Psalmen 119: 33-40

Wijs mij Heer de weg van Uw wetten, dan volg ik die tot het einde toe. Geef mij inzicht en ik zal Uw wet volgen, hem onderhouden met heel mijn hart. Laat mij het pad gaan van Uw geboden dat is mij het liefst. Neig mijn hart naar Uw richtlijnen en niet naar winstbejag. Houdt mijn ogen af van wat leeg is, laat mij Uw wegen gaan en leven. Kom Uw belofte aan Uw dienaar na, dan zal ik van ontzag voor U vervuld zijn. Houd spot van mij af, die beangstigt mij, maar Uw voorschriften maken mij gelukkig. Hoe verlang ik naar Uw regels, doe mij leven in Uw gerechtigheid. ( Psalmen 119 : 33-40 ) 

De inhoud van dit tekstgedeelte wordt getypeerd door gebed. Elk vers van deze strofe bevat een bede van de auteur die onmiddelijk gevolgd wordt door een uitdrukking van toewijding aan JHWH. Door de openingsletter van deze strofe, de Hebreeuwse letter ‘He’ begint elk vers met een werkwoordsvorm die begint met deze openingsletter. Door het gebruik van de werkwoordsvormen worden de daden van God in het leven van de dichter en gelovige onderstreept. Hij Zelf is diens grote Leraar en Verlosser. Dus deze psalm zit heel knap in elkaar, zelfs de constructie is bewondering waard. 

Vers 33 – 37 bevatten korte gebeden over de levensweg die de dichter moet gaan. Vers 38-40 zijn gebeden om bevestiging en leven. Onafgebroken staat de relatie van de psalmist tot het woord van God centraal. 

‘Leer mij Heere!’ bid de dichter. Hij geeft blijk van zijn persoonlijke relatie met God. De dichter  voelt de noodzaak om de wetten en wegen van God te kennen. Zonder dat kan hij niet leven. Vanuit zichzelf mist hij het juiste inzicht, daarom bidt Hij of God dat inzicht aan hem geven wil, zodat hij Gods woorden in acht zal nemen en Gods regels met een onverdeeld hart zal bewaren. In het pad van Jahweh`s geboden vindt hij zijn vreugde, daarom bidt hij om Gods leiding. ( vs 35)

De dichter beseft dat zijn hart hem misleiden kan en bidt daarom of God het wil richten naar Zijn inzicht en leiding. 

Het is nodig dat God mensen van binnenuit hervormd. De dichter verzucht of God hem ervoor wil bewaren dat hij lege inhoudsloze dingen moet ervaren en zien. De psalmist wenst ook geen deel te hebben aan onwaardig gedrag en de gevolgen hiervan. ( vs 37). Hij wil leven op Gods weg, de weg die eeuwig is en echte en blijvende toekomst heeft. 

De psalmist smeekt de Heere om Zijn beloften aan hem te bevestigen ( vs 38). Als dienaar van de Heere verwoordt hij ontzagvolle eerbied. Hij is bang voor de smaad die hem kan treffen, en herhaalt een eerdere bede. ( vers 39, vgl. vs 22). Het begrip ‘smaad ‘ duidt op verachting van mensen, een lijden dat juist de rechtvaardige mens meer dan eens treft. Gehoorzaamheid aan Gods geboden kan betekenen dat andere mensen je verachten. Maar als het erop aankomt maakt dat de dichter niets uit. Hij begrijpt dat je beter de smaad van mensen op je hals kunt halen dan de eeuwige toorn van God. 

Het geloof vergt voortdurend onderhoud. Het heeft onze aandacht en oplettendheid nodig. Het is het enige middel waardoor het vanwege de zonde verbroken contact met God hersteld wordt. Van dit geloof zou helemaal geen sprake zijn als God er het zwijgen toe gedaan had. Maar gelukkig deed Hij dat niet. In het eenrichtingsverkeer van Zijn genade achterhaalde Hij de mens die zich van Hem vervreemd had en riep Hem terug in Zijn nabijheid. Dat is een groot wonder. We kunnen het niet begrijpen. Het is een wonder dat zich slechts laat geloven in een geloofsvertrouwen dat met verwondering vervuld is. Meer dan geloof is overbodig. Maar minder schiet tekort. ( Hebreeën 11 ) Maar dat er spanning in ligt is zeker, deze spanning vind je verwoord in psalm 119. Hoe vast de grond ook is waarop een gelovige staat, deze grond kan wankelen. Het geloofsleven verloopt niet werktuiglijk en moeiteloos. 

Zowel in psalm 119 als op vele plekken in de Bijbel maar ook in het gedachtegoed van veel kerkelijke klassieken ontmoeten we Gods kinderen niet alleen op de toppen van hun geloof maar ook in de dalen. In beproeving en in strijd. Het is een bemoediging voor iedere gelovige om psalm 119 te bestuderen. Want een ding is duidelijk: het echte geluk is weggelegd voor de mens die de Heere volgt. 

15 Jezus de Messias | Chr. Koor Jigdaljahu – YouTube

Psalm 119a-Aleph – Blessed Are They Whose Ways Are Blameless – YouTube