Johannes 6:29

De ware godsdienst (1)

Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk Gods, dat u gelooft in Hem, Die Hij gezonden heeft.

JOHANNES 6:29 (weergave DB 1545)

Er is maar één essentieel werk dat de Heere God van ons vraagt:
Geloven in Hem, die Hij naar de aarde gezonden heeft.
Met die Gezondene wordt Jezus Christus bedoeld, zoals Hij in Joh.6:35 bevestigt. Geloven in Hem is het werk dat God van ons vraagt.
Geloven in Hem is de voorwaarde om het geluk dat altijd zal blijven –  het eeuwige leven –  te ontvangen.
Wat Jezus hier gezegd heeft is een bevestiging van eerder gesproken woorden. 

(Joh.3:16 / 3: 36 ). Zo deed Hij dat altijd. Er was Niemand geduldiger dan Jezus. Nooit werd Hij het moe om uitleg te geven over het eeuwige leven. Dat kwam omdat Hij wist dat alleen het geloof in Hem het ultieme geluk kan betekenen voor de mensziel.
Geloven wordt een werk genoemd door de Heere Jezus omdat het een daad betreft die zich uit in een blijvende levenshouding. ( Joh. 5: 24)
Geloven in de Heere Jezus Christus houdt in: erkennen dat Hij de Christus is ( vgl.Joh. 6: 69/20: 31 ). In Hem je vertrouwen stellen voor je verdere leven ( Hand. 16: 31). 

Dit thema was erg belangrijk voor Johannes. Het woord pisteuo ( geloven)  komt bijna honderd keer voor in zijn beschrijving van het evangelie van Jezus, en maakt dat daardoor het centrale thema van de Johannesbrief. 

Wat en in Wie moeten we geloven?
Dat Jezus de Christus is ( Joh. 20: 31/ 1 Joh.5:1)
Dat Jezus de Zoon van God is ( 1 Joh.5:5)
Dat Jezus is opgestaan uit de doden ( Rom.10:9)
De geschriften van het Oude Testament ( Luc.24:25/Joh.5:46,47)
Gods beloften ( Rom.4:20,21)
Het Evangelie ( Marc.1: 15/ 1 Kor.15:1,2)
Gods geboden ( Psalm 119:66)
Christus ( Joh.2:11/ Hand.16:31)
De profeten ( Ex.14:31/ 2 Kron.20:20)
De Zoon van God ( 1 Joh.3:23)
God ( Exodus 14:31/ Joh.14:1) 

Het geloof is eigenlijk niet te beschrijven. Het vult ons hart met grote vreugde en diepe vrede. Het geloof legt de grondslag voor alles waarop we hopen. Het overtuigt ons van de waarheid van wat we niet zien. Om hun geloof werden mensen uit vroeger tijden geprezen. Door het geloof komen we tot het inzicht dat de wereld door het woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het niet-zichtbare. ( Hebr.11: 1-3).