Vraaggesprek met een tandarts en vrijwilliger voor vluchtelingen en asielzoekers.
“Goedemiddag dames, dank jullie wel dat ik een kijkje mag nemen in jullie dagelijkse werkpraktijk. Ik ben Arenda van der Maas en wil jullie graag een paar vragen stellen. Zouden jullie mij willen vertellen wie jullie zijn en waar jullie vandaan komen? ‘
‘Ik ben Anna en ik kom uit Brazilië. Ik woon sinds drie jaar in Zeeland met mijn man en twee honden. We kwamen voor het eerst in Nederland in 2017. Toen werkte ik een half jaar voor Care Force. Ik heb een half jaar in een reguliere praktijk gewerkt maar ben teruggegaan naar Brazilië. In 2020 kwamen we terug. Ik ben opnieuw voor Europa Care gaan werken.’
“Hey hey ik ben Marie-Louise van Mierlo ik werk nu 5 jaar voor Europa Meicare en had altijd al affiniteit met asielzoekers omdat ik ook mensen begeleid via Humanitas. Toevallig ben ik ook tandartsassistente dus kwam alles mooi op z’n plek. Je kunt veel voor mensen betekenen, niet alleen op tandheelkundig vlak maar ook met een luisterend oor.”
Europa Meicare, wat is dat precies?
‘Het is een instantie die gratis tandzorg aanbiedt aan asielzoekers. Feitelijk alleen noodhulp. We zorgen voor vullingen en zenuwbehandelingen maar de mensen kunnen geen kronen of bruggen van ons krijgen.
Onder de 18 jaar krijgen de jongeren alles vergoed. Daarom is het belangrijk om de jongeren in het asielzoekerscentrum voorlichting te geven en ze te vertellen dat de tandartsbus op het terrein aanwezig is. We vertellen de jongelui dat ze goed moeten poetsen en naar de bus moeten komen omdat ze voor hun 18e nog alle tandheelkundige hulp vergoed krijgen.”
Dus jullie geven de mensen die hier komen ook informatie over de manier waarop ze hun tanden moeten verzorgen?
‘Hier in de bus is dat summier, ik ga naar de asielzoekerscentra in Goes en Middelburg om jongeren voorlichting te geven.”
Is deze mooie bus van een organisatie?
“Ja, het bedrijf heet: Europe meiCare, beyond the borders. We kijken buiten de grenzen. We begonnen in een kleine camper die we zelf moesten rijden. We zijn ontzettend gegroeid. Onze organisatie heeft nu ongeveer 10 bussen rijden. Het zijn oude methadon bussen die omgebouwd zijn. De bus waarin wij ons nu bevinden is een van de nieuwste. In Vlissingen staat weer een oude bus. Soms kom ik `s morgens als assiste aan en staat er ineens een andere bus als die waarvan ik de sleutels in mijn zak heb. Er staat bovendien een andere tandarts ingeroosterd als ik verwacht had. Het is dus weleens improviseren, maar daar houden we van.’ De vrouwen kijken elkaar aan en barsten in lachen uit.
Anna zegt:’ het is elke dag weer een uitdaging om de dag goed in te vullen, maar dat vinden we juist leuk. We houden van onverwachte situaties en proberen alles zo goed mogelijk op te lossen. De mensen die hier komen hebben veel problemen en hun tanden zijn in slechte conditie. Ze hebben soms tanden waar niets meer aan op te knappen valt. Dat is erg jammer, verdrietig. We proberen altijd om een goede oplossing te bedenken maar er zijn zaken die we niet op kunnen knappen. We mogen niet elke behandeling hier uitvoeren. Voor jongeren onder de 18 kunnen we nog het meest betekenen. We voeren de halfjaarlijkse controle uit. Maar we betreuren ons onvermogen om mensen echt de hulp te geven die ze nodig hebben. “
De assistente: ‘In Middelburg ben ik begonnen met de voorlichting aan jonge moeders met hun kinderen. Dan heb ik een opstapje om ook de ouderen te benaderen.’
Ik knik en zeg: ‘Als docenten inburgering leren wij de mensen om gezond te eten, groenten en fruit en om suiker uit te bannen. Dat is erg moeilijk voor hen omdat ze juist dol zijn op zoete gerechten zoals baklava.’
Anna is het er mee eens en voegt daaraan toe: ‘Ze roken meestal ook veel. Het grootste probleem is dat er niet goed gepoetst wordt. Vanmorgen was hier een jongen van 18 die stellig beweerde dat hij zijn tanden poetste. Maar als wij hem dan met een spiegeltje laten zien hoe zijn tanden eruitzien, blijkt wel dat hij niet weet wat het is om je tanden goed te poetsen. Ze poetsen niet goed omdat het pijn doet. Wij leren ze dat het pijn doet omdat ze niet poetsen en we hopen dat onze informatie hen aan het poetsen zet.’
Waarom doet u dit werk terwijl u ook een baan als een goedbetaalde tandarts aan zou kunnen nemen?
Anna:’ Ik doe dat omdat ik ervan houd om mensen te helpen. Ik wil niet alleen werken omdat ik geld verdien, maar ik wil mezelf graag erg nuttig voelen. In een gewone praktijk moet ik elke behandeling verkopen. Hier maak ik mensen erg gelukkig en ik hoef er geen geld voor te vragen. Dat vind ik geweldig.’
Hoeveel patiënten komen hier per dag?
‘Dat zijn er ongeveer 13, 14 voor een behandeling. Als ze een periodieke controle hebben, kunnen het er meer zijn.’
Is je hulpvaardigheid ontstaan uit een religieuze overtuiging?
Anna lacht even en zegt: ‘Ik ben katholiek, en deel dus de overtuiging dat je er moet zijn voor je naaste. Toch geloof ik dat mijn hulpvaardigheid gewoon in mijn hart zit. Ik word er blij van om andere mensen te helpen. Ik wordt er gelukkig van als ik zie dat mensen op een volgende controle beter voor hun gebit zorgen en er beter en gelukkig uitzien.’ We praten nog wat door. Anna wordt bijna lyrisch als ze het over Nederland heeft. Ze zegt: ’Ik houd van Holland. Het is een prachtig land, de mensen zijn er zo aardig en komen je tegemoet. Het Hollandse volk is mijn volk.’
De assistente vult nog nuchter aan : ‘het hele Medische gebeuren is voor onze bazen natuurlijk wel een verdienmodel. Maar wij werken hier uit ideologie. Als je meer wilt verdienen dan moet je ander werk zoeken.’
Hierna neemt Marie-Louise me mee de grote hal in waar het vol zit met mannen, hoofdzakelijk afkomstig uit Syrië. Ze zijn nog niet herenigd met hun gezin. Ze moeten wachten op besluiten. Wachten duurt lang.
Ik proef van het eten dat ze mij uitnodigend aanbieden. Praat een halfuurtje met de mensen en ga weer naar huis. Wat een weelde een eigen huis.
De tandartsassistente komt een paar dagen later op bezoek en leert mijn studenten de gouden regels van het tandenpoetsen.