Bloggen onderweg 2024 – 2

Bloggen onderweg 2024-2
17-7-2024

Vandaag wordt een actiedag: we gaan kanoën in de Semois!
De kano’s liggen geduldig te wachten tot ze ons over de woelige baren van de vol-geregende rivier zullen dragen.
De jongens krijgen een keurige kano met stoeltjes erin. Na de instructies moeten ze op het droge land voorbeeld-peddelen. Dat lukt aardig. Daarna worden ze met gezwinde spoed de Semois in geduwd.
Voor Frans en mij is er een grote Canadese kano met bankjes. Je zit niet in de kano maar erop. De instructeur reikt mij een tonnetje aan dat bestemd is voor onze mobieltjes en de autosleutel.
‘Je moet wachten met foto`s maken tot we de waterval gepasseerd zijn Aren’ , sommeert Frans mij. Maar de omgeving is te mooi, ik pak mijn mobiel en klik er vrolijk op los. Een halve minuut voor de waterval bruisend nadert schroef ik de dop op het veiligheidstonnetje. Een minuut later liggen we in het water van de Semois. Wat er gebeurde kan ik niet navertellen. Ik leunde achterover op het moment suprème, zeker weten.

Het kan hoogstens een beetje naar de verkeerde kant zijn geweest.

De stroming is supersterk, en de kano ligt op z’n kop. Ik herken dit moment uit spannende films en weet dat ik onder de rand van de boot door moet duiken om daarna omhoog te zwemmen. Ik kom boven water en zie Frans het tonnetje in veiligheid brengen, daarna de kano. Geen kleinigheid want die is loodzwaar. Het lijkt mij het beste om naar de kant van de rivier te zwemmen en daarna weer ergens in de kano te stappen. Ik zwem door de sterke stroming en hijs me aan het riet de hoge rivierkant op. Het lukt. Frans zie ik nergens dus ik besluit om het jaagpad te volgen met het oog op de rivier gericht. Even later zie ik hem: hij heeft de kano bij een brug aangelegd. Ik klauter moedig de kano weer in.  We zijn aardig geschrokken eerlijk gezegd. En waar zijn de jongens?

Met gezwinde spoed peddelen we de rivier af, en zien de andere boot waar twee jongetjes keurig gelijk op peddelen.
De zon schijnt uitbundig en onze haren drogen binnen een kwartier. 

De Semois ruist en lijkt te glimlachen: ‘wat doen die Hollanders hier ook?’