Praag

Ietwat onwennig kijken we om ons heen op het roezige plein. Groene koperkoepels bieden een buitenlandse indruk en geven hun rustieke invloed af vanuit de verte. In Praag wonen op een oppervlakte van 500 vierkante kilometer ruim één miljoen mensen. Door zijn centrale ligging was deze stad al van oudsher een trekpleister voor handelsreizigers uit alle windstreken. Zo was Praag aan het begin van de tiende eeuw al een bloeiende stad met een florerende handel en bezat een markt en twee forten: de Praagse Burcht en Vysehrad. Hiervandaan beslechtten de eerste Praagse heersers – de Premmysliden – hun oorlogen! In de Middeleeuwen kende Praag een grote bloeitijd onder de Duitse keizer Karel IV. De stad was in die tijd zelfs groter dan Londen en Parijs! De keizer – die een zeer ontwikkeld man was – hechtte bijzonder veel waarde aan de wetenschap en onder hem werd de eerste universiteit van Midden – Europa gesticht. Johannes Hus was één van de eerste rectors aan deze universiteit. Helaas stierf deze martelaar in 1415 op de brandstapel. Een indrukwekkend monument op de grote markt herinnert aan hem, maar tevens ook aan de Hussietenoorlog die het gevolg was van de dood van Hus.
Nieuwschierig lopen we over het middeleeuws aandoende plaveisel. De slavische taal herinnert in niets aan enige andere talenkennis die we bezitten. Gelukkig wordt er vaak ook in het Engels of Duits uitleg gegeven, anders zouden we niet veel verder komen dan “Dobrý den” of “Prosim”!
Praag wemelt letterlijk van de kerken en kapellen. De eerste kapel die we binnenkomen is speciaal voor het aanwezige militaire garnizoen. En deze kerk is nog maar het begin! Samen met mijn dochter zal ik deze week diverse kerken, kapellen en kathedralen binnengaan. We zullen ons verwonderen over de zorg en aandacht die mensen al vanaf de twaalfde eeuw besteed hebben aan het vormgeven van hun gedachten, hun gebeden, hun tranen, maar ook hun lofprijzing en aanbidding. We zullen elkaar soms sprakeloos aankijken en elkaar afvragen hoe het mogelijk is dat mensen in die tijd, onder dergelijke omstandigheden de moed en kracht hadden om hun leven te leven, en God te dienen op de manier die paste bij hun tijd en waarin hun voorgeslacht hen was voorgegaan.
Een daglang zwerven we rond in de Joodse wijk en bewonderen de prachtige zilveren thorakronen in de Maiselsynagoge, de thorarollen, en de kleding van de rabbi’s. Hoewel het getto verdwenen is, is er in de synagogen rond de Oude Joodse Begraafplaats nog genoeg van de geschiedenis van de wijk terug te vinden. In de minder oude straten staan bijna alleen maar gebouwen in prachtige Jugendstil. We eten koosjer bij King Salomon en bekijken de grafstenen op de Oude Joodse Begraafplaats waar de grafstenen uiterst dicht op elkaar gepakt staan, en mensen tot twaalf boven elkaar begraven liggen, omdat dit de enige plaats was waar de Joden hun doden mochten begraven. Sinds het einde van de 16e eeuw werden joodse grafstenen versierd met tekens die duidden op de achtergrond, de naam of het beroep van de overledene. Op de stenen vaak kleine kiezelsteentjes neergelegd, of kleine gebedenbriefjes.
In een schitterende oude setting beluisteren we de geweldige klanken van Bach en Beethoven. De violen en de stemmen van de solisten brengen ons in lang vervlogen tijden. Dit is puur genieten.
Wijdse parken en paleizen vertellen ons over renaissance, rococo en barok. Over zwierige hoepelrokken en fluwelen wambuizen, over freules en jonkheren. Maar we denken ook aan de Praagse lente en aan de tienduizenden Joden die uit dit land zijn weggevoerd naar de vernietigingskampen.
De kleine straatjes in de richting van de Karelsbrug liggen er nog precies zo bij als in de Middeleeuwen en de brug zelf slingert in een flauwe S- bocht over de rivier de Moldau. Het oudste beeld is dat van de kruisiging van Christus uit 1667. Er staat een Hebreeuwse tekst op : “ Heilig, heilig, heilig is de Heere der Heerscharen. “ Het beslagen koper aan de voet van de beelden is op sommige plaatsen heel licht en glanzend, dat komt door de aanraking van vele, vele handen.
Praag is ook de stad van Kafka. Het museum dat aan zijn leven en werken gewijd is ademt een sfeer die precies past bij de melancholische complexiteit van zijn karakter en de beschrijvingen van de personages uit zijn boeken.
Het is bijzonder om op deze plaats in deze stad samen te zijn! We praten en lachen, we denken en filosoferen. We komen uit bij wat we waren: een moeder en dochter die intens veel van elkaar houden.

Geef een reactie