Geen enkele christen ontkomt aan de vraag hoe het mogelijk is dat een Mens als Jezus het zwijgen opgelegd werd. “ Nooit heeft een mens zó gesproken! “ zeiden de dienaren van de farizeeën toen ze samen met de priesters onverrichterzake naar hun opdrachtgevers terugkeerden. Dat was maar korte tijd voordat Hij gevangen genomen en gedood zou worden. ( Johannes 7 : 46 )
Jezus Christus was niet in Zijn woorden te vangen. Enkele redenen daarvoor waren Zijn onvergelijkelijke wijsheid en kennis.
Zelfs Salomo – die toch bijzonder gezegend was door de Heere – kon deze wijsheid niet evenaren. Er was Iemand op het wereldtoneel verschenen die uniek was in al Zijn hoedanigheden. Zondeloos en onbesmet. Toch een mens, tegelijkertijd God.
Hoewel Jezus tot op zekere hoogte bereid was om de discussie over Zijn persoon aan te gaan, heeft Hij er uiteindelijk het zwijgen toe gedaan. ( Math. 22 : 45 / Math. 26 : 62 )
Dat was geen onkunde van Hem, nog minder onmacht. Hij was gebonden en gemarteld nog evengoed in staat om met Zijn rede de mensen te overtuigen. Hij was volkomen in staat om Zichzelf van het kruis te ontdoen, en snel terug te gaan naar de heerlijkheid die Hij bij Zijn Vader had.
Hij kende de mensen allemaal. Hij wist waar zij vandaan kwamen, en waar ze heengingen. Hij kende hun gedachten, en hun plannen. ( Joh. 2 : 24 : omdat Hij iedereen kende en het niet nodig had dat iemand van de Mens getuigde, want Hij wist Zelf wat er in de Mens was. )
Er is niemand die Jezus van Zijn apropos brengt. Geen enkele gedachte of handeling is onduidelijk voor Hem. Hij kent er de oorsprong en het einde van.
Jezus kent onze gedachten voordat wij ze uitspreken. Niets is verborgen voor Zijn ogen. “ Waarom denkt u kwaad in uw harten? “ ( Math. 9: 4 )
Op basis van dit weten voorzegde Hij talrijke dingen die Zijn vijanden en vrienden zouden doen. “ want Jezus wist van het begin af aan wie het waren die niet geloofden, en wie het was die Hem zou overleveren. “ ( Joh. 6 : 64 )
“ Nu al zeg Ik het u, al voordat het gebeurt, opdat u, wanneer het gebeurt, zult geloven dat Ik het ben. ( Joh. 13 : 19 )
De enige reden waarom de Heere Jezus dit deed, was om ons te laten geloven dat Hij de Zoon van God is. De IK BEN. ( Exodus 3 : 14 / Jesaja 43 : 10 )
Zoals wetenschappers naar data zoeken om de waarheid van hun overtuiging te borgen, zo is de omvang van Jezus` kennis een overtuigende waarheid voor het geloof in Zijn Godheid. “ Nu weten wij dat U alles weet en niet nodig hebt dat iemand U vraagt. Hierom geloven wij dat U van God bent uitgegaan. “ ( Joh. 16 : 30 )
Voor ons – aardse mensen met beperkte gedachten – is het mooiste wat Hij gezegd heeft dit, dat Hij Zijn Vader volmaakt kent. Wij kennen Hem maar zo fragmentarisch. Maar de Heere Jezus kent Hem helemaal. Door heel Zijn doen en laten hier op aarde heeft Hij ons willen leren Wie Hij is, en wat Hij in Zijn Zoon voor ons heeft gedaan.
Alles buiten deze kennis kan in essentie niets voor ons doen. We blijven mensen, die sterven moeten. Daarom is de Heere Jezus gekomen. Hij alleen is onze bewondering waard. Hij kan ons de Vader laten zien ( Math. 11 : 27 ) . Hij kan ons hart met wijsheid vullen die onweerlegbaar is. ( Lucas 21 : 15 ) Hij weet hoe Hij alle dingen kan laten meewerken ten goede. ( Rom. 8 : 28 )
Hij faalt nooit! ( Joh. 8 : 16 ) Integendeel, Hij leert ons Gods weg met onfeilbare waarheid. ( Math. 22 : 16 )
Vertrouw Hem! Bewonder Hem. Volg Hem. Want in Hem zijn alle schatten van de wijsheid en kennis verborgen. ( Kol. 2 : 3 )