Kolossenzen 2: 9-10

Paulus heeft in zijn leven heel veel dwalingen weerlegd. Hij kon dat op ongeëvenaarde wijze. Maar het belangrijkste was steeds de nadruk die hij legde op de persoon, de plaats en het werk van Jezus Christus. ‘In Hem ‘ bent u volmaakt, schreef de apostel. 

De Joods-Gnostische denkers beweerden dat God tegenwoordig was in een hele reeks engelen beheerders. Met elkaar vormden de engelen de volheid van God. Maar Paulus stelde dat de volheid van God alleen in Jezus Christus te vinden was. ‘ Godheid ‘ is een abstracte term voor God Zelf. Bovendien benadrukte Paulus met ‘ lichamelijk’ dat dit wonen niet zinnebeeldig was of als iets schijnbaars moest worden opgevat. God de Vader kwam in het lichaam van Jezus tot de mensen ( Kol 1: 15-22).  De Heere Jezus Christus was volledig God en volledig mens. 

Paulus maakte met de uitdrukking ‘pepleromeroi’ ( vervuld, volmaakt ) een woordspeling met ‘pleroma’ dat in het vorige vers stond. 

De volheid van God woont in Jezus Christus en in Hem hebben de gelovigen toegang tot God de Vader. ( Joh. 1: 16 / Efeze 1:23) Daaruit volgt dan de logische conclusie dat zij de engelenwezens niet nodig hebben. Christus staat boven al deze overheden en machten. ( Efeze 1: 20,21 ) Ze zijn in Hem en door Hem geschapen, en Hij heeft ze aan het kruis verslagen en aan Zich onderworpen. 

Paulus ontkende het ontstaan van deze machten niet maar hij schreef duidelijk dat zij geen aanbidding en verering toekwamen die aan Jezus toekwam. Wie door het geloof in de Heere Jezus één met Hem geworden is begrijpt dat helemaal.  

Door te spreken over de ‘ volheid van wat in God is ‘ stelde Paulus de ketterse leer aan de kaak dat er wezens tussen God en mensen in moeten staan. ( iets wat ook ‘ volheid ‘ genoemd wordt ). Deze Goddelijke volheid is niet verdeeld over deze tussenwezens. Ze is alleen maar in Eén Iemand verenigd, namelijk in Christus Jezus. In God die Mens geworden is. ( zie Romeinen 9:5). 

Het was nodig dat de apostel dit zo nadrukkelijk noemde omdat er mensen waren die ontkenden dat Jezus Christus mens geworden was met een aards lichaam. Zij stonden onder invloed van het Griekse denken dat geringschattend over het lichaam sprak. Christus is tegelijk volledig God en volledig Mens. Daarom is Hij de Middelaar die het voor de mensen mogelijk maakt om tot God te naderen. Jezus is Enige Middelaar die tussen God en mensen in staat. Hij is de Enige die we nodig hebben. Meer dan Jezus hebben we niet nodig, maar met minder dan Jezus kunnen wij niet zalig worden. 

Zelfs de wijste van alle koningen heeft niet zo gesproken als deze Man. Er is Iemand op het toneel van de wereldgeschiedenis verschenen die Zijns gelijke niet had in kennis en wijsheid. Tot op zekere hoogte was Jezus bereid in dialoog te treden met de wijzen van Zijn tijd. Maar toen het uur gekomen was en Hij klaar was, sprak Hij de beslissende woorden die een einde maakten aan het gesprek: ‘ Als David Hem ‘ Heer ‘ noemt, hoe is Hij Zijn Zoon? ‘( Matth. 22: 45). 

Jezus, bij Hem moeten wij zijn! Hij is de vleesgeworden en zichtbare ontferming van God. En het mooiste is: ‘ God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou oordelen maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. ‘ ( Joh. 3: 17) 

Christus alleen is in de wereld gekomen om de beloften van de vaderen te bevestigen en opdat de volken God verheerlijken zouden wegens de barmhartigheid. ‘ Het doel van de vleeswording was de barmhartigheid van God te verheerlijken tot blijdschap van de gelovigen. 

Ja, Jezus verdient alle eer! De ontferming die door Hem in wereld gebracht is, is volkomen gratis. Niet dat ze niets gekost heeft: Jezus heeft daarvoor de prijs betaald met Zijn eigen leven. 

‘ In Wie wij de verlossing hebben door Zijn bloed, de vergeving van de overtredingen naar de rijkdom van Zijn genade. ( Efeze 1:7). 

Als dat geen volheid is!