Psalmen 9

Heer, met heel mijn hart wil ik U danken. Al Uw wonderen wil ik bekend maken. Vrolijk wil ik over U zingen, ik wil voor U juichen, o allerhoogste God! U bent een eerlijke Rechter. U hebt beslist dat ik onschuldig ben. Mijn vijanden vluchten als ze U zien. Ze vallen en sterven. U hebt mijn vijanden gestraft, slechte mensen hebt U gedood. Niemand weet meer wie ze zijn. Mijn vijanden zijn verslagen, hun steden zijn verwoest. Ze worden voor altijd vergeten. 

De Heer is koning voor altijd. Voor eeuwig zit Hij op de troon. Daar spreekt Hij recht. Hij is een goede Rechter. Hij spreekt eerlijk recht over iedereen. De Heer helpt mensen die onderdrukt worden. HIj beschermt hen in moeilijke tijden. Mensen die Hem kennen mogen op Hem vertrouwen. Mensen die Hem zoeken, laat Hij niet alleen. Zing voor de Heer die op de berg Sion woont! Vertel aan iedereen wat Hij heeft gedaan. God vergeet mensen die vermoord zijn niet. Hij straft de moordenaars. HIj beschermt mensen die zich niet kunnen verdedigen. Heb medelijden Heer, zie mijn ellende, want al mijn vijanden haten mij. Laat me toch niet sterven! Dan zal ik vertellen over Uw machtige daden. Dan zal ik juichen in de stad Sion. Want U hebt mij gered. 

Slechte mensen worden gestraft. Ze graven een kuil voor een ander, maar ze vallen er zelf in. De pijn die ze anderen willen aandoen, voelen ze zelf. Zo laat de Heer Zijn macht zien. Hij is een goede Rechter. Slechte mensen verdwijnen, ze gaan naar het land van de dood. Want ze zijn God vergeten. Maar God vergeet de arme en zwakke mensen niet. Voor hen is er hoop. Heer spreek recht over mensen, laat ze weten dat U machtiger bent dan zij. Heer laat ze beven van angst. Laat ze weten dat ze maar mensen zijn. 

Het is niet helemaal duidelijk welk soort psalm we zojuist gelezen hebben. Onwillekeurig rijst de vraag in je op of het nu om een danklied gaat, of om een gebed om hulp in een heftige nood. Het lijkt alsof David hier de Heere dankt voor een gunst of goedheid die God in het verleden aan hem bewezen had, terwijl hij ineens door een bijzondere nood getroffen werd die hem in het heden overviel. Er bestaat in psalm 9 ook een relatie tot psalm 10, in die zin dat beide psalmen waarschijnlijk een geheel vormden, door de struktuur waaruit het psalter opgebouwd is. Psalm 10 zet de alfabetische struktuur van de vorige psalm voort. Er ontbreekt wel hier en daar een bepaalde letter in de alfabetische reeks van zowel psalm 9 als psalm 10. Toch zijn er meer overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld het thema. De nauwkeurige lezer ziet duidelijk dat er ook in de opbouw van de beide psalmen overeenkomsten zijn. 

uiting van geloof en lof voor Gods daden in het verleden. psalm 9: 2-13 /psalm 9: 16, 17
een gebed in nood psalm 9: 14-15 / psalm 10: 12-15
klacht over het heden psalm 10:3-11
uiting van geloof en lof voor Gods daden in de toekomst. psalm 10: 16-18

 

Wanneer psalm 9 precies geschreven is, is moeilijk te zeggen. Het lijkt erop dat de ark al in Jeruzalem was. ( Psalm 9:12), maar David zelf bevond zich niet in Jeruzalem ( Psalm 9: 15). David was er op uit getrokken, waarschijnlijk in een oorlog tegen de Arameërs en Ammonieten. 

Het psalter begint met een paar muzikale aanduidingen en is gericht aan de koorleider. Waarschijnlijk heeft de componist een bekend lied genomen waarop hij de wijs van het lied wilde laten zingen. 

David – die zich altijd sterk afhankelijke voelde van de Heere – roemt hier in het ingrijpen van de Heere God. Hij roept iedereen op om de lof van God te zingen. Het gaat in Psalm 9 om 12 verzen die in drie thema`s uiteenvallen. 

Het begint ermee dat David oproept om God te loven en te prijzen voor al Zijn goedheid. ( vs 2, 3 ) David wil die lof verder brengen met zijn hele hart, Hij wil Gods wonderen vertellen, zich in God verblijden, en van blijdschap opspringen. God die hij aanduidt als de Allerhoogste God. De beelden die hij gebruikt om de volgende situatie ( die van het rechtspreken van God ) zijn deze: 

  • het beeld van een slagveld. 
  • het beeld van een rechtszitting 

Bij het beeld van het slagveld komen de vijanden van David voor het voetlicht. De strijd is gestreden en ze zijn overwonnen. Ze gaan er allemaal vandoor! Tijdens hun vlucht struikelen ze, komen ten val, en komen om. Dit is het werk van de Elohim, Hem komt dan ook alle lof en eer toe. 

Het derde beeld. We bevinden ons in een troonzaal waar recht wordt gesproken. Het gaat om een rechtzaak waarin David de beklaagde was. Maar hij had gelukkig de beste Advokaat die je je maar voor kunt stellen: Niemand minder dan God zelf. God heeft het recht behartigd en zijn rechtzaak gevoerd. Zoals dat zo vaak gebeurde in die tijd had David onrecht moeten lijden, maar hij  had zich op zijn God beroepen. 

In het oude Nabije Oosten was de koning tegelijkertijd rechter, terwijl de Heere God Zelf boven de souverein stond. Hij zetelde op de eeuwigheidstroon als de volmaakte Rechter. De dichter –  die deze zaken grondig beseft –  beroept zich op de rechtvaardigheid van God. 

Gods daden uit het verre verleden worden door David bezongen, Hij is een God die zowel volken als indivuen aanspreekt en berecht. In de tijd van de Bijbel konden vorsten zich geen grotere vernedering voorstellen dan dat hun namen uitgewist en vergeten werden. Veel heidense volken, zoals de farao`s van Egypte, deden er hun hele leven over om hun namen in rotsgesteente of marmer uit te laten beitelen, en hun graven al tijdens hun leven vol te zetten met kostbaarheden. Maar de Heere zou ervoor zorgen dat de namen en herinneringen van Zijn vijanden uitgewist zouden worden. Hierbij moeten we vooral denken aan het volk van Amelek, wiens naam en herinnering uitgeroeid moest worden. ( Exodus 17:14/ Num. 24: 20 ) 

Terwijl al die mensen voor eeuwig van het toneel verdwenen, zou de God van David voor eeuwig regeren. ( vs 8 ) Een groter contrast was niet denkbaar. En er was meer. Mensen die hun toevlucht bij God zochten, zouden niet in Hem teleurgesteld worden. Zoals een hooggelegen kasteel veiligheid en bescherming bood voor de mens, zo was de Heere voor mensen zoals David, die tot het uiterste verdrukt werd en dag aan dag te kampen had met grote moeiljkheden. 

De God van David zou zijn vijanden persoonlijk straffen. In tegenstelling tot de ellendige toestand waarin David zich bevond, zou God hem van een wisse dood redden en hem een danklied in zijn mond geven. 

David bad om genade, niet alleen om uit het doodsgevaar gered te worden, maar vooral ook om de lof van God te vertellen aan de inwoners van Jeruzalem. Niet elk ander volk werd door David tot zijn vijanden gerekend, het ging om moordenaars wiens vergoten bloed naar de hemel om vergelding riep. 

Het wordt ons wel duidelijk dat David door een gedwongen oorlog ver van huis en van de tempel was. Meerdere keren smeekte hij God of Die hem wilde helpen om weer in Jeruzalem terecht te komen, zodat hij daar Gods lof kon bezingen. 

De vijand zou verdelgd worden, David zou terugkeren, arm en ellendig als hij was. Aan het eind van het psalter volgt er een dramatisch moment. ( vs 20 )  David smeekte de Goddelijke rechter om op te staan van zijn troon, de heidenen die God niet dienden moesten angst aangejaagd worden, zodat ze zouden weten dat ze maar gewone mensen waren, die  zich in geen enkel opzicht met God konden meten. 

Deze psalm biedt troost voor moeiijke vragen. De oorlog in de Oekraïne bijvoorbeeld, gaat nog steeds door en maakt veel onschuldige slachtoffers. De criminaliteit neemt hand over hand nog steeds toe. Veel mensen zijn bang en voelen zich onveilig of zelfs bedreigd. Waar gaat dat allemaal heen?

Dwars door alles heen biedt de Heere ons veiligheid, hulp en wil Hij onze Toevlucht zijn. In de schaduw van Zijn vleugels kunnen we zelfs Anno 2023 vrolijk zingen.