Johannes 6: 63, 64

De Geest is het die levend maakt, het lichaam dient tot niets.De woorden die Ik tot u spreek zijn Geest en leven. Maar er zijn sommigen onder u die niet geloven. ( Johannes 6: 63,64)

 Het aardse bestaan kan jullie niet redden. Alleen de Heilige Geest geeft het eeuwige leven. Als je Mijn woorden gelooft, zul je de Heilige Geest krijgen, en zul je leven. Maar sommigen van jullie geloven Mijn woorden niet. ( Johannes 6: 63,64) 

Bovenstaande woorden weerklonken in de synagoge van Kapernaüm. Ademloze stilte ving ze op. Jezus had het over het eten en drinken van Zijn vlees en bloed. Een bloedstollende gedachte zo op het eerste gehoor. Het verschil tussen wel en niet begrijpen van deze uitspraak lag in de manier waarop er naar Gods woorden geluisterd werd. Door de Geest, of alleen maar met natuurlijke oren. Het laatstgenoemde kan in geestelijk opzicht niets voor ons doen, het leidt niet tot het geloof in Jezus Christus. De mens zonder de Heilige Geest en zonder het eeuwige leven kan Jezus` woorden niet begrijpen. Daar staat tegenover dat de Geest levend maakt. ( vs 33) Ook in Joh. 3: 5,6 maakte de Heere Jezus dit verschil duidelijk. 

Eten en drinken van Jezus` vlees en bloed moet je geestelijk interpreteren. Het is het Evangelie aannemen en naleven. Dat doet niemand in eigen kracht. Wie gelooft, is door genade levend gemaakt. De Heilige Geest wekt het geestelijke en eeuwige leven in ons op, Hij voedt het elke moment, elke dag, en Hij onderhoudt het ook.Gelukkig maar. 

Geestelijk levende mensen begrijpen en geloven alle woorden van Jezus. Dat betekent niet dat ze geen strijd hebben met een radicale navolging. Maar de Geest geeft kracht en wijsheid, Hij geeft alles wat een gelovige nodig heeft om Hem te geloven, en na te leven. 

Jezus wist dat niet iedereen die Hij op Zijn rondwandeling op aarde tegenkwam, in Hem geloofde. Toch liet Hij zich daardoor niet door ontmoedigen. Laat staan dat Hij Zijn proclamatie van het Evangelie staakte. Onverdroten ging Hij door, tot Hij op Golgotha de laatste adem uitblies. Hij wist Zich altijd gesterkt door de aanwezigheid en kracht van Zijn hemelse Vader. ( Johannes 5: 19-43) Zo mogen wij dat ook zijn. 

De wereld zoals wij die nu kennen, met al het lijden, is nooit de wereld die God zich voorgesteld had. Wij mensen zijn gevallen. Maar Jezus bleef staande, en zonder zonde. Daarom werden Gods beeld en gelijkenis zichtbaar in Zijn leven. God de Vader heeft Hem gezalfd met de Heilige Geest en met kracht. Zo ging Hij door het land, terwijl Hij goeddeed en allen die door de duivel overweldigd waren, genas. Want God was met Hem. ( Handelingen 10: 38). 

Wie het geloof ontvangt, legt eigen plannen, wil en dromen in Zijn handen. Hij mag de regie van ons leven overnemen. We laten ons denken en doen door Hem vernieuwen. We stemmen alles af op Hem.