De toren van Babel

 
De torenbouw van Babel. 
Genesis 11.
Na de zondvloed vermenigvuldigden de zonen van Noach zich. De geschiedsschrijving verdeelde hen in families en volken die zich overal op aarde vestigden. ( Gen. 10 )
Het bleek echter algauw dat de zonen van de mensen er een hekel aan hadden om naar verafgelegen gebieden te trekken. Ze dachten: “ hoe meer zielen, hoe meer vreugd en hoe veiliger! “ Daarom legden ze zich erop toe om dicht bij elkaar te blijven wonen. Ze vonden zichzelf veel wijzer dan God en Noach. 
Er waren grote voordelen verbonden aan het bij elkaar blijven wonen. Op deze plek – waar ze elkaar allemaal konden verstaan – zouden ze elkaar meer liefhebben dachten ze. Hoe meer ze in staat zouden zijn om elkaar te helpen, des te minder waren ze geneigd om van elkaar te scheiden. Ze vonden een laagte in het land Sinear, waar ze zich vestigden. Het land zag er goed uit! Het was een ruime vlakte, die in staat was om hen allen te herbergen. Het was bovendien een vruchtbare vlakte die hen  – gezien hun grote aantal – zou kunnen onderhouden.
Zo gezegd, zo gedaan. Het waren ondernemende lieden, de zonen van Noach. Ze bedachten een ambitieus plan. “ Laten we van klei blokken vormen en die goed bakken in het vuur” opperden ze.  Ze gebruikten de kleiblokken als stenen en aardpek als specie. “ Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt. Dat zal ons beroemd maken. Bovendien zullen we niet over de hele aarde verspreid raken “ zeiden ze ook nog.
Naar Mesopotamisch gebruik begonnen ze eensgezind aan de bouw van een ΅ziggoerat ‘. Dit waren hoge piramidevormige, vierkante bouwsels met etages en een tempel bovenin. Die bouwsels kregen namen waaruit duidelijk bleek hoe verwaand hun bouwers waren. “ Het huis dat de hemel en aarde met elkaar verbindt “ heette een dergelijk kunstwerk in Larsa. “ Het huis van de zeven gidsen van de hemel en de aarde “ stond in Borsippa,  “het huis van de basis van hemel en aarde” in Babylonië, en “ het huis van de berg van het universum “ had men in Assur neergezet. Het kolossale project dat de zonen van Noach opstartten moest er toe dienen dat hun naam en reputatie ongeëvenaard zouden worden. ( Gen. 10: 8 – 12 / 2 Sam. 18: 18 ) 
Terwijl de mensen al bouwend in de hemel probeerden te komen, moest de Heere uit de hemel neerdalen om hun waanzinnige onderneming gade te slaan.  Hij zag hoe de mensenkinderen opnieuw hun krachten met Hem wilden meten.  Dat was desastreus, want het was Gods recht om universeel Alleenheerser te zijn. Hij is de HEERE van allen, en de Koning der koningen. De man die ernaar streeft om Hem te evenaren, wil zich op Zijn troon plaatsen. Maar Jaweh wil Zijn eer aan niemand anders geven.
De HEERE bekeek de stad en de toren. Hij zei “  de mensen zijn zo langzamerhand één volk, en ze spreken allemaal dezelfde taal. Waar ze nu mee bezig zijn dat is nog maar het begin. Straks zullen ze alles doen wat ze maar bedenken kunnen. Laat Ik er maar gauw heengaan en ervoor zorgen dat ze elkaar niet meer begrijpen. “
Dat was bijzonder edelmoedig van Jahweh. Hij zag voor Zijn ogen opnieuw gebeuren dat Zijn schepsel Hem naar de kroon wilde steken ( zie Gen 2, Gen. 6  ) en had nu volkomen genoeg kunnen hebben van hun slechte karakter. Maar de HEERE doodde hen niet. Hij nam een andere maatregel: Hij veranderde hun taal. Van het ene op het ander ogenblik ontstonden alle wereldtalen, grammatica`s, zinsconstructies, naamvallen en spellingen. Ongelooflijk maar waar!
Opeens ontstond er grote verwarring, en onbegrip. Er kwam ruzie en onenigheid. Niemand snapte nog iets van wat er gezegd werd. Hoe ze ook hun best deden, er was geen plan meer uit te voeren. Uiteindelijk zochten de groepen die dezelfde taal spraken elkaar maar op, en zochten een eigen leefgebied. De toren bleef onafgemaakt staan, en de bouw van de stad werd gestaakt.
De onafgemaakte stad werd Babel genoemd. Zo zorgde de HEERE ervoor dat de mensen elkaar niet meer konden verstaan, en ze overal op aarde gingen wonen. Er was geen sprake meer van een totalitair systeem dat alle dimensies van het menselijk leven bestuurde. De trots van de mensen werd veroordeeld, en eindigde voor straf in een complete chaos.
Eindigde hiermee de geschiedenis van de mensheid?
Gelukkig niet. De HEERE zou Zijn beloften nakomen. Hij zou Zelf een teken geven! Een maagd zou zwanger worden, en een Zoon baren. En Zijn Naam noemen: IMMANUEL. God met ons. ( Jesaja 7 : 14 ) 
God wilde in onze natuur komen, God wilde in vrede met ons leven, in een verbond met ons. Daarom gaf Hij het Liefste wat Hij had: Zijn eigen Zoon. Dit werd vervuld in de Naamgeving van het Goddelijke Kind: Jezus. Zaligmaker. Want Hij zou Zijn volk zalig maken van al hun zonden. Dit is een onuitsprekelijk wonder, dat tot aan het einde der tijden bevestigd zal worden. ( Psalm 89: 38 )

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *