Mattheüs 6: 25-34

Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want die dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last. ( Matth. 6: 25-34) 

Wij mensen zijn geneigd om ons zorgen te maken over de toekomst. We maken ons zorgen over ons leven ( ziel en lichaam), en over ons levensonderhoud ( eten, drinken, kleding ). Over het algemeen gaat het om een angstige zorg, we voelen ons er niet relaxed bij. Jezus wist dat allemaal. Hij leerde de mensen om zich in de eerste plaats op wezenlijke zaken te richten. Als God de Bron van het leven was, was Hij dan niet machtig om in alles te voorzien wat de mens nodig had? Was het leven niet belangrijker dan het eten en drinken, en het lichaam dan de kleding? De God die de Bron van het grotere was, was zeker in staat om ook in het kleinere te voorzien. 

Jezus gaf schitterende voorbeelden om Zijn leer te verduidelijken. Hij zei: ‘ Kijk eens naar de vogels. Ze zingen de hele dag, en geven daarmee blijk van de goedheid en trouw van God. ‘( Psalm 104: 10-18). 

God die als een Vader voor de dieren zorgde zou toch zeker Zijn kinderen niet vergeten? “ Vraag het vee hiernaar en het zal je onderrichten, vraag de vogels en ze zullen het verkondigen. “ staat er in Job 12:7. 

‘Zijn jullie niet veel meer waard dan zij?‘ vroeg Jezus ook nog eens( vs 26). Een retorische vraag, de leerlingen wisten er het antwoord al op. Met Zijn oproep om zo onbezorgd te leven als de vogels, wilde Jezus misschien wel een oproep doen om terug te denken aan het Paradijs, vanuit de gedachte dat de laatste dagen zullen zijn als de eerste ( Matth. 19: 3-9). 

Jezelf zorgen maken is zinloos. Je maakt er je leven geen dag langer door. De lengte van ons leven is door God vastgesteld. Wie zich constant zorgen maakt, verspilt nodeloze energie. Veel beter is het om vast op God te vertrouwen. Vertrouwen op Zijn hulp en leiding geeft ons nieuwe levenskracht. 

De goedheid en trouw van de Schepper kom je overal in de natuur tegen. Bloeiende planten en bloemen, de schoonheid van bossen en bergen en nog veel meer. Ze worden allemaal door God in stand gehouden. Zelfs koning Salomo uit de oudheid kon niet vergeleken worden met alles wat God schiep en onderhield. Lelies, en al het groen van de natuur voeren niet veel meer uit dan mooi zijn. Ze werken niet en weven niet. Hoewel ze maar van een kort bestaan genieten, leven ze voor honderd procent. Hun Schepper ontfermt zich met grote zorg over Zijn schepselen. 

De heerlijkheid van koning Salomo bestond uit wijsheid en rijkdom ( 1 Kon. 3: 12, 13/ 1 Kon. 5: 1-14 / 2 Kron. 9: 13-28), beide waren zo bijzonder dat ze spreekwoordelijk werden. Jezus zei eenvoudigweg dat Hij volmaakt was en volmaaktheid schonk, veel meer nog dan dat Salomo daartoe in staat was geweest. 

Zo leidt alles in dit leven ons op tot Jezus Christus, de Zoon van God. Hij werd arm om ons rijk te maken. Hij werd vol zorg om ons zorgeloos te maken. Wie op Hem vertrouwt, luistert naar Zijn Woord. De zorg voor morgen botst met het “Geef ons vandaag”  van het Onze Vader.