1 Korintiërs 7: 1-7

`Andere mensen hebben weer andere geschenken van God gekregen’. ( 1 Kor. 7 : 7 ) 

In 1 Korintiërs 7 gaat de apostel Paulus verder met een nieuw onderwerp, dat naadloos aansluit op het vorige. Terwijl hij eerst allerlei op- en aanmerkingen uitte die verband hielden met het verkeerde gebruik van het huwelijk, begon hij nu een opsomming met hoe het hoorde te zijn binnen een christelijk en godzalig huwelijk.  

‘ Jullie hebben ook een brief geschreven’ ( 1 Kor. 7: 1), zo opende Paulus zijn betoog. In deze brief werden vragen gesteld over huwelijk en seksualiteit. De exacte inhoud van de vragen zijn ons niet bekend, maar uit de door Paulus gegeven antwoorden blijkt dat er meningsverschillen waren tussen een ascetische stroming ( die onthouding van seksualiteit en andere lichamelijke genoegens voorstond ) en een meer libertinistische stroming, die op het terrein van het lichamelijke volkomen vrijheid propageerde. Deze meningsverschillen waren typerend voor het Griekse denken. 

Paulus begon zijn antwoord door te stellen dat het goed is voor een mens om geen vrouw aan te raken. Deze uitspraak moet je zien als een eerste reactie op de vragen uit de brief die de Korintiërs aan hem schreven. Het werkwoord haptomai – aanraken, beroeren – betekent in dit verband:’ het hebben van seksuele omgang, die binnen het huwelijk thuishoort’. Paulus komt in dit hoofdstuk steeds terug op het celibataire leven. ( vs 7,8,11,26,27,37,38,40) Inderdaad, Paulus was alleen, en sommigen beschouwden dit gegeven misschien als de norm om na te volgen. Maar Paulus zelf beschreef deze situatie niet als de norm, maar meer als voortkomend uit een ‘ bijzondere gave’. 

 

Paulus had nog meer redenen om zo te denken. Je moet je voorstellen dat het daar in Korinthe een melting pot van culturen was, mensen die vanuit het heidendom bekeerd waren tot het christendom, maar nog veel moesten leren, en allerlei restanten van hun oude denken met zich meedroegen. Nu de Korintiërs christen waren geworden, was er een nieuwe situatie ontstaan. Maar omdat ze nog een verkeerde opvatting huldigden over de plaats van het lichaam, vroegen ze zich af welke gevolgen hun bekering had voor hun echtelijk leven. Moesten echtgenoten voortaan afzien van seksuele gemeenschap? En moesten weduwen en weduwnaars afzien van een volgend huwelijk? Moest bij een gemengd huwelijk de gelovige echtgenoot scheiden van zijn niet-gelovige partner? In zijn antwoord gaf Paulus in eerste instantie de voorkeur aan het gehuwd zijn, want zo werd ontucht op de meest mooie en goede manier tegengegaan. Hij onderstreepte dus het belang van een duurzaam huwelijk.

Toch relativeerde Paulus het huwelijk, en hij herinnerde zijn lezers eraan dat een christen in zijn leven vaak moet lijden ( vs 26 ), en dat hij zich voor alles moet laten leiden door de hoop op de komst van Jezus Christus. 

Natuurlijk was het best gewaagd dat een ongehuwde man zich uitsprak over zulke intieme zaken als een huwelijk. Paulus heeft dat mooi en fijngevoelig gedaan. Bovendien relativeerde hij voortdurend. Hij schreef over het ongetrouwd zijn: ‘ Dat ik dat kan volhouden is een bijzonder geschenk dat ik van God gekregen heb. Andere mensen hebben weer andere gechenken van God gekregen. ‘ 

Hoewel van land tot land, en van cultuur tot cultuur verschillend tegen het huwelijk aangekeken kan worden, bestaan er bepaalde verwachtingen, waartoe men zich bij de huwelijkssluiting verplicht, aldus Paulus. De verplichtingen die je als echtgenoten met elkaar aangaat, zijn divers ( zie Efeze 5: 25, 28 / Kol. 3: 19 / 1 Petrus 3: 7) In het derde en vierde vers schrijft Paulus dat vrouwen zowel als mannen binnen het huwelijk verplicht zijn hun lichaam aan elkaar te geven. en daar alleen van mogen afzien wanneer ze een tijd van afzondering nodig hebben om te bidden. Deze vermaningen kunnen natuurlijk niet worden gebruikt om een levenspartner te dwingen tot gemeenschap in situaties van ziekte, of wanneer er sprake is van pervers gedrag. Paulus schreef open en bloot over deze zaken  omdat er mensen waren in Korinthe die zich lieten beïnvloeden door het Grieks-filosofische denken, waarbij al het lichamelijke en stoffelijke werd ondergewaardeerd. 

Het is opmerkelijk binnen de toenmalige antieke cultuur dat er een wederkerigheid van dit huwelijksgebod gegeven werd. De algemene overtuiging in die tijd was het recht van de man en de verplichting van de vrouw. Paulus daarentegen gaf de vrouw gelijke rechten als de man. De enige uitzondering die gemaakt mocht worden was een tijdelijk celibaat in verband met het zich toewijden aan het gebed.( vs 5)  Met het gebed bedoelde Paulus niet het gewone gebed, maar hij doelde op de verdieping van de persoonlijke geloofsrelatie, het ontvangen van speciale leiding van de Heere, aan het begin van een bediening of van geloofsondernemingen zoals de zendingsreizen. ( vgl. Hand. 13: 2, 3 / 14: 23 

Jezus Zelf nam een tijd van afzondering voordat Hij Zijn bediening begon. ( Matth. 4) 

Je kunt hieruit de conclusie trekken dat het goed kan zijn om eens helemaal alleen te zijn met God. Door gebed, en een tijdelijk celibatair leven ben je vrij van alle andere zaken die het leven als gehuwde van je vragen. De Heere kan zo`n tijd gebruiken om je meer aan Hem te verbinden, en Zijn leiding te ervaren.