Ten slotte behandelt Paulus het onderwerp van de opstanding van het lichaam. In zijn betoog komt aan het licht dat sommige Korintiërs dwaalden in hun opvatting over de sterfelijkheid van het menselijk lichaam. Maar waar de jonge gemeente twijfelde en geen kennis genoeg had, wist Paulus er alles over te vertellen, en hij deed dat dan ook. De opstanding van het lichaam is een wezenlijk deel van de boodschap van het Evangelie. Door dit duidelijk te beschrijven, ging er een wereld open voor de mensen in Korinthe, en ook voor ons, die zoveel eeuwen later zijn geboren. Het leven in de toekomstige wereld ligt in het verlengde van ons huidige leven, maar zal tegelijkertijd totaal nieuw zijn.
Paulus verklaart de Korinthenaren dat niet alle heiligen zullen sterven, maar dat ze wel allemaal veranderd zullen worden. Want ons aardse lichaam vergaat. Het moet veranderd worden omdat vlees en bloed het koninkrijk van God niet kunnen beërven. De apostel maakt hier een waarheid bekend die de mensen in Korinthe nog niet wisten, namelijk dat de heiligen die nog in leven zijn bij de wederkomst van onze Heere, niet zullen sterven, maar veranderd zullen worden. Dat zal in een fractie van een seconde gebeuren, in één ogenblik. Het zal zijn als over de hele wereld het geluid van de laatste bazuin gehoord zal worden. Bij die oproep zullen de graven zich openen, de gestorven heiligen zullen blinkend nieuw en onverderfelijk te voorschijn komen, en de levende heiligen zullen in diezelfde seconde veranderen, en eveneens blinkend nieuw en onverderfelijk worden.
Dan zal het woord waarheid worden, wat de Heere ons heeft beloofd. “ De dood is verslonden tot eeuwige overwinning. Jezus Christus – die er eerst voor gezorgd heeft dat de dood Zijn heiligen in grote angst tegemoet gingen – zorgt er ook voor dat de dood zelf voor eeuwig verslonden zal zijn.
Alle kinderen van God zullen dan over de dood triomferen als over een verslagen vijand. Ze zullen het uitroepen: “ dood, waar is je prikkel? Hel, waar is je overwinning? “ Eens waren ze door hun angst voor de dood en voor de hel slaven van angst. Maar de deuren van de gevangenis zijn opengesprongen en ze zijn daar voor altijd uit ontslagen. De dood, het sterven, kan ons nog wel beangstigen, maar de vloek van de wet is weggenomen omdat Jezus Christus een vloek geworden is voor ons, zodat de zonde door Christus van haar kracht en angel is beroofd.
Heerlijk vooruitzicht! Er komt een dag dat de graven open zullen gaan, de gestorven heiligen zullen herleven, en onsterfelijk worden. Alle gelovigen zullen voor eeuwig buiten het bereik van de dood gesteld worden. Heel vaak verheugen zij zich hier op aarde al in de hoop op deze overwinning. Als ze opgestaan zijn uit het graf, zullen ze onbevreesd over de dood triomferen. Dat is allemaal te danken aan de genade van God in Christus. Deze overwinning van de heiligen over de dood moet zich uiten in dankzegging aan God. De gelovigen zullen het uitzingen: “ Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Heere Jezus Christus! “
We genieten alleen van deze overwinning als God de eer die Hem daarvoor toekomt ook echt gebracht wordt. Dit verbetert en verhoogt onze levensvreugde wezenlijk. Dan worden we ons ervan bewust dat we onze geestelijke plicht gedaan hebben en genieten we van ons geluk. Wie onder de macht van de dood blijft, kan geen hart hebben om te loven. Vurig zullen de heiligen die opgestaan zijn, Hem toejuichen. “Gode zij dank!” zal het refrein van hun liederen zijn. En de engelen zullen zich bij het koor van verlosten voegen, en hun instemming betuigen met een luid “Amen! Hallelujah! ”