Jullie weten wat onze Heer Jezus Christus gedaan heeft. Hij heeft Zijn hemelse positie opgegeven en Zijn lijden geaccepteerd. Dat deed Hij uit goedheid voor jullie. Want door Zijn lijden krijgen jullie het hemelse leven. ( 2 Kor. 8: 9 )
Het spreekt vanzelf dat alle aspecten van het christelijk geloofsleven met elkaar samenhangen. Een nieuw geboren christen moet dat allemaal gaan leren. Er zijn veel facetten van ons ene christenleven, en ze kennen allemaal hun hoogten en diepten. Het christenleven kent zijn strijd met tegenstanders binnen en buiten zichzelf. Gelukkig kent het ook zijn overwinningen, waarbij we krachtige hulpmiddelen van de Heere ontvangen. Het is aan ons om ze ook op de juiste manier te gebruiken. Echte navolging van Christus gaat onvermijdelijk met strijd gepaard. In Lucas 13: 24 staat: ‘ Strijd om in te gaan door de nauwe deur, want velen zullen proberen om in te gaan maar het niet kunnen. ‘ Dat strijden is een werkwoordsvorm, een gebiedende wijs.
De apostel Paulus spoorde de jonge christenen in Korinthe aan om in alle opzichten blijk te geven van hun nieuwe levenswandel. Ze hadden al allerlei aanwijzingen van hem gekregen, nu spoorde Paulus zijn geestelijke kinderen aan om ook mee te doen met hun geldelijke uitgaven. Wij zouden zeggen: ze moesten geven aan goede doelen. In hoofdstuk 8 en 9 gaat het over de inzameling ten bate van de christenen in Jeruzalem. Paulus spoorde de Korintiërs aan mee te doen aan deze collecte, en haalde als voorbeeld de gemeenten in Macedonië aan ( 8: 1-7). Hij behandelt niet alleen de theologische details, maar ook de onderliggende theologische basis van dit aspect van de geloofsopvoeding.
Christus heeft zichzelf gegeven uit liefde tot de mensenkinderen ( 8: 8-9) Betrokkenheid op en liefde tot elkaar als geliefde kinderen van God blijkt pas echt wanneer je geeft ( 8 : 8, 24/ 9: 13) Eigenlijk zouden de Korintiërs zich moeten laten leiden door het principe dat iedere gelovige evenveel zou moeten hebben net zoals dat bij het manna in het Oude Testament het geval was.( 8: 13-15)
Door hartelijk en gul te geven laat een gelovige zien dat hij niet aan zijn geld hangt en voor de onbekende toekomst op God vertrouwt. ( 9: 6-11). Het spreekt voor zich dat je een gift niet af kunt dwingen. Het is iets vrijwilligs. Als er dwang uitgeoefend wordt, gaat het vrijwillige karakter ervan verloren. Liefde blijkt uit een vrijwillige gave, en uit toewijding.
‘ Jullie kennen de genade van onze Heere Jezus Christus ‘ schreef Paulus. Het woord ‘ charis – genade ‘ heeft blijkens de rest van dit vers als inhoud de toewijding, zelfovergave en vrijgevigheid die de Heere Jezus ons heeft laten zien. Het woord ‘ charis ‘ betekent hier: ‘ werk van genade, uitdelende genade of de genade van vrijgevigheid. ‘ Paulus schilderde het heilswerk van Jezus Christus af als een afstaan van rijkdom om mensen in hun armoede te hulp te komen en rijk te maken.
De rijkdom van de Heere Jezus bestond uit Zijn Goddelijke heerlijkheid die Hij voor Zijn komst naar de aarde bij de Vader bezat. ( Filip. 2: 6-8). Daarbij vergeleken was Zijn komst in een menselijk lichaam een diepe vernedering. Maar juist deze vernedering – met als dieptepunt Zijn sterven aan het kruis – had als doel dat wij rijk zouden worden. Rijk in geestelijk opzicht. Rijk in je hart en ziel.
Jezus` rijkdom bestaat eruit dat wij vergeving van zonden ontvangen, verzoening met God, rechtvaardiging, heiliging, genadegaven, blijdschap, en kostbare beloften. ( zie Efeze 1: 3-13/ 2 Petrus 1: 4).
Wie moeite heeft om een aspect van de ware navolging van Jezus te praktiseren wordt verwezen naar het voorbeeld van Jezus. Hij is onze Aanvoerder! Hij is ons voorgegaan in de strijd.