Wat is een waar geloof? Over de brief aan de Romeinen

Van al Paulus` brieven zijn de meeste Bijbelcommentaren geschreven over zijn Romeinenbrief. Deze brief heeft de grootste invloed gehad op de kerkgeschiedenis en speelde een belangrijke rol bij de geschillen uit de vijfde eeuw, vooral uit de tijd van de Reformatie, met name bij Luther en Calvijn. Als we de brief aan de Romeinen goed begrijpen, hebben we een stevige basis om andere teksten van Paulus beter te doorgronden, want de christelijke leer wordt er systematisch uitgelegd. Denk bijvoorbeeld aan het behoud van de mensenziel door het geloof, de verhouding tussen Israël en de volken, christenen en de wet, en nog veel meer belangrijke geloofszaken. Paulus heeft de brief geschreven tijdens zijn derde zendingsreis in Korinthe ( Hand.20:3). De geadresseerden zijn :’allen in Rome, geliefden van God, geroepen om Zijn heiligen te zijn’ ( Rom. 1:7). 

Sinds de tweede eeuw v. Christus was er in Rome een grote Joodse gemeenschap. Die was gegroeid nadat Pompeius een groep gevangenen als oorlogsbuit meegevoerd had uit Palestina toen Israël in 63 v.Chr. bij het Romeinse Rijk was ingelijfd. In 49 n.Chr. verdreef keizer Claudius de Joden uit Rome ( Hand.18:2). Als gevolg van deze verbanning van de Joden telde de gemeente in Rome – die tot dan toe zowel uit Joodse als uit niet-Joodse christenen had bestaan – voortaan vooral uit christenen van heidense (niet-Joodse) afkomst. De Joden keerden na de dood van Claudius terug naar Rome zoals bijvoorbeeld Prisca en Aquila ( Rom. 16:3; zie Hand. 18:2). De terugkomst van de Joodse christenen heeft waarschijnlijk tot integratieproblemen geleid binnen de gemeente van Rome die zo langzamerhand voor het grootste gedeelte bestond uit leden met een niet-Joodse achtergrond. Waarschijnlijk lezen we in de Romeinenbrief de achtergrond van deze problemen terug. 

Paulus schreef dat het geloof van de Romeinen overal bekend was. Dat schreef hij heel bewust: (1:8) want hij had hun steun nodig om naar Spanje te kunnen reizen (15:22-24). De invloed van de gemeenten in Rome zou later nog groeien zoals blijkt uit een brief die Clemens van Rome aan het eind van de eerste eeuw aan de christenen in Korinthe geschreven heeft. Als een geestelijk leider pur sang baseerde Paulus zijn uiteenzettingen en vermaningen aan de gemeente uitsluitend op het woord van God. Er bestond in zijn ogen geen theologie zonder praktijk, maar ook geen praktisch leven zonder theologie. Er moest een juist begrip van God, van Zijn werk, en van de plaats van de mens binnen Zijn plan zijn. Paulus riep zijn lezers op om boven de dagelijkse beslommeringen uit te stijgen en oog te krijgen voor het plan van God. 

Paulus besloot de inleiding van zijn schrijven met het noemen van een extra reden waarom hij bereid was het evangelie in Rome te verkondigen. Hoewel de verkondiging van Jezus’ kruisiging een boodschap leek van dwaasheid en zwakheid, was deze in werkelijkheid de ‘wijsheid Gods’ en de ‘kracht Gods’ ( comm. 1 Kor.1:18,24). De uitdrukking: ‘ ik schaam mij niet ’ was ontleend aan Jezus` eigen woorden ( Lucas 9:26/ zie ook 2 Tim.1:8). Tegenover ‘zich schamen’ staat juist: de verkondiging en het belijden ( Rom.10:9). Het evangelie heet het ‘Evangelie van Christus’ omdat het kruis en de opstanding van Jezus Christus de basis vormen van de boodschap van het heil. 

Het evangelie van Christus werd aangekondigd als ‘een kracht van God tot het behoud’. Dat betekent dat het Woord van God de eeuwige redding van de mensenziel tot gevolg kan hebben. Een gelovige is de mens die op het Evangelie reageert met geloof en zijn leven door het Evangelie laat bepalen, zodat de kracht van het Woord tot zijn recht komt. Dat is geweldig mooi.

In de brieven van Paulus moeten wij bij ‘soteria’ behoud, behoudenis’ in de eerste plaats denken aan de redding van de toorn van God, aan het behouden worden bij het oordeel van God ( Rom.5:9,10) en aan de uiteindelijke verheerlijking ( Rom.8:18,30). Misschien denk je dat de redding door het geloof voor jou niet mogelijk is. Maar Jezus zei in Marcus 9:23 dat alles mogelijk is voor wie gelooft. Met deze woorden stelde Jezus niet Zijn almacht centraal maar het geloof. Deze woorden golden in de eerste plaats voor Hemzelf. Maar ook voor de mensen om hem heen. Zij werden opgeroepen om in Hem te geloven. Geloof moet hier niet worden opgevat als een bijzondere kracht die een mens in staat stelt om wonderen te doen, maar als een vast vertrouwen in het werk van God. 

Paulus was een gelukkig mens. God zelf vulde zijn geest en mond met de waarheid van Christus zodat hij het goede over Hem zei. De woorden die hij sprak klonken als signalen op een berg en zeiden dat Jezus de Christus was, de Zoon van God. Jezus Christus was in zijn plaats gestorven, dat geloofde hij. Door zijn geloof heeft Paulus bewezen dat Goddelijke waarheid haar eigen echtheid kan bewijzen. Hij kreeg de gave om gewone mensen de weg te wijzen om Jezus Christus te leren kennen. Wie ertoe komt in Jezus te geloven als Verlosser en Zaligmaker, als Heer en God, die ziet in Hem een goddelijke heerlijkheid en uitnemendheid. Zo was het ook met Paulus. Dit was het getuigenis van de Heilige Geest die door en met de schriften overtuigt. Wat een voorbeeld voor ons!