Mijn leerlingen komen overal vandaan, zoals je inmiddels wel weet.
Ik heb in één klas leerlingen uit Marokko, Iran, Egypte, Spanje en Cuba.
Of uit Turkije, Libanon en Afghanistan.
Alle culturen samen vormen een melting pot van mensen die hetzelfde doel hebben: Nederlands leren.
Dit jaar geef ik les aan een Alfabetiseringsgroep, dat zijn mensen die nog nooit eerder een taal hebben geleerd.
Sommige mensen zijn nog nooit naar school geweest. Een man uit Perzië bijvoorbeeld. Hij is 65, en weet alles over zijn technische beroep, maar kan niet lezen of schrijven.
Dankzij google translate begrijpen we nog iets van elkaar.
Ze beginnen heel ijverig met het naschrijven van het alfabet.
Muziek en liedjes doen wonderen.
Rap-liedjes helpen om zinnen in te slijpen.
Het zorgelijke gezicht van een Oekraïnsche vrouw klaart op, nadat ik haar een paar dagen lang extra geholpen heb, en na die dagen voorzichtig zeg:’ please, do you have a smile?’
Dan breekt haar gezicht open in een hartelijke lach. Sinds die dag is ze veel opgewekter.
Het lijkt zo simpel om te zeggen: ‘ wat wil je eten? ‘ of; ‘ wat wil je drinken? ‘ Maar dat is het voor een buitenlander helemaal niet.
Er zijn duizend manieren om de meest elementaire woorden en zinnen aan te leren. We gebruiken dus duizend en één manieren om dat te doen. En als ze aan het eind van de week ineens een dialoog kunnen maken, zijn ze erg blij en trots, net zoals wij, hun docenten!