Eén enige troost in Christus
De HEERE zal u zegenen uit Sion, zodat u het geluk van Jeruzalem zult zien – uw leven lang (weergave DB 1545) PSALM 128:5
Psalm 128 is een wijsheidspsalm. De volgende thema`s worden aan de orde gesteld:
– de vreze des Heeren,
– het leven van elke dag- hier gericht op het gezin – ,
– de richting, of de wegen die de mens uitgaat,
– wie er ‘welgelukzalig’ worden genoemd.
Het gebruik van de tweede persoon enkelvoud in dit psalter is kenmerkend voor de wijsheidsliteratuur. Maar zoals een dichter kan afwijken van het voorgeschreven metrum, zo wijkt de auteur in Psalm 128:5 af van het gebruik van deze tweede persoon, en gaat hij over tot het persoonlijk zegenen van degene die de Heere vreest en in Zijn wegen wandelt ( Psalm 128:5,6).
Al lezende wordt het je duidelijk: het echte geluk hangt af van de relatie die je met God hebt. Een geluk dat niet buiten Hem te vinden is, maar overvloedig gegeven wordt aan de man of vrouw die “de Heere vreest.”
Wat betekent deze uitdrukking eigenlijk? In dit psalter wordt dat niet concreet gemaakt, maar in het kader van het pelgrimslied kunnen we er vanuit gaan dat in Psalm 128 de pelgrim bedoeld wordt die gehoorzaam op reis gaat naar Jeruzalem, zoals God dat voorgeschreven had.
De zegen van Jahweh, van de Heere God. Wie zou die niet willen ontvangen? Deze zegen komt niet zomaar uit de lucht vallen. Hij komt zoals de dichter zegt: vanuit Sion. Daar – in Jeruzalem – kwamen de stammen van Israël samen om de Heere de eer te brengen die Hem toekwam. De praktijk van het vrezen van God was verbonden aan het bezoeken van de tempel. Daar begon de zegen die zijn uitwerking had op het leven van de gelovigen.
Voor elke pelgrim was Jeruzalem de aardse plaats waar God wilde wonen en vanwaar Hij Zijn zegen aan Israël kon schenken.
‘Het goede van Jeruzalem zien’ was de basis voor elke zegen. (vgl.Psalm 122: 6-9) Als de zegen van God het hele leven van de pelgrim omvatten zou, dan zou de man of vrouw die gezegend werd, oud genoeg worden om de komst van kleinkinderen mee te maken. Een lang leven, waarin je verzekerd bent van de komst van de volgende generatie, is niet vanzelfsprekend. Het is een bijzondere zegen die de Heere God wil geven. Aan het einde van het psalter wordt de zegen uitgebreid. Als de zegen voor Jeruzalem bereikbaar was, dan zou die zegen zich uit kunnen strekken naar heel Israël, in het bijzonder naar mensen die in gehoorzaamheid aan Gods wil en wetten wilden leven.
Zegent God ongehuwde mensen niet? Voltrekt deze zegen zich alleen over het leven van iemand die de Heere dient? En hoe kan het dat niet iedereen die God dient zo gezegend wordt? Dat zijn vragen die een diepe doordenking vragen.
De kerk van het Nieuwe Testament – na de hemelvaart van Christus – leefde in een sterke wederkomstverwachting. De apostelen werden allemaal vervolgd en gedood. Zij werden rijk gezegend na dit leven.
Lydia was een purperverkoopster die tot geloof kwam. Ze was al succesvol voordat ze tot geloof kwam. Haar rijkdom werd tot zegen voor Paulus en zijn evangelisatieteam. (Handelingen 16:15)
Paulus is nooit getrouwd geweest, maar zijn leven en bediening werden rijk gezegend. Daar kun je al zijn geschriften op nalezen. Een vrouw als Corrie ten Boom hoorde bij geen enkele kerk, maar zij kreeg ontelbare geestelijke kinderen en kleinkinderen. (Lees haar boeken: zwerfster voor God, de Schuilplaats, de dochter van de horlogemaker, het beste deel komt nog, zonder Hem kan ik niets doen.)Zo zijn er nog talloze voorbeelden te noemen.
We kunnen Psalm 128 dus beter lezen als een gelegenheidspsalm. Hij wordt nog altijd bij de meeste huwelijkssluitingen voorgelezen.
Uiteindelijk wijst alles heen naar de zegen die te vinden is in Jezus Christus. Hij is de Messias, de Zaligmaker van zondaren. Er is niets heerlijkers te bedenken dan Hem te kennen zoals Hij is. Alle andere vreugden in het leven vallen daarbij in het niet. In Jezus komen zeer uiteenlopende eigenschappen samen. Hij verblufte de theologen van Zijn tijd met Zijn wijsheid, maar was eenvoudig genoeg om kinderen te boeien. Hij kon met één woord een storm stillen, maar sloeg Zijn tegenstanders niet met de bliksem. Hij liet zich kruisigen, toch kon de dood Hem niet houden. Hij is er nog steeds en zal er altijd zijn. Hij zegent mens en beest en doet Zijn hulp nooit vruchteloos vragen.
In sterfelijke mensen komen veel tegenstrijdigheden samen. We hebben goede en slechte karaktereigenschappen. Hoewel ons leven als gelovige geheiligd mag zijn in Hem, blijven we nietige en zwakke mensen met zonden en gebreken. Daar komt nog bij dat ons bestaan vluchtig is, terwijl de eeuwigheid in ons hart geschreven is. Het heerlijke van Jezus Christus is dat Zijn voortreffelijkheden volmaakt tegemoetkomen aan alles wat wij missen.
Wie Jezus mag omhelzen door het geloof die wordt gezegend met vergeving en verzoening en met een blijdschap die alles overtreffend is. Jezus is werkelijk onze enige Troost in leven en sterven!
De Heer zal voor je zorgen
Vanuit Jeruzalem
Geniet iedere morgen
Van wat je krijgt van Hem!
Zie uit naar een lang leven
Als zegen uit Zijn hand
Hij zal je vreugde geven
En vrede in het land!
Bronnen: Studiebijbel / Kanttekeningen SV / Matthew Henry / John Piper / De Nieuwe Psalmberijming