Psalmen 11

Bij de Heer ben ik veilig. Mensen zeggen tegen mij: ‘Vlucht naar de bergen, vlucht zo snel als je kunt!’ Want slechte mensen richten hun pijlen op jou, ze vallen `s nachts eerlijke mensen aan. Het recht verandert in onrecht, en goede mensen kunnen er niets tegen doen.’Maar ik weet dat ik veilig ben bij de Heer. De Heer woont in Zijn heilige paleis. Vanuit de hemel ziet Hij de mensen,Hij weet wat ze denken. De Heer kijkt of mensen goed of slecht zijn. Hij haat mensen die geweld gebruiken. Hij straft hen, Hij vernietigt hen met vuur. Want Hij is woedend. De Heer is een eerlijke rechter, Hij houdt van mensen die goed doen. Zij mogen bij Hem komen.’ 

Koning David was op de vlucht. De bergen van Judea dienden hem als schuilplaats toen Saul hem weer eens achterna zat. Terwijl de door Samuel gezalfde koning er als een haas vandoor moest gaan, gaf hij zijn hart over aan God. De Elohim was Zijn toeverlaat in alles wat hem overkwam. Waar David de ene keer voor Saul moest vluchten, een andere keer voor zijn zoon Absalom, bleef God Zijn toevluchtsoord en beschermer. ‘ Ik schuil bij God’ is terecht de hoofdgedachte van dit psalter. Toen de koningen van het Oude Testament aan de macht waren, was het een en al intrige en verraad aan de hoven. Bovendien heerste er ontreddering en chaos in het land. Goddeloze mensen tastten de fundamenten van de samenleving aan. Toch bleef David vol vertrouwen op de Heere zijn God en op diens rechtvaardige manier van handelen en rechtspreken. 

Het lied begint met een kort opschrift, de psalm is gericht aan de opperzangmeester. Voordat David verderging met het schrijven van zijn psalm, sprak hij zijn Godsvertrouwen uit. Goed mogelijk dat er een discussie plaatsgevonden heeft waarin niet nader genoemde raadslieden van de koning hem adviseerden om een goed heenkomen te zoeken. Maar David gaf ten antwoord dat hij zijn toevlucht genomen had onder de schaduw van Gods vleugelen. Dat moge zo zijn geweest, aan de andere kant gebruikte hij niet voor niets het beeld van een opgejaagde vogel. Dit beeld wordt vaker gebruikt in de Bijbel. ( Klaagliederen 3:52) Vluchten leek in de situatie van David de enige remedie om het kwaad te ontkomen. Een vogel mag een kwetsbaar dier zijn, maar hij is wel in staat om te vliegen, en kan zich daarom op veilige hoogten brengen, waar hij niet neergeschoten of opgejaagd kan worden.

De vlucht waarover de raadsmannen van David het hadden, leek de enige optie te zijn die hem zijn ondergang kon laten voorkomen. Goddeloze mensen beraamden desastreuze plannen om David ten val te brengen. Hun boog lag al schietklaar, er was geen moment te verliezen of het zou met het leven van David zijn gedaan. Er moest onmiddellijk tot actie worden overgegaan. Het zag er ernstig uit, zelfs wanneer de gezalfde van God moedig stand zou houden tegenover de vijandelijke macht, dan nog zou hij geen schijn van kans hebben om te overwinnen. 

Het lied van David beschrijft feitelijk dat de grondslag van het recht, van de morele rechtsorde ingestort was, terwijl de wettelozen triomfeerden. Het beeld van een bijzonder groot acuut gevaar verschijnt in het psalter. Daarop sluit de retorische vraag naadloos aan: ‘ Wat kan de rechtvaardige dan nog doen?’

Heel veel, zo zal blijken. Het oog van de dichter richtte zich op de Heere. Niet in het gebed, maar in een belijdenis. Onwillekeurig vraagt de lezer zich af om welke God het gaat. Die vraag wordt gelijk beantwoord. Het gaat om de God van hemel en aarde. Hij woont in Zijn heilige paleis, en heeft de hemel als Zijn troon. Naast de tempel, de heilige plaats van God, heeft Hij Zijn plaats in de hemel. Vanuit die onaantastbare positie zag en beoordeelde God de individuele mens op aarde. God is niet alleen heilig, Hij is ook bijzonder betrokken bij alles wat er op de aarde gebeurt. Geen lijdzaamheid bij God, Hij beproeft en keurt de mensenharten. Het woord dat voor ‘ beproeven’ wordt gebruikt, roept associaties op met het testen en zuiveren van metalen. An sich een pijnlijk proces, maar dat pijnlijke valt in het niet bij de houding die de Heere naar goddeloze mensen toe heeft. Over de goddeloze zal God een verwoestende regen van vuur en zwavel storten. En ze zullen getroffen worden door een verschroeiende wind. Je kunt je voorstellen wat dit is als je ooit in een zinderende woestijn rondgezworven hebt. 

Omdat God rechtvaardig is, moet Hij het kwaad straffen, wanneer dan ook. Hij doet dit niet altijd direct, maar er komt een dag van vergelding voor ieder die geweigerd heeft om Hem te dienen, en Hem alle eer en lof toe te brengen die Hij waard is. Door dit alles voelde David zich gesterkt en gesteund in zijn moeitevolle toestand. Hij geloofde dat hij terug zou keren naar de tempel in Jeruzalem, de plaats van gemeenschap met zijn Heer en God. 

Het idee dat de Heere mensen beproefd komt veelvuldig voor in de Bijbel ( Jes.48: 10/ 1 Petrus 1: 7 / 1 Kor.3: 11-15) Het is opvallend dat zowel rechtvaardigen als goddelozen deze proef moeten ondergaan ( 1 Petrus 4: 17), maar in de uitkomst voor beide groepen ligt een hemelsbreed verschil.

Ook voor ons- gelovigen van deze tijd- kan het noodzakelijk zijn om uit een ons vijandig gezinde omgeving weg te gaan, maar het kan ook goed zo zijn dat we juist ergens moeten blijven. Soms weten wij niet wie er voor ons is, en wie er onze geestelijke vijand is. Maar het geeft altijd rust om te geloven dat de Heere dat wel precies weet. De samenlevingen in onze tijd worden steeds internationaler en gedogen steeds meer uiteenlopende gedragingen. Wat zijn precies de fundamenten in onze samenlevingen, en waarop zijn ze gebaseerd? Wat is de houding van een christen tegenover deze pluriforme maatschappij? Wat vraagt het geloof in God van ons? Op welke manier kunnen wij bijdragen aan een rechtvaardige samenleving? Waar wij niet altijd een scherp onderscheidingsvermogen hebben, heeft de Heere dat wel. Hij ziet wat er verborgen is, en Hij beloont eerlijke en rechtvaardige mensen. Een goddeloos mens, of iemand die geweld gebruikt zal nooit voor God kunnen bestaan. 

De dichter sluit zijn lied af met de uitspraak dat oprechte mensen God zullen zien. Dit is een uitspraak die de Heere Jezus ook gedaan heeft. ( Matth. 5: 8 ) 

Een wedergeboren mens heeft een wandel met God. Je mag de Heere kennen en met Hem leven, dag voor dag, ogenblik voor ogenblik. Hoe moeitevol je leven ook kan zijn, de uitkomst ervan is zeker, je zult aankomen in de veilige thuishaven, in de hemel bij de Heere. Daar zal alle moeite en zorg zijn vergeten!