Johannes 10: 14-15

Ik ben de goede Herder, en ken de Mijnen, en de Mijnen kennen Mij; zoals Mijn Vader Mij kent, en Ik de Vader ken – en Ik geef Mijn leven voor de schapen.

Jezus hield al van ons voordat wij bestonden. Toen Hij op aarde was, deed Hij Zijn uiterste best om de mensen uit te leggen wat dat inhield. Jezus kende elk mens bij naam en kende ook hun hart. Dat is geweldig mooi. Zo is het nog steeds. Daarom is Hij het grootste geluk van alle mensen die in Hem geloven.

Jezus deed er Zijn uiterste best voor om iedereen zonder voorbehoud naar Hem toe te laten komen. Door Zichzelf met een goede herder te vergelijken, openbaarde Hij zich op een eenvoudige manier als degene die door God gezonden was. Hij kende zijn schapen bij naam en werd door hen gekend. Er bestond een vertrouwensband tussen Hem en Zijn volgelingen. Het kennen waarover het hier gaat is niet in de eerste plaats een verstandelijk kennen, maar moet je opvatten als een vertrouwelijke relatie die er bestond. “ Ik ben de Goede Herder, Ik ken de Mijnen en de Mijnen kennen Mij zoals de Vader Mij kent “ zei Jezus.
Ta ema ( het mijne ) is de kudde van de Goede Herder die Hem gegeven werd door God de Vader. Omdat de schapen Hem toebehoren herkennen ze Zijn stem.

In de grondtaal staat er verder: ten psuchen mou tithemi – Ik geef Mijn leven voor de schapen. Het betekent veel meer dan: het leven riskeren. Het is: je leven opofferen ten gunste van een hoger doel. Tegen de achtergrond van het verzoeningswerk dat Jezus heeft gedaan moet je het lezen als: je leven opofferen voor anderen. Zo was het ook. Jezus heeft intens geleden en is uiteindelijk gestorven aan het kruis van Golgotha om ons weer met God de Vader te verzoenen en onze ziel weer volkomen gelukkig te maken.

Desalniettemin was het lijden van Jezus Christus niet in woorden uit te drukken. Het was zo groot dat Hij eenmaal aan het kruis hangend met luide stem geroepen heeft:  Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?

Deze uitroep was profetisch en vind je terug in Psalm 22:2 waar de dichter aangeeft wat hem bezighield en hoe verlaten hij zich voelde door God. Jezus heeft zich ook zo gevoeld toen Hij tussen hemel en aarde hing en door alle mensen verlaten was. ( Matth. 27: 46)
Het was aardedonker toen Jezus dat uitriep. Er bestaat een nauwe samenhang tussen de duisternis op aarde en de verlatenheid van de Heere Jezus. Het was het dieptepunt van de weg die Jezus moest gaan. Het was de uitroep van iemand die intens leed maar toch nog hoopte op de bescherming van Zijn Vader. Geen opstand of wanhoop bij Jezus in deze laatste ogenblikken van Zijn leven, wel gehoorzaamheid aan Zijn roeping. ( Jesaja 53: 7 )

Als je zo over de Heere Jezus nadenkt, krijg je diep ontzag voor Hem. Hij is Goddelijk, ver verheven, maar ook vriendelijk en uiterst dichtbij. Hij ziet ons in het licht van de eeuwigheid, maar tegelijkertijd behandeld Hij ons als een goede herder die vertrouwelijk met zijn schapen omgaat. Omdat Hij overal is, in de hemel en op de aarde, is de weg naar Hem toe kinderlijk eenvoudig. Het enigste wat je moet doen is dit: je hart en leven aan Hem overgeven.