1 Koningen 10:1-13
Op een dag arriveerde de koningin van Scheba met een delegatie bij koning Salomo. Het land Scheba, ook wel Seba genoemd, is een gebied dat in het zuidwesten van Arabië ligt, het tegenwoordige Yemen. Dit gebied was rijk aan goud, specerijen en edelstenen. Er werd volop handel gedreven met de kostbare grondstoffen. ( Jesaja 60:6/ Jeremia 6:20/ Psalm 72:10). Er liepen dan ook drukke handelsroutes van India en oostelijk Afrika naar Damascus en Gaza. Veel klassieke schrijvers halen het koninkrijk van de koningin en zijn rijkdommen aan in hun boeken. Oudheidkundige opgravingen hebben het bestaan ervan bevestigd. In Mattheüs 12: 42 en Lucas 11:31 wordt er op deze gebeurtenis gezinspeeld.
De geruchten over Salomo hadden het koninkrijk van de koningin van Scheba bereikt. Toen ze hoorde over de bijzondere rijkdommen en wijsheid die Salomo van de Heere ontvangen had, stond ze helemaal paf. Ze besloot om Salomo te bezoeken en met eigen ogen vast te stellen of de geruchten klopten. De koningin wilde bovendien de wijsheid van Salomo op de proef stellen door hem het vuur aan de schenen te leggen met allerlei moeilijke vragen en raadsels. Ze arriveerde in Jeruzalem met een grote karavaan dromedarissen beladen met reukwerk, een grote hoeveelheid goud, en edelstenen.
De deuren naar de troonzaal openden zich om de koningin binnen te laten. Ze legde alle vragen die ze had bedacht aan koning Salomo voor, en er was er niet één waarop hij het antwoord schuldig moest blijven. De koningin had al gauw in de gaten dat Salomo buitengewoon wijs was. Ze bewonderde het paleis dat hij gebouwd had, en genoot van de gerechten die op tafel kwamen. Goedkeurend bezag ze de hofetiquette, de kleding en de goede manieren van zijn bedienden. Ze zag hoe de wijn parelend in hoge kelken geschonken werd, en ze zag de offers die Salomo opdroeg in de tempel. Toen ze dat allemaal gezien had, raakte ze buiten zichzelf van bewondering.
‘Het is dus echt waar wat ik in mijn land gehoord heb’ riep de koningin uit. Hoewel ze eerst dacht dat het om een overdreven gerucht ging, zag ze met eigen ogen dat de werkelijkheid de verhalen over koning Salomo ver overtrof. De lofzang van de koningin bereikte een bijzondere hoogte toen ze de God van Salomo begon te prijzen voor alles wat ze gehoord en gezien had, en wat tot haar gesproken was. Ze prees JHWH om Zijn keuze voor Salomo als koning van Israël ( 1 Koningen 5:21). Ze zag hierin een bewijs van eeuwige liefde van de Heere God voor Zijn volk. Koningen waren in die tijd ook leidinggevenden die de taak hadden om recht te spreken en rechtvaardige uitspraken te doen.
De koningin van Scheba had veel geschenken bij zich. Ze gaf Salomo 120 talenten goud en een enorme hoeveelheid reukwerk en edelstenen. Het is nooit meer gebeurd dat er zoveel kwaliteitsspecerijen aan het hof van Salomo geleverd werden. Salomo was een goede gastheer. Hij gaf de koningin naast de gebruikelijke koninklijke geschenken alles waarom ze hem vroeg. Rijk overladen met gulle gaven keerde de koningin weer terug naar haar land.
Eeuwen later zou Jezus de geschiedenis van de koningin van Scheba aanhalen terwijl Hij zei: ‘ Op de dag van het oordeel zal de koningin van het Zuiden opstaan tot veroordeling want zij is van het uiteinde van de aarde gekomen om te luisteren naar de wijsheid van Salomo, en hier ziet u iemand die meer is dan Salomo’.
Terwijl de heidense koningin ruim 2000 kilometer reisde om naar de begrensde wijsheid van een aardse koning te luisteren, bleef de generatie Joden onverschillig ten opzichte van de goddelijke wijsheid die in de persoon van Jezus naar hen toekwam.
Jezus Christus was gekomen. Zijn soevereine heerschappij over de wereld was omkleed met een geest van gehoorzaamheid en onderwerping. Hij verbijsterde de trotse schriftgeleerden met Zijn wijsheid, maar was eenvoudig genoeg voor kinderen. Hij kon met één woord een storm tot bedaren brengen. Toch wilde Hij de schriftgeleerden of Samaritanen niet door de bliksem treffen. Hij wilde ook niet van het kruis afkomen.
De heerlijkheid van Christus is niet iets eenvoudigs. Zijn glorieuze combinatie straalt des te helderder omdat ze volmaakt inspeelt op alles wat wij van onszelf niet hebben. Jezus heeft gezegd: ‘Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. ( Matth. 11:28-29). De zachtmoedigheid en nederigheid van deze Koning sporen ons aan om Hem lief te hebben zoals Hij ons heeft liefgehad. We zien Hem als het Lam dat geslacht is.
Zachtmoedigheid en nederigheid alleen zijn niet glorieus. De zachtmoedigheid en nederigheid van de Leeuw die op een Lam lijkt, schittert pas naast de grenzeloze en eeuwigdurende macht van het Lam dat op een Leeuw lijkt. Dit komt tegemoet aan ons verlangen naar grootheid.
Het Lam dat op een Leeuw lijkt, spoort ons aan om moed te scheppen uit Zijn absolute macht over heel de wereld, de werkelijkheid. En Hij herinnert ons eraan dat Hij – de Almachtige – met ons zal zijn tot aan het einde van de tijd.( Matth. 28:18-20)
Jezus werd verdrukt en mishandeld. Hij werd naar de slachting geleid. Als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open. ( Jesaja 53:7). Maar op de jongste dag zal het zo niet gaan. Dan zal Jezus als de meerdere Salomo oordelen over de levenden en doden en de koningin van Scheba zal opstaan en tegen elke ongelovige getuigen.
Dat te bedenken doet ons beseffen dat wij Jezus nodig hebben in Zijn totaliteit. De kracht van de Leeuw en de liefde van het Lam maken door de werking van de Heilige Geest ons geloof in Jezus Christus sterk en onwankelbaar.