Psalm 132

Ik zal de priesters met eer bekleden, zijn getrouwen zullen juichen van vreugde! ( Psalm 132: 16)  

Niemand minder dan JHWH verbond zich aan David en zijn nageslacht. De reden: God had Sion ( Jeruzalem ) uitgekozen. Daar op die heilige plaats wilde Hij de tempel bouwen en de eredienst instellen. Psalm 132 die voor een groot deel is geïnspireerd op 1 Samuël 7, is zowel verwant aan de Koningspsalmen als aan de liederen van Sion. De traditie stelt dat dit lied is gecomponeerd ter gelegenheid van de inwijding van de tempel. Er worden twee motieven in ontwikkeld: in het eerste deel gaat het over de plechtige belofte van David waarmee hij belooft om de tempel te bouwen om daar de heilige ark neer te kunnen zetten. ( vs 1-10 )

In het tweede gedeelte van het psalter gaat het om de plechtige belofte van David over het koningschap, en de keuze voor Sion. Na de ballingschap heeft deze psalm de hoop op de komst van de Messias levendig gehouden. 

David – de man naar Gods hart – had de Heere een belofte gedaan. Van Zijn kant deed de Elohim JHWH ook een belofte. ‘De Heer heeft David trouw gezworen, en Zijn belofte neemt Hij niet terug. Een van je nazaten laat Ik je troon bestijgen. Houden je zonen zich aan Mijn verbond, aan de richtlijnen die Ik hun geef, dan zullen ook hun zonen voor altijd zetelen op je troon.’ Verschillende andere teksten hebben het expliciet over een verbond van de Heere met David. ( psalm 89: 4,5,9,40/ 2 Sam.23:5/ Jesaja 55:3) De inhoud van de eed was dat JHWH altijd een van Davids zonen als koning zou laten regeren over Israël. Maar er was een voorwaarde aan verbonden. Davids zonen zouden zich moeten houden aan de voorwaarden van het verbond. Het lijdt geen twijfel dat het de Heere ging om het houden van de wet die Hij op de Sinaï gegeven had. De koning vervulde daarin een sleutelrol. Als hij die rol op de goede manier vervullen zou, dan zou ook zijn nageslacht op zijn troon zitten. Er wordt hier helemaal niet gesproken over een mogelijk zich niet houden aan het verbond. Daarover ging het wel in 2 Samuel 7:12-14. Je moet er daarom vanuit gaan dat er aan de voorwaarden van het verbond was voldaan. Tenminste, zo dacht de dichter erover. 

David handelde in lijn met de Goddelijke belofte. ( 2 Sam. 3: 21), en later zou Jerobeam dat ook doen ( 1 Koningen 11:37). 

De koning had een plaats voor de ark gevonden, en omdat de Heere deze plaats verkoos en er altijd zou blijven wonen, bleef Hij verbonden met het nageslacht van David. Die verbondenheid werd concreet gemaakt in zegeningen van voedsel, sociale gerechtigheid en contact met God. Je leest in de Bijbel heel vaak dat Jahweh de oogst zegende, of juist inhield. Het leed geen twijfel dat de Heere daar zijn bedoelingen mee had. Hij wilde laten zien dat Hij om de mensen, en wel in bijzonderheid om de armen gaf. 

En er was nog meer. De priesters die dienstdeden in Sion zouden worden bekleed met heil. Naast de overvloed van eten en drinken zouden er ook volop geestelijke zegeningen vanuit de hemel neerstromen. Jahweh zou voor verlossing zorgen, en de priesters zouden dit feit bejubelen. Zij mochten het goede nieuws bekendmaken, en iedereen zou zich daarover verheugen. De priesters zouden vrijmoedig getuigen van de Heere en van al Zijn grote daden. De mensen op hun beurt zouden onderwezen worden in de heilsgeheimen en feiten en facten van het koninkrijk van God. 

‘Hier breng Ik Davids huis tot aanzien, hier ontsteek Ik een lamp voor Mijn gezalfde. Zijn vijanden bekleed Ik met schande, maar op Zijn hoofd schittert een kroon. ‘ zo besluit het psalter. 

De hoorn is een symbool van kracht ( Psalm 18:3/ 75:5/ Ezech.29:21/ Lucas 1: 69) terwijl de lamp hier het teken is voor de nakomelingen van het huis van David. 

Het is bijzonder ontroerend en bemoedigend hoe de Elohim onvermoeibaar in de weer bleef om Zijn Goddelijke beloften heerlijk te vervullen. Het enige waar Hij om vroeg waren een onverdeeld hart en een onbeperkt vertrouwen in Zijn leiding en almacht. 

Deze psalm kan ons ook anno 2023 goede moed geven. Als we naar Gods wetten willen leven, dan wil de Heere onze God zijn. Niets loopt Hem ooit uit de hand. Hij zal ons leven leiden, zodat wij ons verheugen en verwonderen. 

Zoals het hart van God altijd uitging naar Zijn volk, gaat het uit naar ons allemaal. Hij wil ons Zijn liefde en trouw bewijzen. Niets van ons doen, denken of handelen kan Hem ervan weerhouden om ons Zijn liefde en genade te bewijzen. Zoals David zichzelf geen rust gunde voordat de ark in Jeruzalem was, zo kent ons hart geen rust totdat het rust vindt in Hem. David koos in lijn met de wil van God. Wat kies jij?