Ik steun op God, mijn Toeverlaat

 
Ik steun op God, mijn Toeverlaat
 
De romantische rozenboog bij de entree en de heerlijke geur van versgebakken koekjes in de gang maken het kleine huis innemend en cosy. In no time staat er een heerlijk bakje koffie voor mij op tafel. Jaap komt de keuken uit met allerlei knapperigheden. Ik kies een havermout-  plus een amandelkoekje, gebakken door de heer des huizes!
 
“ Mag ik u vragen, welk cijfer u beiden uw huwelijk geeft ? “ open ik het vraaggesprek.  Beiden barsten in lachen uit . “Een zevenenhalf” zegt Jaap. Zijn vrouw vindt het toch wel een acht waard.
“Waarom geen acht Jaap?”
“ Je karakter verander je niet zomaar. Tot aan de tijd van mijn bekering zat het helemáál niet goed, daarna is het veranderd. Ik werd zachter en verdraagzamer. Voor die tijd was ik een echte baas! Ik ben bij de mariniers geweest, dan heb je geen kinderachtige aard. Als de kinderen bij het afdrogen de theedoek lieten vallen riep ik:  “ ga er maar naast liggen! “ Want dat moest ik zelf óók als ik mijn geweer liet vallen.
In het oude fotoalbum zie ik Jaap op zijn buik over diepe wateren via uiterst dunne koorden schuiven terwijl hij niet eens kon zwemmen! Hij beklimt hoge stellages en waadt met volle bepakking  door poelen en sloten heen!
“ Ik was een stoere marinier maar een onverschillige gelovige, en schaamde mij voor het Evangelie van Christus. In de winter van 1985 zat ik in de Marnixkerk onder een leespreek van ds. Kersten. Het ging over Hooglied 5. Ik vond er niets aan en baalde er van. Dat was nu juist het ogenblik dat de Heere mij liet zien dat mijn hart vol vijandschap zat. Ik ging naar de kerk omdat het zo hoorde, meer was het niet. Maar het wonder was dat mijn kwade  hart gevuld werd met liefde. Ik ging naar de dominee om hem te vertellen wat er was veranderd! Bezorgd vroeg ik mij af of ik wel zondebesef genoeg had. Door gesprekken met andere gelovigen heb ik geleerd dat je eerst de liefde van Christus moet kennen, pas dan begint een mens tot Hem te vluchten. De bekering begint met liefde!
Belijdeniscatechisatie kregen we van de oude ds Rijksen. Met 22 jongelui tegelijk, vragen stellen was er niet bij. Daarom stelde je die ook niet!
Toen we gingen trouwen kregen we wèl een vraag: “ Er is toch geen haast bij? “ Sprakeloos waren van het idee dat een dominee zoiets vroeg. We verwachtten niet veel goeds voor onze trouwpreek. 
Maar de trouwtekst viel mee, Genesis 32: 1 Jacob toog ook zijns weegs en de engelen Gods ontmoetten hem. “Dat is ook gebeurd!”  vertelt Jaap met glinsterende ogen. Onwillekeurig kijk ik even naar zijn vrouw. “ “ Hoewel ik uit haar woorden opmaak dat ze haar man altijd in alles gevolgd is, vertelt ze niet zo gemakkelijk over haar geestelijk leven.
“ Werp uw vrijmoedigheid niet weg “  ( Hebr. 10: 35 ) Deze woorden kwamen met kracht in mijn hart – vertelt oude Jaap onverstoorbaar verder. Die woorden maakten indruk op mij!  Het gaat zeker over bidden dacht ik. Helemaal zeker was ik er niet van. Daarom wachtte ik op Gods leiding. In 1987 werd ik in de Evangelisatiecommissie gevraagd. Toen ben ik met de jeugdvereniging gaan evangeliseren. Zo leerde ik met en voor hen bidden om een zegen over onze opdracht. Maar op den duur liep het een beetje spaak, de jeugdvereniging verliep. Eigenlijk wilde ik er óók mee stoppen. Er waren nog wat foldertjes over, dat was alles.
Een preek uit Matteüs 5 veranderde alles.  “ Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen dat zij uw goede werken zien en uw Vader die in de hemelen is verheerlijken. “  Onder die preek gaf ik mijn hart opnieuw aan de Heere en zei:  “ gebruikt U mij maar waar u wilt! “
Zo kwam ik in de Walstraat terecht. De Heere was bij mij, ik voelde de Heilige Geest over mij komen, en werd gevuld met een bijzondere vrijmoedigheid. Ik getuigde tegen iedere voorbijganger over de Heere Jezus. Iemand schold mij uit, maar ik antwoordde: “ Toch is God liefde meneer! “ En ging gewoon door met mijn werk. Woorden die God tot je spreekt zijn levende woorden en de Heere gaf in de gesprekken op straat steeds wijsheid, vrede en vrijmoedigheid.
In de begintijd deelde ik soms wel 400 folders per week uit, tegenwoordig zijn dat er 20 tot 50 per week. Folders, boekjes, en kalenders. Bij het evangeliseren moet je jezelf zijn en je niet anders voordoen dan je bent. Ik begin nooit met theologische uitspraken omdat een buitenkerkelijke dat niet begrijpt. 
Vele ontmoetingen zijn vaak kort, soms krachtig. 
Jarenlang had ik mijn plaats daar midden in de binnenstad van Vlissingen. Ik heb nooit een boodschap van de Heere gekregen dat er iets moest veranderen, daarom sta ik er vandaag nog! Eén keer per week, op vrijdagmorgen.
De stem van de Heere om Hem te volgen, wees mij hierheen.”  
Wie is God voor u oude Jaap?  vraag ik.
“ Alles! Hij is mijn Koning, Hem kan ik vertrouwen. Hij houdt Zijn hand tussen mij en het kwaad  zodat niets mij kan schaden! 
Vrijdag zal Jaap weer op zijn vaste plaats in de binnenstad van Vlissingen staan. Een oude grijze man met vriendelijke ogen en een biddend hart. Hij zal zijn licht laten schijnen voor de mensen. En de oogst zal voor de Koning zijn!
Het kan dus heel eenvoudig zijn om een roeping te volgen. De vrouw van Jaap volgt haar roeping door op de achtergrond haar man te steunen. Jaap volgt zijn roeping door trouw te blijven aan de stem van God. 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *