De zon gaat stralend op en zet onze wereld in een gouden gloed. De morgen begint rustig – we hebben volop tijd om te lezen. Alle boeken staan op onze Ipad want in de TGV kun je niet veel bagage meenemen. De ervaring heeft ons geleerd dat het een onmogelijk karwei is om een te zware koffer in- en uit te laden en dan ook nog eens met de metro of bus te vervoeren. Geen enkele taxi-chauffeur laadt voor je in of uit, die mensen hebben het tijdens hun dienst zo razend druk dat ze vast en zeker een hernia op zouden lopen als ze alle aangeboden koffers op zouden tillen.
Strandlaken, water en wat proviand in onze rugzak. We lopen de koele gangen van de metro door op weg naar de Oude Haven. Daar aangekomen genieten we van de zilte zeelucht en de schittering van de zon op het water. Vissers bieden hun vangst aan. We kijken maar kopen niets, en slenteren l’Église de Saint Ferréol binnen, het witte kerkje dat zich aan de noordwestelijke kant van de haven bevindt. De kerk is tussen 1542 en 1588 op de funderingen van een Tempelierskerk gebouwd. De hoge toren aan de achterkant heeft een sierlijke klokkentoren. Binnen in de kerk bevinden zich zes nissen met sculpturen en eenvoudige schilderijen. Boven het altaar een prachtig plafond. Een oude non zit bij de ingang. Ze ziet er moe uit. Haar haar ver weggetrokken onder een stijf wit kapje.
Het valt mij op dat veel mensen stil in de kerkbanken zitten te bidden. Niet alleen oudere mensen, ook jonge stellen.
We lopen het kerkgebouw weer uit en nemen de bus naar de Basiliek Notre Dame de la Garde. Frans oppert het idee om naar boven te lopen maar het is te warm en de kerk ligt dermate hoog dat we daar toch van afzien. Achteraf zijn we blij dat we dat niet hebben gedaan, het is zeker anderhalf uur klimmen. De motor van de bus draait extreem hoge toeren. Ik zie aan de zijkanten van de bus het mooie uitzicht af en toe angstwekkend dicht op ons afkomen.
Na een aantal fikse draaien die met ronkende motor genomen worden, landen we boven waar het weidse panorama dubbel en dwars de moeite loont. De oude Kerk is een Neo-Byzantijns bouwwerk, gesitueerd op ‘ La Garde ‘, het hoogste punt van de stad Marseille. Het wemelt er van de toeristen, maar er zijn ook veel bedevaartgangers. De locals noemen deze kerk liefkozend ‘ La bonne mère’
Opvallend aan het interieur zijn de grote hoeveelheden marmer en natuursteen. Bij de bouw is in totaal zo’n 170.000 ton materiaal gebruikt waaronder 23 scheepsladingen marmer en porfier, afkomstig uit Italië.
Bij de basiliek staat een aparte klokkentoren. Boven op de top een enorm standbeeld van Maria met het kindje Jezus. Maria is traditioneel de beschermheilige van de zeevaarders. Het beeld is vanuit de stad en vanaf de zee goed zichtbaar. Een baken in zee.
De heuvel waarop de kerk staat zou volgens geschiedschrijvers vanaf Grieks-Romeinse tijden een plaats van aanbidding zijn geweest. Maar de plek waarop de grote basiliek is gebouwd, was ook vanuit strategisch oogpunt van groot belang. In 1214 zou een inwoner van Marseille door de abt van het nabijgelegen klooster San Victor de opdracht hebben gekregen om een kapel op de heuvel neer te zetten die gewijd moest zijn aan de door katholieken heilig verklaarde moeder Maria. Hoewel het de gewoonte was dat iemand die een dergelijk project begon zelf ook een openbaring van God moest hebben gehad, heeft deze inwoner van Marseille de bouw in geloof uitgevoerd, zonder dat hij een bijzondere geestelijke ervaring had. Deze man moet zijn werk in groot vertrouwen op de wijsheid van de abt hebben gedaan!
Hoe het ook precies geweest is, het uitzicht hoog op de heuvel is schitterend. In mijn gedachten zie ik talloze scheepslieden die tijdens hun verre reizen op de Middellandse Zee Marseille passeerden, naar het beeld kijken en een kruis slaan terwijl ze gebeden prevelden voor hun geliefden thuis.
Veel mensen konden niet lezen of schrijven en werden geraakt door beelden van Bijbelse personages. Ze begrepen niets van het Latijn dat de priesters in de eredienst gebruikten. Een beeld was benaderbaar, beeldend.
Bouganvillia, oleander, steenrozen, rozemarijn en steeneik bloeien weelderig en verspreiden een heerlijk geurig aroma. Genietend snuiven we het op.
Nadat we alles bekeken hebben, nemen we de bus terug naar de Oude Haven. Als we daar aangekomen zijn wacht ons het verkoelende water van de Middellandse Zee.