Jozua 1:8,9

Jozua 1 : 8,9 

Mozes was gestorven, God had hem tot zich genomen. Maar voordat het zover was had hij bemoedigende woorden tegen Jozua gezegd: ‘Wees vastberaden en standvastig, want jij zult het volk het land binnenleiden dat de Heer onder ede aan hun voorouders heeft beloofd. Onder jouw leiding zullen ze het in bezit nemen. De Heer Zelf gaat voor je uit, Hij zal je bijstaan en geen moment van je zijde wijken. Wees niet bang en laat je door niets ontmoedigen’. 

In eerdere Bijbelboeken was het land Kanaän beloofd aan het volk Israël. Het boek Jozua vertelt hoe God het land aan Zijn volk gaf. Na alle voorbereidingen in de woestijntijd en in de vlakte van Moab volgde nu de intocht in het land Kanaän. 

Ik gebied je dus: wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen, want waar je ook gaat, de Heer, je God staat je bij. ‘ 

Het is heel duidelijk dat God zelf deze bemoedigende woorden door Mozes had laten zeggen. Na de dood van Mozes had JHWH de woorden herhaald. De gebeurtenis geeft aan dat Jozua leider geworden was in plaats van Mozes. Er is nog wel verschil in terminologie. Terwijl Mozes ‘ dienaar van de Heer’ genoemd werd, werd Jozua ‘de rechterhand van Mozes‘ genoemd. Vermoedelijk zijn de woorden kort na de rouwperiode gesproken. Het gebeurde allemaal in het Overjordaanse, in de buurt van Sittim. 

In de verzen 2 ™ 9 lees je Gods boodschap voor Jozua. Hij kreeg de opdracht om de Jordaan over te trekken, naar het land dat JHWH aan het volk zou geven. Elke plaats waar zij hun voet zouden zetten zou voor hen bestemd zijn, zoals de Heere dat beloofd had. Ter verduidelijking volgde nu een globale beschrijving van het land Kanaän. 

‘Jullie gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de grote rivier de Eufraat met het land van de Hethieten tot aan de Grote Zee in het westen.’ ( vs 4)

Zoals de Heere met Mozes was, zou hij ook met Jozua zijn. ‘ Ik zal u niet begeven en niet verlaten ‘ kreeg Jozua te horen. Op basis van deze belofte klonk de opdracht dat hij sterk en moedig moest zijn. Niet alleen sterk en moedig voor de strijd, maar hij had die houding ook nodig om zich aan alles te kunnen houden wat de wet van Mozes van hem vroeg. Het was Jozua niet toegestaan om naar links of naar rechts uit te wijken. Wanneer gehoorzaamheid aan de wet in praktijk gebracht zou worden dan zou hij voorspoedig zijn waarheen hij ook ging. 

Het wetboek mocht niet verdwijnen uit de mond van de nieuwe leider, hij moest het dag en nacht overdenken of reciteren zodat hij zich er nauwkeurig aan zou houden. Dan zou hij zijn doel bereiken en voorspoedig zijn. De onuitgesproken keerzijde van deze aansporingen was dat de beloften zouden vervallen als Jozua ongehoorzaam zou zijn. 

Gelukkig zei God: ‘Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? ‘ Met deze uitspraak bedoelde de Heere dat Hij zeker zou geven wat Hij van Jozua vroeg. Het was absoluut niet nodig dat hij verschrikt of angstig zou zijn, want God zou met hem zijn overal waarheen hij ging. 

En zo werd Jozua door middel van herhalingen verzekerd van Gods nabijheid. Wat een geweldige manier om het leiderschap te beginnen. 

Dit Bijbelgedeelte heeft ons veel te zeggen. Welke taak wij als christen ook aanvaarden binnen het koninkrijk van God, het moet onze grootste zorg zijn hoe wij dat doen. Wie zich aan Gods wetten houdt mag zich verzekerd weten van Zijn hartelijke liefde en trouw, van Zijn hulp en zegen.