Mattheüs 28: 16-18

“De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had genoemd. En toen ze Hem zagen, bewezen ze Hem eer, al twijfelden enkelen nog. Jezus kwam op hen toe en zei: ‘ Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.”

Toen de discipelen Jezus zagen, vielen ze in aanbidding op de grond. Het neerknielen was voor de meeste jongeren meer dan gewoon eerbetoon. Het was de aanbidding die hun hart en ziel boven elk ongeloof verhief. Er was geen plaats meer voor twijfel. Ze wisten dat Jezus de Messias was, die voor hun hart en leven een lange lijdensweg was gegaan. De drie jaren waarin ze Jezus dagelijks hadden gehoord en gezien flitsten door hun gedachten. Ieder woord van Jezus zou alleen nog maar in betekenis toenemen, door de werking van de Heilige Geest. 

Jezus keek liefdevol naar de knielende mannen. Hij wist dat er nog twijfelaars bij waren.
De Man die naar hen toe kwam, was het Hem echt? Was Hij dezelfde als hun Rabbi? 

De Meester kwam dichterbij, Hij kwam hen tegemoet. Zo is Jezus. Het geloof in Zijn opstanding was een feit dat ze zich eigen zouden moeten maken. De satan zou steeds proberen om elk sprankje geloof in de mensziel uit te blussen. De reactie van de leerlingen geeft aan hoe onbegrijpelijk en Goddelijk het allemaal was. De leerlingen moesten leren dat de opstanding geen ‘ reanimatie’ was, geen terugkeer naar een eerdere toestand. De evangeliën vertellen ons dat Jezus door de ervaring van de dood zo onherkenbaar veranderd was, dat zelfs Zijn dierbaren Hem in eerste instantie niet herkenden. Jezus legitimeerde Zich met Zijn wonden. Waar Jezus een God met wonden was, hebben wij ook een kerk met wonden, een geloof met wonden. Ons geloof wordt dagelijks gekwetst door wat wij ervaren, in de wereld, maar ook in de kerk. Maar zijn juist de wonden geen teken van de authenticiteit? Een geloof dat leeft, lijdt soms pijn, en bloedt soms. 

‘Mij is alle macht gegeven in hemel en op aarde.’ Volmacht en autoriteit van de troon van God de Vader lagen op Zijn schouders als hemelse glorie. De woorden herinneren aan Daniël 7:14 : ‘ En Hem werd heerschappij gegeven, en eer, en koninklijke macht. En alle volken, natiën en talen dienden Hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij. ‘

De Zoon des mensen- vernederd als Hij was geweest en zwaar als Hij had moeten lijden – ontving nu universele en eeuwige heerschappij. Jezus was daar Zelf niet op uit geweest. Zijn Vader had het Hem gegeven. De gewilligheid en gehoorzaamheid van Jezus hadden Hem als grote Overwinnaar uit de strijd doen komen. Naar de profetie van Daniël werd Jezus nu verhoogd en aangesteld als Rechter over hemel en aarde. 

De leerlingen hadden dat kunnen weten. Vaak genoeg had Hij laten zien Wie Hij was. Nooit  had Hij bezweringsformules laten klinken of iets bijzonders gedaan. Hij zei tegen de storm: ‘ Zwijg, wees stil! ‘ Dat was alles, en dat was genoeg. Niet alleen de storm was weg, het water was ook doodstil. Eén ding waarover alle oude culturen het eens waren, was dat de zee onbeheersbaar was. Alleen God had die in Zijn macht. In oude culturen en verhalen stond de zee symbool voor onstuitbare verwoesting. Het woeden van de oceaan werd gezien als onbeheersbare, onverbiddelijke macht, die God alleen kon bedwingen. Jezus kon het, Hij was God. Hij was de macht Zelf. 

 

De woorden die Jezus uitsprak behelsden dus een machtige uitspraak.
Wat betekenen ze voor ons? 

Je kunt redeneren dat alles hier toeval is, en niemand echt weet wat waarheid is. Maar als Jezus alle macht heeft, Heer en Meester is over elke storm en elke situatie dan zal blijken dat, hoe de wereld er ook uitziet – of je leven er uitziet – dat Jezus voorziet. Hij voorziet in alle rust, alle macht en kracht die een mens maar nodig kan hebben. 

Ook tijdens Zijn leven hier op aarde had Jezus alle macht al in bezit( Matth. 7:29/9:6/ 21:23) . Die was echter nog maar beperkt zichtbaar omdat Hij eerst moest lijden en sterven. Dat was nu gebeurd. Jezus zou teruggaan naar de hemel waar alle woorden volledig in vervulling zouden gaan. ( Matth. 26: 64) 

( Met passages uit werken van Tomas Halik / Tim Keller )

https://protestantsekerk.nl/verdieping/wie-is-tomas-halik/

https://www.eo.nl/artikel/tim-keller-waarheid-is-helder

Als wij slapen zult Gij waken
Die als Jona uit het water
Uit de diepte en verlaten
Riep en niets dan onheil vond. 

Gij hebt – uit de dood verrezen,
`t Boos getij terecht gewezen,
En het water zal U vrezen,
`t Water brengt ons weer aan land. 

Hoe hebt Gij ons lot gedragen,
Om het oude te begraven,
Jezus, Goede Hoop en Haven,
Uitzicht van het nieuwe land! 

Zend Uw adem, wendt de steven,
Dat Uw schepelingen leven,
Door Uw Goede Geest gedreven,
Met het loflied in de mond!
( Gezang 345 Liedboek voor de kerken )