“ Toen wij u de glorierijke komst van onze Heer Jezus Christus verkondigen, baseerden wij ons niet op vernuftige verzinsels, – integendeel, wij hebben met eigen ogen Zijn grootheid gezien. Want Hij ontving van God de Vader eer en luister toen de stem van de Majesteitelijke luister tegen Hem zei: “ Dit is Mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. “ Die stem hebben wij zelf uit de hemel horen klinken toen wij met Hem op de heilige berg waren. Ons vertrouwen in de woorden van de profeten is daardoor alleen maar toegenomen.” ( 2 Petrus 1 : 16 – 19 )
In bovenstaande verzen had Paulus zijn lezers al een paar overwegingen voorgehouden die de mensen moesten aansporen om ook na zijn heengaan te blijven nadenken over het Evangelie dat hen was toevertrouwd en verkondigd.
Nu noemde hij nòg een reden voor deze herinnering ( vs 15 ). De gelovigen konden ook teruggrijpen op het profetische woord dat ze in handen hadden. Petrus dacht daarbij niet alleen aan de profetieën uit het Oude Testament ( vgl vs 20 waar hij het heeft over profetie van de schrift ), maar aan het hele getuigenis van het Oude Testament. Deze profetie was altijd al vast en zeker geweest. ( Hebr 2 : 2 / Rom. 4 : 16 / 15 : 8 ) Maar door het gebeuren van de verheerlijking op de berg ( vs 17, 18 ) was het nòg zekerder. Petrus riep zijn lezers en hoorders ertoe op om heel aandachtig met dat woord bezig te zijn.
Dergelijke uitspraken waren geen noviteit, Petrus had al eerder gezegd dat er alle reden was voor zijn lezers om aan de apostolische prediking vast te houden. Voor de waarheid van die verkondiging kon hij instaan. Petrus en de andere apostelen waren geen mythen gevolgd, die op zichzelf misschien heel scherpzinnig waren uitgedacht, maar intussen niet gegrond waren op de waarheid van de profeten. Hun openbaring kwam erop neer dat Gods openbaring in Christus niet werkelijk plaatsgevonden had. Maar het getuigenis van Petrus en van de apostelen was een getuigenis dat van ooggetuigen afkomstig was. Het had betrekking op gebeurtenissen die zij zelf van heel dichtbij hadden meegemaakt. Ze waren getuigen geweest van de majesteit van de Heere Jezus Christus. ( zie vs 18 / Lucas 9 : 32, 43 )
Meesterlijk en gedreven verdedigde Petrus de rechtmatigheid van zijn gezag. In het besef dat zijn einde nabij was wilde hij er alles voor in het werk stellen om de gelovigen waakzaam en strijdbaar te houden. Zoals de wet van Mozes voorschreef, baseerde hij de geloofwaardigheid van zijn woorden op twee bronnen: op Jezus` gedaanteverandering en op de profeten. Bij die gedaanteverandering had Petrus gezien hoe de Heere Jezus veranderde. Hij had gehoord hoe de Vader getuigde van de Godheid van Zijn Zoon. Daarnaast kon hij zich baseren op de geschriften van de profeten. Zij hadden een betrouwbaar getuigenis achtergelaten. Nu de Zoon bij de Vader was, hadden de apostelen de volmacht om de woorden van Christus door te geven.
“ U doet er goed aan om acht te geven op het profetisch woord “ had Petrus gezegd. “ U moet altijd uw aandacht daarop gericht houden, als op een lamp die in een donkere ruimte schijnt, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart. “
Die naam- morgenster – gaf men de planeet Venus,de ster die de morgen aankondigde. Veel commentatoren denken hierbij aan de wederkomst van Christus. Anderen aan de bekering, het moment waarop Christus door de Heilige Geest iemands hart geestelijk verlicht. ( 2 Kor. 4 : 6 )
Voor een juiste interpretatie van de Heilige Schrift moet je worden toegerust door de Heilige Geest ( Psalm 36 : 10 ) De profetie heeft een Goddelijke oorsprong. Goddelijke inspiratie maakt profetieën onweerlegbaar en geloofwaardig, men kan ze niet omzeilen, ze gaan in vervulling. ( Deut. 18 : 22 )
Wow, incredible blog layout! How long have you been blogging for?
you make running a blog look easy. The entire look
of your site is excellent, let alone the content!
You can see similar here <a href="[Link deleted]sklep