Opnieuw een wolkenboog ( 2 )

Het begon in het voorjaar, op 10 maart om precies te zijn. Marco moest dirigeren die avond en ik ging met hem mee. De psalmen klonken in mijn hoofd, één bleef hangen. Psalm 3:

“ God was aan mijn zij. Hij ondersteunde mij in het leed dat mij genaakte.”

We zongen het samen op de terugweg. Ik barstte in huilen uit en riep: “ Wat zal er gaan gebeuren? “

Lotte  onze jongste voelde zich niet fit. We maakten een afspraak bij de dokter. Er moest bloed geprikt worden, misschien was het de ziekte van Pfeiffer. Niets van dat alles. Onverichterzake gingen we terug naar huis, maar als moeder vertrouwde ik het niet. De Paasdagen kwamen. Lotte had pijn aan haar schouder. Niet zomaar pijn, hevige pijn Na twee doorwaakte nachten reden we op zondagmorgen naar de huisartsenpost. Daar werd een vermoedelijke klaplong geconstateerd.

Plotsklaps veranderde alles. In allerijl reden we naar de reeds ingeseinde artsen in Goes. Er werd een foto gemaakt. “ Er zit iets wat er niet hoort! Het kan een ontsteking zijn, maar jullie moeten direct door naar Rotterdam. “

Met de ziekenauto door naar het Sophia Kinderziekenhuis. Op de scan werd een grote tumor zichtbaar. groot dat de luchtpijp helemaal ingedrukt zat.

Wezenloos liepen we achter het bed met Lotte door de lange gangen.

“ Kinderoncologie “ Ik wist nauwelijks dat het woord bestond. Het bordje hing scheef en bewoog wat – signaleerden mijn hersenen.

Mijn kind werd aan allerlei slangen gelegd. Ze had verschrikkelijk veel pijn. Ik kon niets doen. Overal artsen om haar heen.

Opnieuw gingen we de gangen door. Artsen, chirurgen, oncologen, anesthesisten. Ze werden allemaal opgeroepen om op tweede Paasdag te opereren. Er moest een stukje weefsel weggenomen worden.

Lotte had veel pijn en was erg bang. “ Wat gaat er gebeuren? Heb ik kanker? Ga ik dood? Gaat mijn haar er af? “ vroeg ze steeds.

Ik was heel rustig, onwezenlijk scheen mij het alles te zijn. Je begrijpt niet waar je in beland bent, maar je gaat door. Ik moest er zijn, voor háár. Moed inspreken, troosten, opvoeden ook nog – tussen diagnoses en pijn in.

Dapper zijn voor je kind.

Je moet in een spannende situatie jezelf zien te blijven.

“ Lotte de Heere is er “ herhaalde ik steeds. Het is Pasen! De dominee preekte op Paasmorgen ( was dat gisteren?! ) nog over de tekst:  “Wat zoekt gij de Levende bij de doden? ” Hij leeft! Bij Hem kunnen we terecht!

Lotte was doodsbang. Ik begon te zingen “ Zegen ons, op de weg die we moeten gaan! “
Waar kwam het lied vandaan? Het kwam en ik zong het.
Lotte vond het gek.
 
We hoorden de uitleg van de artsen aan. Lieten hen beslissen wat er moest gebeuren.
Je bidt voortdurend. Je pakt elkaars handen, praat intussen vertwijfeld met God.
Bang zijn kan niet, je kind heeft je nodig.
 
Lotte werd geopereerd. Onderzoeken volgden. Gesprekken. Vragen. Ik bleef `s nachts bij haar, schrok wakker van elk geluid. Hield het niet vol, gelukkig was er het Ronald Mc Donaldhuis.
 
Ze wisten niet welk soort tumor het was en wilden Lotte gelijk een chemokuur geven. Opnieuw volgde een operatie, een dramatische dag was het. Na de operatie ging ze aan het infuus.
 
Als man en vrouw beleefden we deze episode verschillend. Marco ging weer aan het werk, maar ik bleef en ging helemaal onder in de ziekenhuiswereld.
 
De eerste chemokuur volgde. We kregen een documentatiemap met uitleg. Lotte`s haar zou er afgaan. Overal om haar heen zieke kinderen, slangetjes in de neus, leven bij de dag.
Alles stopt. Ons leven leek overgeleverd aan de gebeurtenissen die elkaar in snel tempo opvolgden.
 
“ De Heere zal al uw vijanden verslaan, Hij strijdt “ las ik in Gods Woord. Dit gaf mijn zware moederhart zo`n rust! Ik kon alles loslaten.
 
Tussendoor steeds opnieuw bezoek. Veel mensen die méér ontdaan leken dan wij waren.
“ T Zal je kind maar zijn! O Anneke wat erg! “
Het is vreemd, maar voor ons werd zelf het ergste gewoon. Zo deed de verpleging, en wij ook.
 
Een ander hoort de woorden, maar wij beleefden het. Wij wisten dat Lotte ook beter kon worden. Doordat je elk moment doorleefde was je ook verder in de verwerking.
 
Opnieuw werd de regenboog voor ons van grote betekenis.
Ontelbare malen hebben we hem aan de lucht zien staan in die tijd.
 
Gods trouw!
De boog van de Heere boven ons
Het gebed van iedereen om ons heen
Onder ons Zijn eeuwige armen
 
Als je daar tussen zit, dan denk je:  “ Kom maar op met die chemo! “

 

Geef een reactie