Jeremia 31: 33

Dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël maken zal, spreekt de Heere. Ik zal Mijn Wet in hun binnenste geven, en zal die in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot een Volk zijn. ( Jeremia 31: 33 ) 

In de voorgaande profetieën van Jeremia werd al op allerlei manieren gezinspeeld op verbondsherstel. In de verzen 31 tot en met 34 kwam deze profetie van Jeremia tot een climax. God zelf zou ervoor zorgen dat er een positieve wending zou komen voor het volk van Israël en het huis van Juda. Het was een heel ander verbond dan het voorgaande, toen JHWH zijn volk als een vader bij de hand genomen had en het uit Egypte leidde, om het bij de berg Horeb Zijn leefregels en geboden bekend te maken en mee te geven. ( Exodus 19-24)

Maar het volk had het verbond verbroken ondanks het feit dat het aan God toebehoorde. Toch, ondanks alles, zou God een nieuw verbond met Israël sluiten, het zou Zijn Thora in hun harten schrijven. Dat reikte veel verder dan de verbondssluiting bij de SinaÏ toen de Heere Zijn Thora op stenen tafelen schreef. Hoewel reeds in Deuteronomium het ideaal naar voren gekomen was dat de Israëlieten Gods woorden in hun hart bewaarden, en er werd uitgezien naar een verbondsherstel waarbij de Heere het hart van het volk zou besnijden, was dit ideaal in vroeger tijden nog niet gerealiseerd. Het probleem was gelegen in het feit dat het hart van de Israëlieten niet echt aan de Heere gewijd was, en gekenmerkt werd door halsstarrigheid en verdorvenheid. Jeremia zei zelfs dat de zonde diep in het hart van de Israëlieten gegrift was, en dat ze niet in staat gebleken waren om het woord van God te bewaren. 

Hoe troostrijk en bemoedigend was het dan ook dat de Heere Zelf deze keer verzekerde dat Hij het was die de Thora in de harten van de mensen zou schrijven. Op die manier bewerkte Hij een innerlijke verandering die ervoor zou zorgen dat het volk eindelijk zou gaan leven volgens de wetten en regels van de Heere. Het gevolg zou zijn dat het volk de beloften van God in vervulling zou zien gaan. ‘ Ik zal hen tot een God zijn, en zij zullen Mijn volk zijn. ‘ ( Jer. 30: 22 / Exodus 6: 6 ) 

De mensen zouden een persoonlijke wandel en relatie met de Heere hebben. Klein en groot zou de Heere kennen en weten dat hun zonden vergeven zouden zijn. ( Exodus 34: 6, 7). Alle oordelen en straffen die vroeger over hen zouden zijn uitgesproken, zouden zijn opgeheven. Er zou helemaal geen sprake meer zijn van ongerechtigheid om de eenvoudige reden dat alle zonden van harte vergeven zouden zijn. In het nieuwe verbond zou de oude verbondssluiting gecontinueerd worden in de meest ideale vorm: God Zelf zou de heilige wet in het hart van de Israëlieten schrijven. Het gaat dus om een nieuw verbond met nieuwe, verdiepende aspecten. Wat een rijke beloften van God zijn dat. 

Het Nieuwe Testament maakt ons duidelijk dat het nieuwe verbond aangevangen is bij de dood en opstanding van de Heere Jezus Christus. Als je de instellingswoorden van het Heilig Avondmaal leest, dan wordt dit je duidelijk ( Lucas 22: 20 ).Toch bleven nog veel beloften uit de profetie van Jeremia  onvervuld. Ze zijn Anno 2023 nog niet vervuld. 

De apostel Paulus zette het oude verbond, geschreven op stenen kleitabletten, in contrast met het nieuwe verbond dat geschreven was in de harten en geesten van de mensen. Hij richtte zich daarbij vooral op de centrale rol van de Heilige Geest. ( 2 Kor. 3: 6)  In Romeinen 2: 14-29 toonde Paulus aan dat er heidenen zijn die door hun levenswandel laten zien dat de wet van God in hun hart geschreven is. Uit deze woorden blijkt duidelijk dat niet alleen de Joden aanspraak kunnen maken op de beloften van God. 

Paulus had het ook over de verwachting van een toekomstige bekering van het volk van Israël. Deze woorden heeft hij ontleend aan de profetieën van Jesaja 59: 21. De brief aan de Hebreeën haalde de woorden van Jeremia ook aan en stelt ons Jezus voor als de volmaakte Hogepriester. Zijn offer alleen was volmaakt, en kan ons volkomen zalig maken. ( Hebreeën 3) 

Wij, gewone mensen, zondigen helaas. We kunnen met grote liefde in ons hart veel voor de Heere en voor zijn dienst overhebben. Maar we kunnen onze medemens niet redden, zelfs al zouden we ons leven voor de ander opofferen. De enige Redder van mensenzielen is Jezus Christus. Als je dit gelooft, werkt dat bijzonder bevrijdend. Er is geen offer meer nodig, en geen offerdienst. Alles is volbracht!