1 Korintiërs 6:11

Maar jullie zijn afgewassen, geheiligd, en gerechtvaardigd in de naam van onze Heere Jezus Christus. 

De totale vernieuwing van het leven van jonge christenen in Korinthe had nogal wat voeten in de aarde. Hoewel de bekeerlingen zich onder de vlag van de Heere Jezus Christus hadden geschaard, was hun leven nog niet vlekkeloos heilig. De apostel had de Korintiërs beschuldigd van onrecht en nogal fel gezegd dat slechte mensen het koninkrijk van God niet zouden kunnen binnengaan. ‘Sommigen van jullie hebben slecht geleefd toen jullie nog geen christen waren’ zei hij. ‘ Maar God heeft jullie zonden vergeven en jullie gered. Jullie leven nu zoals God het wil. Jullie horen nu bij de Heere Jezus Christus, en onze God heeft jullie Zijn Geest gegeven.’ Het nieuwe leven valt in drie delen samen te vatten: 

  • de Heilige Doop waarbij de onderdompeling in het water ziet op de afwassing van de zonde, en op de vernieuwing van het leven. ( Johannes 3:5/ Titus 3:5) 
  • de heiliging. De jonge christenen zijn apart gezet voor God. Ze zijn het eigendom van God geworden. De duivel heeft het nakijken.  
  • de rechtvaardiging. Ze zijn rechtvaardig verklaard door het bloed van Christus. ( Romeinen 3: 21-26). 

Toch moeten we niet denken dat we als we bekeerd zijn niet meer onszelf kunnen zijn. Onze wereld is vol misleiding en schone schijn. Maar al te vaak proberen mensen meer te zijn dan ze in werkelijkheid zijn. Door de wandelgangen van onze ( sub ) cultuur lopen zoveel komedianten dat het oprechte en eerlijke mensen heel wat moeite kost om zichzelf te blijven. 

Om dit punt wat verder uit te diepen noem ik vier terreinen waarop we echt moeten zijn, willen we eraan bijdragen dat onze zoekende medemensen hun aandacht op de hemel gaan richten. 

Het eerste is het terrein van je identiteit. Christenen zijn net zoals andere mensen. Ze bestaan uit een mix van jongeren, ouderen, rijken en armen. Hoger opgeleiden en laaggeschoolden. Blank, zwart en alles daar tussenin. Er is geen vorm waarin iedereen zich moet proppen. God houdt van ons en wil ons gebruiken op een manier die bij ons past. Wij mogen God liefhebben met heel ons hart, onze ziel, ons verstand en kracht zonder dat wij de fundamentele kenmerken van onze persoonlijkheid daarvoor verloochenen. 

Als je een aanstekelijk christen wil zijn, dan hoef je je niet te verontschuldigen voor de manier waarop God je gemaakt heeft. We hoeven onze levenslust niet te ontkennen of te verdringen. In de bonte verscheidenheid van het huisgezin van God wonen heel wat verschillende karakters en gaven. Misschien heeft God jou wel buitengewoon veel geduld, ontferming of wijsheid meegegeven. Of een avontuurlijke instelling, of een buitengewoon vermogen om te genieten van eenzaamheid. 

Psalm 139: 14 zegt dat ieder van ons wonderbaarlijk is gemaakt. We mogen ons niet te buitengaan in zonden maar we mogen ons wel verliezen in blijdschap en vrede in het geloven. 

Mensen voelen zich aangetrokken tot een authentiek geloofsleven. Andere mensen mogen zien dat wij worstelen met dezelfde gevoelens als zij: angst, verdriet, leegte of teleurstelling. Hierdoor worden we herkenbaar en aantrekkelijk voor anderen. 

We moeten vooral echt zijn in het bekennen van onze fouten. Die moeten wij niet koste wat kost verbergen. Mensen die dankbaar zijn voor wat Jezus heeft gedaan in hun leven zijn echt en erkennen wat ze fout hebben gedaan. Zo laten we zien dat we gewone mensen zijn, die nederig en eerlijk onze fouten toegeven. Nederigheid en berouw geeft herstel van de gevolgen van de zonde. 

Bovendien laten we door deze levenshouding andere mensen zien dat we niet perfect hoeven te zijn om een christen te worden. We moeten ook uit durven komen voor wat wij geloven en het goede te doen dwars tegen de stroom in. 

Laten we altijd ons best doen om authentieke, moedige mensen te zijn op ons werk, in onze buurt, in de kerk en in onze familie of kennissenkring. We hoeven nergens bang voor te zijn. We hebben de Heilige Geest gekregen, we hebben het Woord van God en de gemeente. 

Echt zijn tegenover anderen is de sleutel tot een aantrekkelijk leven met God.