gaat U nu ook de rest van het volk nog vernietigen? “ Het hardop roepen van Ezechiël geeft zijn schrik en ontsteltenis aan. Hij roept zijn vragen luid uit. En de Heere verhoort Zijn kind. Hij zegt tegen Ezechiël dat Hij alles goed zal maken voor het volk Israël. Hij zou hen niet alleen terugbrengen uit de ballingschap waarin zij verkeerden, maar Hij zou hen reinigen van alles wat Zijn goedkeuring niet had, en niet beantwoordde aan Zijn heilige wetten en regels. 

Hij zou nog veel meer doen:
“ Dan zal Ik hen eensgezind maken, en hun een nieuwe geest geven. Ik zal hun versteende hart uit hun lichaam halen, en hun er een levend hart voor in de plaats geven. Dan zullen ze Mijn wetten gehoorzamen, en Mijn regels in acht nemen. Zij zullen Mijn volk zijn, en Ik zal hun God zijn. “ profeteerde Ezechiël. ( vs 19, 21 )
Daar stond tegenover dat wangedrag geen genade zou vinden in de ogen van de Heere. ( vs 21 ) 

Na dit hardop uitgeroepen gebed van Ezechiël gebeurde er een wonder. 

“ De cherubs spreidden hun vleugels uit, de wielen stonden naast hen, en de stralende verschijning van de Heere, de God van Israël, bevond zich boven hen. De verschijning van de Heere steeg op vanuit de stad, en verplaatste zich naar de berg aan de oostkant. “ Ezechiël werd door de geest weer naar de ballingen gebracht om hen alles te vertellen wat de Heere hem had laten zien. ( vs 24 ) 

De Heere God werkt hoe Hij wil, waar Hij wil en wanneer Hij wil.
Hij is de grote hoorder van het gebed.
Hier; het hardop uitgesproken gebed!