Nehemia 9:17

Maar U bent een God van vergeving, genadig en liefdevol, geduldig en zeer trouw. U verliet hen niet.

Na Nieuwjaar en het Loofhuttenfeest kwamen de Israëlieten bij elkaar om zich voor God te verootmoedigen. De plaatsing van dit hoofdstuk heeft veel vragen opgeroepen: waarom eerst vreugde en nu rouw? Maar qua inhoud is het toch bijzonder passend omdat de inhoud uitloopt op de verbondsvernieuwing in Nehemia 10.
Er was ontzettend veel gebeurd sinds de groep Joden die teruggekeerd was uit Babel begonnen was aan de herbouw van de tempel en de stad Jeruzalem. De nakomelingen van Israël scheidden zich af van alle vreemdelingen, stelden zich op, en deden belijdenis van hun eigen zonden en van de zonden van hun voorouders. Er werd voorgelezen uit het Wetboek terwijl er opnieuw schuldbelijdenissen klonken. Daarna riepen de Levieten het volk op om op te staan en de Heilige Naam van God te loven en te prijzen. Hij is de enige God, die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij geeft elk mens en dier het leven en de hemelse machten buigen zich voor Hem neer. 

De God van Abraham heeft woord gehouden. Hij heeft de ellende van de voorouders in Egypte gezien en de Israëlieten verlost uit hun ellendige situatie van slavernij. God leidde door een wolk overdag en door een vuurkolom in de nacht. Hij deed alleen maar wonderen en goede dingen voor de mensen. Helaas kwam er na de opsomming van zegeningen een wending: de voorouders misdroegen zich, verhardden hun nek en luisterden niet naar de geboden. Ze weigerden te luisteren, vergaten de gedane beloften, en stelden een leider aan om terug te keren naar Egypte. 

‘ Maar U bent een God van vergeving, genadig en barmhartig, geduldig en groot van goedertierenheden. U hebt hen niet verlaten. ‘ 

God heeft Zijn volk niet verlaten in de wildernis. De wolk- en vuurkolom waren gebleven. Ook gaf God Zijn goede Geest om hen te onderwijzen en gaf Hij water en manna. Veertig jaar heeft Hij hen in de woestijn verzorgd van alles wat ze nodig hadden. Ze hebben geen gebrek gehad. Hun kleding raakte niet versleten en hun voeten raakten niet opgezwollen. 

Vele jaren lang was God geduldig. Hij waarschuwde Zijn volk door middel van Zijn profeten en door Zijn Geest. Maar het volk luisterde niet. Toen heeft Hij het in de macht van de volken om hen heen gegeven. Maar in Zijn grote barmhartigheid heeft God niet met de Israëlieten afgerekend en hen niet verlaten omdat Hij een genadig en barmhartig God is. 

In de geschiedenis van Nehemia wordt de geschiedenis van Israël eeuw voor eeuw nagelopen. De ene periode na de andere wordt geanalyseerd. Zoals bij opgravingen van oude steden laag voor laag wordt blootgelegd en onderzocht, zo strekt de boete zich hier uit van geslacht op geslacht. Van eeuw tot eeuw. Het bijzondere is dat de Israëlieten in hun boete zich vereenzelvigden met hun voorouders. Dat is prijzenswaardig. Boete doen is ook een soort genezingsproces dat reinigend werkt. Nog steeds worden in tijden van opwekking en revival verootmoediging en schuldbesef gevonden, en een verandering van levensstijl. 

Toch roept het vervolg van Nehemia de vraag bij je op hoe lang die verootmoediging stand gehouden heeft. Je denkt als aandachtige lezer: is het wel mogelijk om heel de Thora te houden? De profeet Jesaja wijst op de gehoorzame Knecht des Heeren die de straf droeg voor de zonden van het volk ( Jesaja 53: 5-11). 

Gelukkig is er buiten de wet om gerechtigheid voor ons gevonden: Het geloof in de Heere Jezus Christus, de Zoon van God. 

Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij Zijn Eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. ( Johannes 3:16)