Johannes 8: 19

De enige Weg tot de Vader (3)
U kent Mij niet en ook Mijn Vader niet; als u Mij zou kennen, dan zou u ook Mijn Vader kennen. JOHANNES 8:19 (weergave DB 1545)

In de voorrede van zijn commentaar aan de Galatenbrief schreef Luther het volgende:”In mijn hart regeert dit ene artikel, namelijk het geloof in Christus, uit Wie, door Wie, en tot Wie al mijn theologische gedachten dag en nacht heen en weer vloeien.”Naar eigen zeggen had Luther maar één snaar op zijn lier en wist hij maar één loflied te zingen. HIj wilde van niets of niemand anders weten dan van Christus. Vandaar dat de reformator heel het geloof ‘ door Christus bezield en verzadigd’ wist. Het omvat Hem zoals een edelsteen in een ring is gevat. Het geloof is de trouwring die ons met God in Christus verzoend. Christus neemt onze ziel ten huwelijk. ‘Is dat geen vrolijke bruiloft, als die edele, rijke en rechtschapen Bruidegom met zo’n arme, slechte en haveloze deerne trouwt, haar van alle kwaad verlost, en haar met al Zijn rijkdom tooit?’ schreef Luther vol overgave. Luthers geheim was Christus. De Christus die de dood stierf aan een kruishout. Dit kruis betekent in de eerste plaats Gods volstrekte kritiek op iedere poging van de mens om zichzelf te verlossen. Het kruis is het opgerichte teken van Gods oordeel over alle vlees, lees: over elk mens. Over u, jou en mij. ( Bron: aangevochten geloof, Dr.A.de Reuver )

De enige weg is Jezus, om Hem gaat het. Bij Hem moeten we zijn. De naam Jezus betekent: God redt. Christus is de Griekse vertaling van ‘Messias’ en betekent:’ Gezalfde’. Hij is werkelijk in alles Eén met de Vader. (Joh. 10: 30)’ Ik en de Vader zijn Eén’.

(Joh 17:21-23)’ Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent, en Ik in U, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden’was Zijn vurige gebed.

Jezus is onze enige God en Redder. ( Tit.2: 1)
‘In afwachting van het geluk waarop wij hopen, de verschijning van de majesteit van de grote God en onze Redder, Jezus Christus. Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, om ons te reinigen, en ons tot Zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen.’

Het doen van goede werken, op zich is niet verkeerd. Maar het kan onze ziel niet redden van de dood. Alleen Christus kan dat. Dat is omdat Hij de eeuwige Zoon van God is, die door Zijn Vader voorbestemd was om de gevallen wereld te redden van de eeuwige ondergang. Als je nadenkt over de gang die Jezus wilde maken, dan begin je daar iets van te begrijpen. Hij was van eeuwigheid in alle heerlijkheid, bij Zijn Vader in de hemel. 

 De HEERE bezat Mij in het beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan.
23 Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van den aanvang, van de oudheden der aarde aan.
24 Ik was geboren, als de afgronden nog niet waren, als nog geen fonteinen waren, zwaar van water;
25 Aleer de bergen ingevest waren, voor de heuvelen was Ik geboren.
26 Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, noch de aanvang van de stofjes der wereld.
27 Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef;
28 Toen Hij de opperwolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen des afgronds vastmaakte;
29 Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde;
30 Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende;
31 Spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen.

Deze passage gaat in eerste instantie over de wijsheid, maar ligt aan de basis van diverse verklaringen in het Nieuwe Testament over Christus, die Gods wijsheid is. ( 1 Kor. 1: 24, 30/ 2: 2 )  Zie ook de uitleg van de kanttekeningen. https://statenvertaling.nl/tekst.php?bb=20&hf=8&ind=1#startgzie opmerking 63 

Jezus verliet vrijwillig deze volmaakte toestand, Hij wilde geboren worden als een mens, bij Maria, en kwam in de grootste armoede terecht. Zijn leven hier op aarde was een aaneenschakeling van ontbering en verzoeking. Hij werd door de mensen veracht, en niet geloofd. Hij leed een onrechtvaardig vonnis, en liet zich vervolgens op de meest gruwelijke manier doden. Dit alles heeft Hij voor ons gedaan. Wat de meeste mensen absoluut niet beseffen, heeft Hij overzien: Hij had ons niet over voor de eeuwige dood en ondergang. Daarom heeft Zijn Vader Hem na dit lijden en sterven verhoogd. Nu is Hij in de hemel, en bidt voor ons. 

Christus zei bij Zijn komst in de wereld:
‘Offers en gaven hebt U niet verlangd. Maar U hebt Mij een lichaam gegeven. Brand- en reinigingsoffers behaagden U niet. Toen heb Ik gezegd: ‘Hier ben Ik’, want dit staat in de boekrol over Mij geschreven: ‘Ik ben gekomen, God, om Uw wil te doen.’ Op grond van die wil zijn wij voor altijd geheiligd, door het offer van het lichaam van Jezus Christus. ( Hebr. 10: 5-10 ) 

Door Jezus` offer zijn wij vrij! Het enige dat Hij van ons vraagt, is om te geloven wat Hij ons in Zijn Woord beloofd heeft. Misschien zeg je dat je niet zomaar kunt geloven. Dat klopt. 

Het geloof komt door het lezen van de Schriften. ( Joh. 20: 31 / 1 Joh. 5: 13)
Het geloof komt door het luisteren naar het Evangelie ( Joh. 17: 20/ Hand. 15: 7)
Het geloof komt van de Heilige Geest ( 1 Kor. 12: 9 )
Het geloof komt van God, de Vader, en van God de Zoon ( Efeze 6: 23 )
Het geloof is een gave ( Efeze 2: 8/ Filip. 1: 29 ) 

Als we geloven dan gaat Gods woord in ons werken ( 1 Tess. 2: 13 ), we ervaren Gods vreugde ( Hand. 16: 34), wij gaan binnen in Gods rust ( Hebr. 4: 3 ), we hebben toegang tot God ( Efeze 3: 12), we leven in vrede met God ( Rom. 5: 1), we ontvangen het eeuwige leven( Joh. 3: 14-16), vergeving van zonden( Hand. 10: 43), we worden bevrijd van het oordeel ( Joh. 3: 17), we worden kinderen van God( Joh. 1: 12/ Galaten 3: 26), we zijn gered, ( Hand. 16: 30-31) we zijn gered van de dood ( Joh.11: 25, 26), we zijn innerlijk gereinigd ( Hand.15: 9 ) en we zullen deel krijgen aan het koninkrijk ( Hand. 26: 18 )!

Dat zijn heerlijke beloften, je kunt ze allemaal vinden in Gods Woord, dat niet liegen kan.
Er loopt echter een diepe breuklijn tussen onze wijsheid en de wijsheid van God. God is radicaal anders dan wij via ons knapste denken kunnen vermoeden. Het kruis trekt een diepe kerf door onze intellectuele pretentie. Het is de onverbiddelijke storing in iedere poging om met ons verstand vat te krijgen op God. Want God openbaarde zich niet in glans en glorie, maar in lijden en sterven. Daarin laat zich duidelijk waarnemen dat Hij totaal anders is dan wij ooit hadden kunnen denken. In machteloosheid en verlatenheid, in wonden en bloed. Dit is de manier waarop God Zich te kennen geeft. In de gekruisigde Heer Jezus verklaart Hij ons Zijn hart. Nu wordt ons duidelijk waarom Luther heel de ware theologie gelegen zag in de gekruisigde Christus. 

Juich voor de Heer om Hem te loven,
Oprechte mensen, huldig Hem.
Haal uit je hart een lied naar boven,
Leg alle liefde in je stem.
Zing bij de akkoorden,
Speel met nieuwe woorden,
Zing bij harp en luit.
Maak de mooiste klanken,
Om de Heer te danken,
Zing het vrolijk uit. 

Nooit zal Hij Zijn belofte breken,
Betrouwbaar is al wat Hij zegt,
Zijn daden op de aarde spreken
Van goedheid, liefde, trouw en recht.
Zijn bevel bepaalde,
Dat het zonlicht straalde.
Land en oceaan
Heeft de Heer gescheiden
Zeeën en getijden
Liet de Heer ontstaan. 

Laat wie op aarde wonen, beven
Vol eerbied en ontzag voor God.
Hij spreekt één woord, en er is leven
En alles staat op Zijn gebod.
Wat de volken samen
Zonder God beramen
Wordt door Hem ontkracht.
Niets kan Hem beletten
Plannen door te zetten
Die Hij heeft bedacht. 

Het volk dat God vereert als Koning
Is Zijn gezegend eigendom.
De Heer ziet uit Zijn hoge woning
Naar alle stervelingen om.
Wat zij overleggen,
Wat zij doen of zeggen
Weet de Heer meteen.
Hij die hen formeerde,
Ieder hart boetseerde,
Kijkt door mensen heen. 

Geen koning kan de oorlog winnen
Dankzij een grote legermacht.
Met paarden kan hij niets beginnen
Al hebben ze nog zoveel kracht.
Maar God zal bevrijden
Wie Zijn Naam belijden.
Wie in hongersnood
Hulp van Hem verwachten
Geeft Hij nieuwe krachten,
Redt Hij van de dood. 

Verlangend staan wij uit te kijken
Naar onze Redder, onze Heer.
Hij is ons Schild dat niet zal wijken
In liefde ziet Hij op ons neer.
Al zijn zegeningen
Zullen wij bezingen
Ja, Hij maakt ons blij!
Heer wil aan ons denken
Ons Uw zegen schenken,
U verwachten wij!