Goed bericht! ( 1 )

2 Koningen 7
De profeet Elisa had grote dingen gedaan voor meerdere koningen van Israël.  Menselijkerwijs gesproken hadden zij hun leven en de overwinningen die zij behaalden aan zijn gebeden en profetieën te danken. Nu zou je verwachten dat de Bijbel melding zou maken van de eer die Elisa te beurt zou vallen. Maar niets van dat alles! Niemand had daar ook maar in de verste verte aan gedacht. Gelukkig gaf de profeet daar niets om, onverdroten ging hij verder met zijn Goddelijke opdracht. Op een gegeven ogenblik werd de stad Samaria belegerd door de koning van Aram. Telkens wanneer hij in overleg met zijn bevelhebbers besloot om bij een bepaalde plaats zijn kamp op te slaan, liet Elisa de koning van Israël waarschuwen dat hij uit de buurt moest blijven, omdat er een nieuwe vijandelijke aanval te verwachten was. Elisa gaf nu eens adviezen over de aanvalstechnieken, dan weer vertelde hij de koning hoe hij zijn krijgsgevangenen moest behandelen. 
Op een dag werd Samaria opnieuw belegerd. Deze keer door koning Benhadad van Aram. Het beleg duurde zo lang dat er in de stad een groot tekort aan voedsel ontstond. De mensen leden honger. Dat ging zo ver dat ze waanzinnig werden, en overgingen tot het eten van mensenvlees. Een verschrikkelijke situatie! Toen de koning dat hoorde, scheurde hij zijn kleren als teken van rouw, en riep woedend uit: “ God mag met mij doen wat hij wil, als het hoofd van Elisa, de zoon van Safat, vanavond nog op zijn romp zit! “ Het zag er dus niet al te best uit voor Elisa. Zoals gewoonlijk kreeg hij weer de schuld van alle narigheid.
De Heere had zijn knecht gelukkig al bekendgemaakt wat de wrede koning van plan was. Vlug gaf Elisa – die waarschijnlijk de oudsten van Israël op bezoek had omdat ze hem om raad kwamen vragen – de opdracht om de deur te sluiten. Hij wist nog maar al te goed dat Achab, de vader van de koning, veel moorden gepleegd had. Er stond hem niet veel beters te wachten! Daar kwam de bode van de koning al aan! “ De Here heeft deze ellende over ons gebracht! “ riep hij. Het heeft totaal geen zin om nog iets van Hem te verwachten! Wat erg, de koning toonde geen greintje Godsvertrouwen.
“ Luister naar wat de Heere te zeggen heeft! “ antwoordde Elisa. “ Dit zegt de Here: morgen om deze tijd zal een schepel tarwebloem in de stadspoort van Samaria één sjekel kosten, en twee schepel gerst ook één sjekel.” Ongelooflijk om iets over eten te horen in  deze geteisterde tijden! Gerst en tarwe, wanneer hadden ze dat voor het laatst gezien? Geen idee.
Onverdroten ging Elisa verder met zijn profetie. Hij zei: “ morgen om deze tijd is alle ellende voorbij. Let op mijn woorden! Want het zijn de woorden van God. De adjudant van de koning keek hem ongelovig aan. “ Dat kan nooit. Zelf niet als er graan uit de hemel zou vallen! zei hij met een afkeurende toon. 
Maar Elisa zei: “ U zult het zelf nog meemaken, maar u zult er niet meer van eten. “ 
Wat een woorden! Het betekende een doodsoordeel over de hoofdman van Israël. Hij sprak openlijk uit dat hij Elisa`s voorspelling niet geloofde. Hij was een hoveling die bij de koning in de gunst stond en op wiens hand de koning leunde, in wie hij veel vertrouwen stelde. Er werd een rechtvaardig oordeel over hem uitgesproken. De Heere rekende hem zijn ongeloof aan de woorden van Zijn knecht bijzonder ernstig aan. Want het was ongeloof aan de souvereiniteit en almacht van God.
 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *