Johannes 15: 1-8

Ik ben de ware wijnstok, en mijn Vader is de wijnbouwer. Iedere rank aan Mij die geen vrucht snijdt, Hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt, snoeit Hij bij opdat hij meer vrucht draagt. Jullie zijn al rein door alles wat Ik tegen jullie gezegd heb. Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen, als jullie niet in Mij blijven. Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft, en Ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder Mij kun je niets doen. Wie niet in Mij blijft, wordt weggegooid als een wijnrank en verdort. Hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. Als jullie in Mij blijven, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en Mijn leerlingen zijn. 

Het afscheid van de aarde en de mensen voor wie Jezus zich arm gemaakt had, was bijna aangebroken. De laatste maaltijd een feit. Jezus had steeds goede en mooie woorden gesproken. Ze waren vol troost, Geest en leven. Hij was al pratend van de maaltijd opgestaan en had de eetzaal verlaten. Voordat Hij naar buiten ging, richtte Hij opnieuw het Woord tot hen. De ontknoping van het mysterie van Zijn leven was dichtbij, en Hij had nog heel veel te zeggen want Hij wist dat de leerlingen eigenlijk nog niet in staat waren om te begrijpen waarom het allemaal ging. Daarom greep Hij terug op eerdere gedane uitspraken. ( Johannes 14: 20 ) Jezus deed dat in de vorm van een gelijkenis, die van de wijnstok en de ranken. Aan de tafel had Hij de beker laten rondgaan als teken van de hechte gemeenschap en liefde die er tussen Hem en Zijn leerlingen was ontstaan. Daarom gebruikte Jezus dan ook het beeld van de wijnstok en de ranken. Het was geen onbekend beeld, het refereerde aan het Oude Testament waarin de wijnstok model stond voor het volk Israël. Helaas had het daar niet voldaan aan het beeld van de ideale wijnrank. ( Psalm 80:9, 15 / Jeremia 2: 21 / Efeze 15: 2 / Hosea 10 : 1) 

 

Voor Jezus Zelf lag dat heel anders. Hij had het volste recht om te zeggen dat Hij de echte Wijnstok was. Om Zijn woorden nog eens extra kracht en waarheid bij te zetten, zei Jezus bovendien dat Zijn Vader de Wijnbouwer was. Het woord dat hier gebruikt wordt – georgos – is eigenlijk iemand die de wijnstok verzorgd. In de gelijkenis gaat het om de aanduiding van de Vader die de Zoon uitermate goed begeleidde en altijd bij Hem was. 

In zijn zorg voor de wijnstok doet de wijnbouwer ieder seizoen twee dingen. 

  1. Met een scherp snoeimes snijdt hij dode takjes en twijgen weg. Ze dragen geen vrucht, dus ze kosten alleen maar energie. 
  2. De ranken die wel vrucht dragen zuivert hij. Dat wil zeggen dat hij alles wat het vrucht dragen van de wijnstok in de weg staat, wegsnoeit. 

Dat snoeien gebeurde in het voorjaar en najaar. 

Alles wat de wijnbouwer doet, is een duidelijke illustratie van het handelen van de Vader in de hemel, aldus Jezus. Wie in Jezus Christus gelooft, is een wijnrank in de wijnstok Christus geworden, een leerling van Hem. Helaas zijn er volgelingen van Jezus die helemaal geen vrucht dragen, daarom worden ze van Hem weggesneden, weggehaald. In de verhaallijn is het goed mogelijk dat Jezus doelde op Judas. Toch moeten zijn woorden een diepe indruk achtergelaten hebben op de leerlingen. Het zou nog maar even duren, of iedereen zou van Hem wegvluchten en Hem aan Zijn lot overlaten. Je kunt begrijpen hoe bang de leerlingen later waren toen ze in de Opperzaal alle deuren en ramen gesloten hielden. Ze moeten gedacht hebben dat hun situatie hopeloos was, en ze voor altijd van de wijnstok Christus afgesneden waren. Het zuiveren gebeurde door de woorden die Jezus sprak. Dat was toen ook al duidelijk geworden. 

‘ Ga naar Mijn broeders en zusters! En zeg tegen hen dat Ik opstijg naar Mijn Vader, die ook jullie Vader is. Naar mijn God, die ook jullie God is. ‘ ( Johannes 20: 17) zouden Jezus eerste woorden zijn, nadat Hij Maria gesproken had. Geen seconde had Hij Zijn leerlingen vergeten, integendeel. Jezus beschreef de verhouding tussen Hem en de leerlingen als familiebanden, Hij maakte Zijn eigen Vader ook die van hen, ondanks alles wat er was gebeurd. 

Het Woord van Jezus maakt rein, dat zei Jezus ook. Maar het was daarvoor noodzakelijk om in Hem te blijven. Uit zichzelf konden de leerlingen geen vrucht dragen. Zoals de rank dat ook niet kon. Wie in Hem bleef, zou nooit door God verlaten worden. In de zin ‘ Ik in U ‘ moet je het werkwoord ‘ blijven ‘ zetten.  ( Ik moet in je hart, in je leven blijven ) Juist die innige levensgemeenschap en die unieke verbondenheid vormde de basis voor het vruchtdragen. 

Onwillekeurig vraag je je af wat dat nu concreet inhield, vruchtdragen. Het staat er niet bij. Waarschijnlijk ging het erom dat ze de hele wereld lieten zien dat ze bij Jezus hoorden, dat er een hechte, onverbrekelijk band, was, en liefde. Onlosmakelijk daarmee verbonden was het nieuwe leerlingen winnen voor Hem en voor Zijn heerlijk koninkrijk. Daardoor wilde God de Vader Zijn grootheid laten zien. Toen de Heilige Geest uitgestort werd ( Hand. 2 ) zie je duidelijk dat dit werkelijkheid werd. 

Wie iets beseft van de diepe val van ons mensen in het Paradijs, en daar verdrietig over is, begrijpt de hoopvolle essentie van het Evangelie van Jezus Christus. 

Onze arme wereld, vol rampen, gevaren, onheil en verdriet is niet wat God voor ogen had toen Hij alles schiep.

Toch heeft het donkere, negatieve niet het laatste woord. Het laatste Woord is aan de Vader, die alles uitdacht om ons te redden. Het laatste Woord is aan de Zoon die arm werd om ons onuitsprekelijk rijk te maken. Gelukkiger dan ooit. Je kunt het lezen in Openbaringen 21. 

‘ Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en aarde zijn voorbij gegaan, en de zee is er niet meer. Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. 

Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. Ik hoorde een luide stem vanaf de troon die uitriep: ‘ Gods woonplaats is onder de mensen. Hij zal bij hen wonen. Zij zullen Zijn volk zijn, en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht geen pijn, want wat eerst was, is voorbijgegaan. Hij die op de troon zat zei: ‘ Alle dingen maak Ik nieuw! ‘ ik hoorde een stem zeggen: ‘ schrijf het op, want wat hier gezegd wordt is betrouwbaar, en waar. Toen zei Hij tegen mij: ‘ Het is voltrokken! Ik ben de Alfa en de Omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron van het water dat leven geeft. Wie overwint, komen al deze dingen toe. Ik zal Zijn God zijn, en hij zal Mijn kind zijn. Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich in hebben gelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend, hun deel is in de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood. ‘ 

Het is dus uiterst belangrijk om in Jezus te blijven. Dan zal de rank van ons leven elke dag  goed verzorgd worden, en bijgesnoeid van tijd tot tijd, om steeds weer vrucht te mogen dragen voor Hem. Hier in het begin, en straks voor eeuwig. Dan zal de grootheid van de Vader zichtbaar worden. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust. De troon van God en van het Lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen Hem vereren en Hem met eigen ogen zien, en Zijn Naam staat op hun voorhoofd. Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet meer nodig. Want God de Heer zal hun licht zijn. Alle ranken zullen als koningen heersen in alle eeuwigheid. ( Openbaringen 22: 1-5) 

Dit vind ik een leuk liedje bij de ondertitel van de preek: goed rekenen.