Psalmen 12

De woorden van de Heer zijn zuiver als zilver, gesmolten in de smeltkuil, tot zevenmaal toe. ( Psalman 12: 7 ) 

Psalmen 12 is een gebed dat uitgesproken is tijdens felle vervolging. De situatie die beschreven wordt, lijkt op een proces waarin David door zijn vijanden beschuldigd werd en JHWH als rechter op het toneel verscheen. De thematiek van dit lied sluit naadloos aan bij het vorige psalter. 

De psalmist klaagde vanwege de deplorabele toestand waarin het volk zich bevond. Trouwe en vrome mensen hadden hun invloed verloren. Hun aantal nam razendsnel af. Leugens, intriges, en dubbelhartigheid waren aan de orde van de dag. Mensen die op een dergelijke manier opereerden blaakten van zelfvertrouwen omdat ze ongekend succesvol waren. Maar tegenover hun troebele en vreemdsoortige uitspraken stelde David het zuivere Woord van God. Op het Woord van God kun je bouwen. De psalm wordt met een gebed besloten. 

Twee delen kenmerken de psalm, ze bestaan elk uit twee strofen. Het eerste deel bestaat uit de verzen twee en drie, het tweede uit de verzen 6, 7 en 8, 9. Centraal staat de bemoediging uit vers 6: ‘ Zwakken en armen zuchten om het geweld, om hen sta Ik op’ zegt de Heer. ‘ Ik breng de redding die zij verlangen. ‘ 

De hele sfeer doet gewelddadig aan en herinnert aan de tijd dat David moest vluchten voor Saul, of voor Absalom zijn zoon. David moet zich tot het uiterste getergd gevoeld hebben, want hij begint met een krachtige uitroep. De dichter roept God om hulp en uitkomst. Waarom dat zo is blijft onduidelijk, maar het is een feit dat er bijna geen trouwe en eerlijke mensen meer over waren onder het volk. Opvallend is ook dat de dichter dit op de hele mensheid betrekt. Alle zonen van Adam worden aangeklaagd. In plaats van trouw en vriendelijk te zijn logen de mensen tegen elkaar. De mensen praatten elkaar naar de mond, niemand was natuurlijk en ongekunsteld, iedereen was onecht en deed zich totaal anders voor dan men was. David moet wel erg bang geweest zijn en zich ook erg verraden gevoeld hebben want hij bad erom of God de vleiende lippen en grootsprekende lippen af te snijden. 

Aan het hof van Saul was het natuurlijk een en al naar de mond praterij. Intussen speelden er intriges en allerlei verraad. Er verdwenen om de haverklap mensen van het toneel. Niemand was zijn leven zeker en David al helemaal niet. 

‘ Met onze tong zijn we sterk, onze tong helpt ons, niemand kan ons aan! ‘ riepen de vijanden die David beschreef. De hele situatie beschrijft de gewelddadige regering van een dictator. Let wel, een dictator die vergeet dat God er ook is. 

Het hoogmoedige woord van de goddelozen wordt plotseling onderbroken door een Godsspraak. Om de zwakken en de armen die geterroriseerd worden spreekt God. Hij staat op en doet uitspraak ten gunste van alle mensen die door de gewelddaden van de dictator veel te lijden hebben. Vanuit het verband van de tekst wordt het duidelijk dat het om Godvrezende mensen gaat. De JHWH spreekt profetisch en zegt de mensen die Hij aanspreekt toe dat Hij hen verlossing en heil geven zal. 

Het Woord van God waaraan de dichter refereert is volkomen zuiver. In tegenstelling tot de taal die mensen uitslaan is het als zilver dat in een smeltoven of smeltkroes zevenmaal gezuiverd is. Als David daaraan denkt komt er weer kracht in zijn gekwelde gemoed. Hij spreekt de overtuiging uit God erbij is en blijven zal. 

Als je het boek Richteren of Koningen leest, dan weet je dat veel koningen door geslaagde coupes gedood werden. Geen wonder dat David bang was om ook door doodslag aan zijn einde te komen. Het mooie wat je steeds uit Davids psalmen opleest, is zijn Godsvertrouwen. In angst en woede om zonden en misdaden van de mensheid, in alles wat hem overkwam richtte hij zich op God. Van Hem was zijn verwachting, in Hem stelde hij zijn vertrouwen. 

Psalm 12 eindigt niet in een lofzang, daarvoor moet de situatie te dreigend zijn geweest. Onwillekeurig denk ik aan de Tweede Wereldoorlog. Hitler met al zijn wrede plannen. Er moeten veel mensen hebben geleefd die zich zoals David voelden. Ook nu, met de oorlog in Syrië en de Oekraïne zie je op het nieuws dezelfde mensen zoals door David beschreven. 

Niet altijd komt een geschiedenis tot een goed einde. De tragische dood van zoveel Joden, militairen en burgerslachtoffers bevestigt dat. Veel mensen kwamen in de wereldgeschiedenis om door oorlog of geweld. Is er een antwoord ? Corrie ten Boom kon vergeven. 

https://www.google.com/search?q=Corrie+ten+boom+over+vergeving&rlz=1C1GCEA_enNL1046NL1046&oq=Corrie+ten+boom+over+vergeving+&aqs=chrome..69i57.11453j0j7&sourceid=chrome&ie=UTF-8#fpstate=ive&vld=cid:05b02d95,vid:t9O1JgVjeew

Het is jammer dat David de woorden van Corrie ten Boom niet gehoord heeft. Misschien hadden ze hem geholpen? We weten het niet. God haat het kwaad maar verbiedt het haten van een medemens. Om die reden eindigt dit psalter voor mij met een vraag.