Johannes 6:26

Johannes 6:26 

Als Jezus hier op aarde wonderen deed was dat om daarmee naar een hemelse werkelijkheid te verwijzen. Het was Zijn doel om de mensen tot het geloof te wekken. ( vs 29,36)
Helaas was dit laatste vaak niet het geval. Vaak hadden mensen het wonder gezien, en waren er deel van geweest, maar begrepen niet dat Jezus er een diepere bedoeling mee had. Ze droomden van een Messiaans rijk, waarin ze volkomen vrij zouden zijn van overheersing en onderdrukking. Een rijk waarin ze zich geen zorgen meer zouden hoeven maken om hun dagelijks brood en waarin ze alle geluk op aarde zouden vinden. Ze zochten Jezus om hun diepgewortelde verlangen naar materiële zaken. Ze gaven niets om de hemel, of om een eeuwige heerlijkheid bij God. Daar begrepen ze niets van. 

Jezus wist dat. Hij zei het ook eerlijk. De menigte spande zich in om iets stoffelijks van Hem te krijgen. Het was waar, Jezus gaf veel goede aardse dingen. Hij maakte mensen gezond, en wekte zelfs doden op. Hij gaf brood als dat er niet was. Hij veranderde water in wijn.  Maar Jezus wilde altijd door het aardse heenwijzen naar het hemelse. Daarom zei Hij dat de mensen – in plaats van zich zo in te spannen voor voedsel dat toch weer verloren gaat- zich in moesten zetten voor iets dat nooit meer van hen afgepakt  zou kunnen worden.  

‘Tot in het eeuwige leven ‘ geeft aan dat Jezus` voedsel eeuwig blijft. Tegelijkertijd betekent het dat het gebruik ervan eeuwig leven geeft. ( zie ook vs. 53, 58 ). Jezus had dat ook al gezegd in Johannes 4:13 waar Hij tegen de Samaritaanse vrouw zei: ‘ Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen, maar wie het water drinkt dat Ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat Ik geef, zal in hem een bron worden, waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.’ 

Het voedsel van Jezus is eeuwig-blijvend.Het is geestelijk. Het komt van God de Vader vandaan. Wat Jezus in Johannes 6 gezegd heeft, laat grote overeenkomst zien met de woorden van de profeet Jesaja.
‘Hierheen! Hier is water voor ieder die dorst heeft. Kom, ook al heb je geen geld. Koop hier je voedsel, en eet. Kom, koop voedsel zonder geld. Koop wijn en melk zonder betaling. Waarom je geld betalen voor iets dat geen brood is, je loon besteden aan iets dat niet verzadigen kan? Luister aandachtig naar Mij en je zult ruimschoots te eten hebben en genieten van een overvloedig maal. Leen Mij je oor, en kom bij Mij. Luister, en je zult leven. Ik sluit met jullie een eeuwigdurend verbond, als bevestiging van Mijn liefde voor David.’ 

Dit verbond omvat en vervult Gods verbond met David om altijd een van Zijn nakomelingen op Zijn troon te handhaven. ( 2 Samuel 7:8-16/ Psalm 89: 20-38). 

Het is een vredesverbond ( Jesaja 54: 10 ). De Middelaar van dit verbond is niemand minder dan de Heere Jezus Christus. ( Jesaja 42:6/ 49:6/ vgl. 59:21/ 61:8)
Jeremia – een latere profeet – zou de uitdrukking ‘ eeuwig verbond ‘ overnemen ( Jer. 32: 40) voor het nieuwe verbond ( Jeremia 31: 31-34). De heerlijke belofte uit deze tekst wordt geciteerd in Handelingen 13: 34 in verband met de opstanding van Jezus Christus. Na Zijn opstanding uit de doden heeft Jezus Christus  voor eeuwig de troon bestegen. Daarmee is de koningschapsbelofte aan David heerlijk vervuld. 

Overal in de Bijbel kun je lezen en vinden hoe doeltreffend de Heere God Zijn plannen volvoert. In het bijzonder de plannen omtrent Zijn nieuwe schepping. 

Alles wat God aan het begin van de tijd uit het niet voortgebracht heeft, leert de mens iets van God. Hoewel deze door de zonde is aangetast belooft God een herschepping in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. ( Jesaja 65: 17/ 2 Petrus 3: 10 – 13 / Openbaringen 21: 1 ) 

Als je de woorden uit de Bijbel gelooft, betekent dat niet dat je je hier op aarde nooit meer om iets  druk zult maken. Het betekent dat  je door alles heen het eeuwige perspectief niet uit het oog zult verliezen. Je hebt altijd moed, je bent nooit zonder. Want Jezus leeft! 

Het beste nieuws ter wereld is, dat er niet een conflict hoeft te bestaan tussen ons geluk en Gods heiligheid. Als we ons hart laten vullen met alles wat God in Jezus voor ons is, dan maken we Hem groot als onze grootste Schat.