2 Kronieken 30 : 1 – 8

De twee boeken Kronieken zijn in feite één werk. In de Hebreeuwse tekst volgen ze elkaar zonder enige onderbreking op. Je zou de Hebreeuwse titel kunnen vertalen met “Verslag van de geschiedenis” of “ Gebeurtenissen uit de geschiedenis “ 

In de Hebreeuwse canon maakt het boek geen deel uit van de Vroege Profeten maar van het derde grote deel Geschriften. Volgens een belangrijke Joodse traditie vormen de Kronieken het laatste boek van het Oude Testament. Er is lange tijd vanuit gegaan dat de Kronieken één geheel vormden met de boekrollen van Ezra en Nehemia. Traditioneel werd het geheel van de Kronieken aan Ezra toegekend. In de laatste decennia heeft men dit idee al meer gelaten voor wat het was. Er zijn teveel verschillen qua taalgebruik. Met name inzake de aandachtspunten en de hoofdaccenten bestaan er discrepanties. Dat zijn bijvoorbeeld de belofte aan David voor een eeuwig koningshuis, de profeten, en hun redevoeringen, en de vergeldingstheologie. Aan de andere kant ontbreekt hier het grote belang dat in de boeken Ezra en Nehemia wordt gehecht aan de sabbat.(Neh. 9 : 14 / 10 : 32 / 13 : 15 – 22 ) of de voordurende bezorgdheid over de gemengde huwelijken. ( Ezra 10 / Nehemia 13 ) De boeken Ezra en Nehemia houden zich vooral bezig met de zorg om het behoud van de heiligheid van het volk van God : iedere besmetting door de invloed van vreemde volken moest worden vermeden, met inbegrip van de volken die op het grondgebied van het voormalige Noord- Israëlistische koninkrijk woonden. Het boek Kronieken daarentegen geeft blijk van een opening naar de Israëlieten van het noordelijk rijk, die terugkeerden naar de Heere. Deze kwestie is van belang voor het goed begrijpen van het boek. De auteur van de Kronieken is onbekend gebleven. 

In 2 Kronieken 30 is het motief de eenheid van het volk Israël. Met het noemen van de missie van Hizkia wilde de auteur een advies geven over de houding die de Judeeërs aan moesten nemen tegenover de Israëlieten uit het Noorden die naar de Heere terug wilden keren. Uit deze feiten bleek de hoop op een herenigd Israël dat de Heere diende.(15 : 9 / 19 : 4 ) 

Efraïm en Manasse waren de belangrijkste stammen van het Noordelijk koninkrijk. Het is heel goed mogelijk dat beide stammen hier symbool staan voor het hele Noordelijke rijk. Met het einde van dit rijk bleef Hizkia de waardige opvolger van David en Salomo. Hizkia verzocht iedereen die uit het koninkrijk Samaria was ontsnapt om samen met hem bij elkaar te komen voor de viering van het pesachfeest. Hizkia stuurde boden rond in heel Israël en Juda. Bovendien schreef hij brieven naar de stammen van Efraïm en Manasse, waarbij hij iedereen opriep om naar de tempel van de Heer in Jeruzalem te komen en daar het Pesachoffer op te dragen aan de Elohim. De koning had zich samen met zijn raadsheren en de volksvergadering te Jeruzalem het hoofd gebroken over de mogelijkheid om Pesach te vieren in de tweede maand. Het was namelijk niet mogelijk geweest om Pesach op de vastgestelde tijd te vieren. Hizkia ontdekte dat er een voorbehoud gemaakt werd in de wet van Mozes, dat personen die in de eerste maand onrein waren, het pascha de veertiende dag van de tweede maand mochten vieren. ( Num. 9 : 11 ) Hij twijfelde er niet aan of dat feit mocht uitgebreid worden tot de hele vergadering van Israël. En zo besloot de koning met zijn oversten en de hele gemeente te Jeruzalem om het Pascha in de tweede maand te vieren. De oude regel was namelijk dat het Paasfeest met iedereen samen gehouden moest worden. Dat was tot nu toe niet gebeurd. Het is opvallend dat elke koning van Israël die er naar streefde om zijn onderdanen naar de Heere terug te laten keren, ernaar streefde om liefde en eenheid tot stand te brengen door middel van het vieren van een traditioneel feest. 

In de eerste plaats werd er een proclamatie uitgevaardigd om het Pascha aan te kondigen en het volk op te roepen om daarheen te komen. Efraïm en Manasse – de stammen uit het Noordelijke rijk – kregen brieven waarin stond dat ze uitgenodigd werden om naar Jeruzalem te komen voor het vieren van het Pascha. “ Laten ze maar als koning nemen wie ze willen “ zei Hizkia “ als ze de Heere maar kiezen als hun God. “ En daar had hij helemaal gelijk in. 

De ondertoon van de brieven van Hizkia was ernstig. Hizkia gaf blijk van een grote betrokkenheid voor de eer van God, en voor het welzijn van het naburige rijk. “ Bekeer je tot de Heere. Voordat jullie tot Hem kunnen komen, moeten jullie met Hem in een verbond komen. Geef de Heere de hand. “schreef hij met vaardige pen. Met deze oproep wilde Hizkia zeggen: “ Stem ermee in om de Heere aan te nemen als jullie God. De deuren van het heiligdom staan open, en jullie hebben de vrijheid om daar binnen te gaan. De tempeldienst is hersteld en jullie zijn welkom om je daar bij te voegen. Jullie zijn kinderen van Israël. De God die jullie roept om terug te keren naar Hem is de God van Abraham, Isaak en Jakob. Hij is de God die een verbond gesloten heeft met jullie eerste vaderen. Hun nakomelingen verlieten de Heere, ze luisterden absoluut niet meer naar Hem, en werden daarom aan verbanning en verwoesting overgegeven. 

“ Blijf niet zo halsstarrig zoals zij. Want jullie voorouders en familieleden waren ontrouw aan de Heere, hun God. Daarom heeft de Heer veel ellende over hen gebracht. Dat hebben jullie allemaal gezien. Blijf niet zo ongehoorzaam als zij. Beloof dat jullie weer trouw zullen worden aan de Heer. Kom naar Zijn tempel, die Hij voor altijd geheiligd heeft. Dien Hem voor altijd, Hij zal nooit meer boos op jullie zijn. Wanneer jullie trouw aan Hem zullen zweren, zal Hij trouw zijn aan jullie. Hij zal ervoor zorgen dat de Assyriërs medelijden zullen krijgen met de Israëlieten die ze gevangen genomen hebben. De Israëlieten zullen terug mogen keren naar Israël, omdat de Heer een God is die goed is, vol liefde en trouw. “ Om goed te beseffen uit wat voor ellende de Heere Zijn volk redde, moet je iets meer weten over de Assyriërs. 

Hun verhaal begint in Mesopotamië, het land tussen de Eufraat en de Tigris. De Soemeriërs hadden het gebied tussen 4000 en 2300 v. Chr. gedomineerd, maar onder een zekere Sargon van Akkad (r. 2340-2278 v. Chr.) hadden de Semitisch sprekende Akkadiërs de macht overgenomen. In de loop van het tweede millennium v. Chr. ontstonden in Mesopotamië twee Akkadische koninkrijken: Assyrië in het noorden en  Babylonië in het zuiden. Babylonië was, mede dankzij de erfenis van de Soemeriërs, al vroeg uitgegroeid tot een centrum van wetenschap en religie, terwijl Assyrië vooral bekend stond als militaristisch. Omdat de Assyriërs zich regelmatig tegen naburige volken moesten verdedigen werd oorlog al vroeg een belangrijk onderdeel van de Assyrische ideologie. De Assyriërs zagen het universum als een chaotisch strijdtoneel waarin zij, onder de bescherming van de god Ashur en onder leiding van hun koning, de goddelijke orde moesten handhaven.

Uiteraard deelde niet iedereen hun ideologie. In de ogen van hun vijanden waren de Assyriërs waarschijnlijk weinig meer dan een veredelde roversbende. Sinds de veertiende eeuw v. Chr. organiseerden de Assyriërs jaarlijks veldtochten naar omliggende gebieden: de Armeense hooglanden, het Zagrosgebergte, de kusten van de Middellandse Zee en Babylonië. Met hun enorme leger paradeerden de Assyrische koningen door deze gebieden, daarbij tribuut eisende van de plaatselijke vorsten. Deze tribuut moet niet gezien worden als een belasting, maar als een eerbetoon waarmee de vorsten aangaven de koning van Assyrië als hun meerdere te erkennen. Vrijblijvend was deze tribuut echter niet. Vanwege de militaire dreiging stuurden de meeste vorsten direct hun tribuut zodra de koning in aantocht was. De koninkrijken die weigerden te betalen werden meestal onder de voet gelopen door het superieure Assyrische leger, dat hun akkers plunderde, hun steden plat brandde en hun leiders op de meest gruwelijke manieren ter dood bracht. Wanneer de Assyriërs echter weer vertrokken waren, gingen de plaatselijke vorsten weer hun eigen weg.

Onder Tiglath – Pileser III (r. 744-727 v. Chr.) werden enkele belangrijke hervormingen doorgevoerd, waardoor het Assyrische Rijk een vastere vorm kreeg. Zo stelde hij gouverneurs aan over de veroverde gebieden en eiste hij een jaarlijks terugkerende tribuut van de plaatselijke vorsten. Zo konden de Assyriërs de veroverde gebieden langer onder hun gezag houden. Toch had het Assyrische Rijk ook na Tiglath-Pileser regelmatig te maken met opstanden onder de plaatselijke vorsten, vooral wanneer zij de nieuwe koning niet legitiem achtten. Bovendien hadden de Assyriërs weinig invloed op de onderworpen bevolking. Ze drongen hun cultuur en religie niet aan hen op en lieten – enkele steles en handelsnederzettingen daargelaten – nauwelijks bouwwerken na in de veroverde gebieden. Voor de gewone man veranderde er weinig; noch in positieve, noch in negatieve zin. Vooral de plaatselijke vorsten waren niet blij dat ze hun soevereiniteit moesten opgeven.

De meest opstandige onderdanen van het Assyriërs waren de Babyloniërs. Als erfgenamen van Soemer en Akkad beschouwden zij zich als superieur aan de boerse Assyriërs uit het noorden. Toen Tiglath-Pileser in 734 v. Chr. Babylonië veroverde waren ze gedwongen geweest om hem als hun koning te erkennen, maar toen in 721 v. Chr. de usurpator Sargon II aan de macht kwam verklaarden ze zich onder leiding van de Chaldeeër Merodach-Baladan II weer onafhankelijk. Het kostte Sargon ruim tien jaar om de opstand de kop in te drukken. Toen hij echter in 705 v. Chr. sneuvelde in de strijd, kwamen de Babyloniërs opnieuw in opstand. Sargons`s zoon Sanherib had er 16 jaar voor nodig om Babylonië te pacificeren en zag zich in 689 v. Chr. genoodzaakt om de heilige stad Babylon helemaal te verwoesten. Hij had het Assyrische gezag hersteld, maar de goodwill onder de Babylonische bevolking hadden hij definitief verspeeld.

Toen in 627 v. Chr. de laatste sterke Assyrische koning Ashurbanipal stierf, brak in Assyrië een troonstrijd uit. De Babyloniërs maakten van deze gelegenheid gebruik om zich in 626 v. Chr. onder leiding van een generaal genaamd Nabopolassar onafhankelijk te verklaren. Na enkele Assyrische aanvallen te hebben afgeslagen wist Nabopolassar zijn gezag veilig te stellen. Hij nam zich voor om Assyrië aan zijn gezag te onderwerpen en zijn plannen vorderden gestaag. Hij zocht echter nog naar een bondgenoot.

Deze bondgenoot vond hij in de Meden, een Iraans volk dat in het Zagrosgebergte leefde. Van oorsprong waren de Meden een seminomadisch herdersvolk, bestaande uit tientallen onafhankelijke stammen. Als gevolg van de Assyrische kolonisatie waren zij zich echter op één plek gaan vestigen en stelden zij vaste leiders aan. Nadat de Assyriërs hun grip op het Zagrosgebergte waren kwijtgeraakt – zo rond 670 v. Chr. – vervielen de Meden echter tot anarchie. Wat er in die tijd precies is gebeurd is niet te zeggen, maar in 614 v. Chr. lijken de Medische stammen zich te hebben verenigd in een machtige stammencoalitie onder leiding van een krijgsheer genaamd Cyaxares.

Nabopolassar en Cyaxares ontmoetten elkaar in 614 v. Chr. Het nieuws dat het Assyrische Rijk op instorten stond had ook de Meden bereikt en ze wilden graag een graantje meepikken. Met een enorm leger daalden de Meden de bergen af en liepen ze de heilige Assyrische stad Ashur onder te voet. Ze plunderden de stad en vertrokken met de buit. Nabopolassar was er graag bij geweest, maar hij was te laat. Nabij de ruïnes van Ashur spraken Nabopolassar en Cyaxares af om bij het beleg van Nineveh – de Assyrische hoofdstad – hun acties te coördineren. Dit gebeurde in 612 v. Chr. Van juni tot en met augustus omsingelden ze de stad. Uiteindelijk wisten ze de ringmuren te slechten. De Meden plunderden erop los en vertrokken met de buit. Bij deze plundering zijn veel kunstschatten verwoest en paleizen afgebrand. Ook de befaamde Bibliotheek van Ashurbanipal ging in vlammen op. 

De uiterst wrede veroveringstechnieken van de Assyriërs zorgden ervoor dat iedereen die aan hun willekeur overgeleverd was, daar zwaar onder leed of het leven liet. Wie dit tot zich door laat dringen begrijpt dat de belofte van de Heere een bijzondere uitnodigende en stillende werking moest hebben op het geprangde gemoed van de gevangen genomen Israëlische stammen. 

4 responses to “2 Kronieken 30 : 1 – 8

  1. Wow, awesome weblog structure! How lengthy have you ever been running a blog for?

    you made blogging look easy. The total glance of your web site is magnificent,
    let alone the content material! You can see similar here <a href="[Link deleted]internetowy

  2. Hi there! Do you know if they make any plugins to help with
    Search Engine Optimization? I’m trying to get my blog to rank for some targeted
    keywords but I’m not seeing very good results. If you know
    of any please share. Many thanks! You can read similar blog here:
    <a href="[Link deleted]Building

  3. Wow, amazing weblog structure! How long have you been running a blog for?
    you make running a blog glance easy. The full glance of
    your web site is wonderful, let alone the content!
    You can see similar here <a href="[Link deleted]sklep

  4. Wow, incredible weblog <a href="[Link deleted]
    How lengthy have you been blogging for? you made running a blog look easy.
    The full glance of your site is wonderful, as neatly as the content!
    I saw similar here <a href="[Link deleted]
    <a href="[Link deleted]and those was wrote
    by <a href="[Link deleted]

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *