Lucas 12:13-21
In het leven van Jezus werden alle eigenschappen van God de Vader zichtbaar. Door de genade van God de Vader is Hij onze gebroken wereld binnengekomen om mensen te redden en te verlossen. Zijn eerste leerlingen genoten het voorrecht om drie jaar lang ononderbroken les van Hem te krijgen. Jezus doorkruiste de wereld vrijmoedig en genas en bevrijdde alle mensen die door de duivel overweldigd waren. Jezus bracht een controversiële boodschap. Hij wees erop dat er een nieuw hart en een nieuwe geest nodig waren, dat wij opnieuw geboren moeten worden. Zijn sterven aan het kruis heeft dat allemaal mogelijk gemaakt.
In Lucas 12 waarschuwde Jezus voor de gevaarlijke invloed van de farizeeën. ( 1-3), hij zei ook dat Zijn leerlingen niet bang moesten zijn voor mensen.’Ze kunnen je doden maar daarna kunnen ze je niets meer doen. Jullie moeten bang zijn voor God, want Hij kan je doden en daarna in de gehenna gooien.Mussen kosten bijna niets. Je hebt er al vijf voor een paar cent. Toch vergeet God geen enkele mus. Jullie zijn voor God veel belangrijker dan mussen.God weet zelfs hoeveel haren jullie hoofd telt. ‘Je hoeft dus niet bang te zijn.’ Jezus riep de mensen ook op om voor Hem uit te komen en Zijn Naam te belijden.’De Heilige Geest zal jullie op het moment dat je het nodig hebt de juiste woorden geven’ zo verzekerde Hij Zijn leerlingen. ( vs11).
Terwijl de Meester druk bezig was om Zijn leerlingen vele geestelijke zaken te leren, kwam er een man naar voren die Zijn mening vroeg over een erfeniskwestie.
‘Meester zeg mijn broer dat hij de erfenis met mij moet delen’. zei hij. ‘Wilt U een uitspraak doen in mijn voordeel?’ vroeg hij eigenlijk. Waarschijnlijk had de oudere broer van de boze man na het overlijden van zijn broer het hem toekomende erfdeel niet uitbetaald. Nu kwam de benadeelde broer verontwaardigd naar Jezus toe om van Hem een wijze uitspraak te ontvangen.
De lessen van Jezus vielen stil. Iedereen keek naar de man. Jezus ook. Hij keek Hem aan en zei: ‘ Het is niet Mijn taak om te beslissen over dat soort dingen.’ Hij weigerde pertinent om een uitspraak te doen. Zijn woorden klonken nogal afstandelijk. ‘Mens, wie heeft Mij als Rechter of verdeler van de erfenis over u aangesteld?’
Jezus had geen formele aanstelling van het Sanhedrin om uitspraken over erfeniskwesties te doen. Hij vond het ook niet Zijn taak om zich op deze manier met materiële zaken bezig te houden. De verwoording van Jezus` vraag doet denken aan Exodus 2:14.
De echte redenen van de vraagsteller waren het verlangen naar bezit. De man was hebzuchtig. Hij wilde steeds meer hebben ( vgl. Rom.1:29/2 Kor.9:5/Efeze 4:19/Kol.3:5/2Petrus2:3,14).
Een eenvoudige uitspraak van Jezus zou niets oplossen. Want de vraag was niet de kern van het verhaal, er lagen diepere verlangens onder de oppervlakte. Die niet zo mooi waren.
De Meester richtte zich tot alle omstanders en zei: ‘Pas op, waak voor iedere vorm van hebzucht. Denk niet dat het leven bestaat uit je bezit en al helemaal niet als iets waarover je zelf kunt beschikken. Je krijgt je leven in bruikleen en je bezittingen ook.
Jezus begon nu een gelijkenis. De hoofdfiguur uit Zijn verhaal was een landbouwer die het letterlijk en figuurlijk voor de wind ging. De man was steenrijk en had alles wat zijn hartje begeerde. De oogsttijd kwam dichterbij en hij verwachtte een overvloedige oogst binnen te halen. Met zo’n succesvol resultaat in het vooruitzicht zag hij zich echter voor een probleem gesteld: Zijn huidige opslagruimte zou niet toereikend zijn om de oogst in op te slaan.
‘ Hoe zal ik dit probleem oplossen?’ dacht de man.. ‘Als ik niets van mijn goederen verloren wil laten gaan, dan kan ik het beste mijn voorraadschuren afbreken en grotere bouwen.’ Als ik grote silo`s heb neergezet en die volgeladen heb met graan, dan kan ik rust nemen. Ik weet mijzelf dan verzekerd van een goede oude dag en ga onbekommerd van mijn oogst genieten.’
Er was geen haar op zijn hoofd die eraan dacht om zijn oogst te delen met mensen die het minder hadden. Hij dacht in bezittelijke voornaamwoorden en had het over zijn schuren, zijn gewas, zijn goederen en zijn ziel.
Dat de dood binnen 24 uur een eind zou maken aan zijn ambitieuze plannen en aan zijn welvaart daar dacht hij geen seconde aan. Het laatste dat hij verwachtte was dat God met straffe hand in zijn leven in zou grijpen.
‘Dwaas,’ zei God. Zo kortzichtig en egoïstisch waren de plannen van deze landbouwer in Zijn ogen. ‘Nog deze nacht zal je leven worden teruggevorderd’.
Mocht de man dan niet genieten van zijn noeste arbeid? Zeker, maar hij had ook anderen in zijn vreugde en goede oogst moeten laten delen. Nergens lees je bovendien iets van dank aan God.
Genade en een vernieuwd hart zijn niet voor geld of goederen te koop. Ze zijn alleen te krijgen door de genade van Jezus Christus, onze Heere.
( Bronnen : studiebijbelonline / studiebijbel in perspectief )