Mattheüs 17: 8

Mattheüs 17:
En hun ogen opheffende zagen zij niemand dan Jezus alleen. 

Volgens de traditie was de Heere Jezus op de berg Tabor toen Hij verheerlijkt werd. Maar andere verklaarders denken dat het meer voor de hand ligt dat het om een berg gaat die in de nabijheid van Caesarea Filippi lag ( Mattheüs 16: 13). De verheerlijking gebeurde volgens Mattheüs zes dagen na het gesprek waarbij de farizeeën en sadduceeën naar Jezus toegekomen waren. Ze hadden gezegd: ‘ Bewijs maar eens met een teken dat U door God gestuurd bent. ‘ Ze wilden laten zien dat Jezus dat niet kon. Maar Jezus was niet op hun vragen ingegaan. ‘ Jullie zijn slechte mensen ‘ had Hij gezegd, ‘ die ontrouw zijn aan God. Jullie vragen om een teken. Maar het enige teken dat jullie krijgen is het voorbeeld van Jona. ‘ Toen was Jezus weggegaan. Hij had Zijn leerlingen gewaarschuwd voor het gevaarlijke voedsel van de farizeeën en sadduceeën. Hij had Zijn leerlingen herinnerd aan Zijn almacht, op het moment dat ze helemaal geen eten meer hadden en Hij een grote schare mensen had gevoed met zeven broden voor vierduizend mensen, en met vijf broden voor vijfduizend mensen. Jezus had nog veel meer gezegd. Hij had Petrus de sleutels van de poort naar de nieuwe wereld toebedeeld. En Zijn leerlingen nogmaals bezworen om niemand te zeggen Wie Hij was. Hij had uitgelegd wat er met Hem moest gebeuren. ‘ Ik zal naar Jeruzalem gaan. Daar zal Ik veel moeten lijden. De leiders van het volk, de priesters en de wetsleraren zullen Mij doden. Maar drie dagen later zal Ik opstaan uit de dood. ‘ 

Petrus was het totaal oneens geweest met deze uitspraken. Hij had Jezus apart genomen en gezegd: ‘ Nee, dat mag niet gebeuren. God zal U beschermen Heere! ‘ Maar Jezus had hem fel tegengesproken en terechtgewezen. 

‘ Als je Mijn volgeling wilt zijn, dan mag je niet meer aan jezelf denken. Nee, je moet bereid zijn om je leven op te geven en met Mij mee te gaan. Als je je leven probeert te redden, dan zul je het juist voor altijd verliezen. Maar je kunt ook je leven verliezen omdat je Mijn volgeling bent. Dan zul je je leven juist voor altijd redden. Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt. Wat heb je daaraan als je je leven verliest? Het eeuwige leven is niet te koop. ‘ Eens zal ik terugkomen als de Koning van de nieuwe wereld, bedenk dat goed. ‘ 

Zes dagen later was Hij de berg opgegaan. Hij had Petrus, Johannes en Jakobus met zich meegenomen. Het waren de leerlingen die later ook bij Hem zouden zijn in de hof van Getsémané, in Zijn bitter lijden en diepe verootmoediging voor Zijn Vader. Was het Jezus erom te doen geweest om hun geloof zodanig te versterken dat zij in de Hof wakker zouden blijven, en zouden waken? ( 2 Petrus 1: 16,17) 

Jezus ging de berg op om te bidden. Wie zich afzondert om God te ontmoeten kan ervan verzekerd zijn dat er een ontmoeting met de Levende plaats zal vinden. Het is wel bijna zeker dat de verheerlijking van Jezus `s nachts plaatsgevonden heeft. Het werkwoord met-emorpothe is een passieve vorm. Er staat dus eigenlijk: ‘ Jezus is van gedaante veranderd geworden. ‘ . Je kunt uit deze vorm opmaken dat het een daad van God de Vader geweest is. 

De leerlingen zagen dat Jezus veranderde. Zijn gezicht begon te stralen als de zon. En zijn kleren werden zo wit als een helder licht. Deze beide zaken wijzen op de schittering en straling van hemelse lichamen. ( vgl. Psalm 104: 2/ Daniël 7: 9). 

Het is bijzonder bemoedigend om te bedenken dat de rechtvaardigen eens zo zullen stralen in het Koninkrijk van God de Vader ( Matth. 13: 43). De stralen van de zon wijzen op hemelse heerlijkheid. Toch onthulden deze stralen niet per definitie de Goddelijkheid van de Heere Jezus. Want ook engelen en rechtvaardigen zullen zo stralen. 

De heerlijkheid van Jezus straalde niet van buitenaf van Hem af, maar kwam van binnenuit. Hij ontving voor een korte tijd een verheerlijkt, hemels lichaam. Opeens zagen de leerlingen Mozes en Elia. Die waren met Jezus aan het praten. Petrus zei tegen de Meester: ‘ Heer het komt goed uit dat wij hier zijn. Als U wilt maken we hier drie tabernakelen. Eén voor Mozes, één voor Elia en één voor U. 

Petrus was nog niet uitgesproken toen er een stralend lichte wolk boven hen verscheen. Onwillekeurig moet je denken aan de wolkkolom. Uit die wolk kwam de stem van God. ‘ Deze is Mijn geliefde Zoon, in Dewelke Ik een welbehagen heb. Hoor Hem! ‘ 

Petrus, jouw tenten zijn helemaal niet nodig. Gods eigen woning komt naar de aarde om Zijn volk te herbergen. De stem van God kwam naar de aarde om het geloof van Zijn leerlingen te versterken en te bevestigen. De hoorbare stem van boven bevestigde de innerlijke stem van het hart van de leerlingen. ( Matth. 16: 17). Dezelfde woorden had God bij de doop van Jezus gezegd. Deze woorden doen denken aan de Zoon van God in Psalm 2: 7 en aan de Knecht des Heeren in Jesaja 42: 1. 

De woorden bevestigen dat Jezus werkelijk de Messias is. De opdracht van de stem uit de wolk luidde: ‘ Luister naar Hem! ‘ Ze refereren aan Deut. 18: 15, 18. Jezus is de Profeet waarvan Mozes de voorloper was. In het Oude Testament stond Mozes centraal, en de Heilige Wet die hij van God gekregen had. Nu wilde God de Vader dat ze naar Jezus luisterden Zijn Zoon. De Messiaanse Knecht des Heeren. 

De leerlingen stonden perplex. Grote eerbied en diepe vrees vulden hun hart. De heiligheid en nabijheid van God werd hen teveel. Bevend vielen ze op de grond. Ze waren erg bang. Jezus kwam naar hen toe. Hij raakte hen aan en zei: ‘ Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn. ‘ 

Voorzichtig keken de leerlingen op. Toen ze hun ogen ophieven zagen ze niemand meer behalve Jezus. Jezus legde Zijn hand op hen en bevrijdde hen van alle vrees. Het aanraken van Jezus heeft altijd als doel om een zegen mee te delen. Genezing, vertroosting of versterking. Zo ging het ook hier. Wat een bijzondere versterking moet dat zijn geweest!