1 Korintiërs 4: 14-17

‘Ik wil jullie geen verdriet doen. Ik schrijf juist om jullie te waarschuwen. Want ik houd veel van jullie, zoals een vader van zijn kinderen houdt. Misschien zijn er veel meer mensen die jullie helpen om jullie geloof sterker te maken. Toch hebben jullie maar één vader en dat ben ik. Want ik heb jullie als eerste het Goede Nieuws verteld. Door mijn werk zijn jullie in Christus Jezus gaan geloven. Daarom vraag ik jullie: ‘ leef net zoals ik! Om jullie te helpen heb ik Timoteüs naar jullie toegestuurd. Ik houd van hem alsof hij mijn eigen kind is. Hij is een trouwe christen. Hij zal jullie nog een keer vertellen hoe ik als christen leef. Precies zoals ik dat zelf ook vertel aan alle christenen in de hele wereld.’

De apostel Paulus had nogal wat ironie gebruikt in zijn eerdere bewoordingen. Toch was het absoluut zijn bedoeling niet om de gemeenteleden van Korinthe te kwetsen of te beschadigen. Hij wilde ze terechtwijzen, zoals een vader dat doet bij kinderen van wie hij ontzettend veel houdt. Achter zijn woorden lag het onweerlegbare feit dat er een bijzonder goede band bestond tussen Paulus en de Korintiërs. Met grote liefde, inspanning en bewogenheid had hij de gemeenteleden tot Christus Jezus geleid. Deze agapé was de basis waarop hij verder kon bouwen,de relatie tussen Paulus en zijn leerlingen was buitengewoon goed en liefdevol. In de Grieks-Romeinse wereld was een pedagoog ( paidagogos) vaak een slaaf die met de opvoeding en het onderwijs van de kinderen werd belast. Het was zijn taak om de kinderen `s morgens te wekken, naar school te brengen of zelf te onderwijzen, hun goede manieren te leren, en hen `s avonds weer naar bed te brengen. Wanneer de kinderen groter werden, hield zijn taak op.

 ‘Ook al hebben jullie ontelbare opvoeders in Christus ‘ zei Paulus. Met deze woorden doelde hij op de huidige leraren die in de gemeente van Korinthe aanwezig waren. Zij voedden de gemeente op door verder te bouwen op het fundament dat de apostel had mogen leggen. ( 1 Kor. 3: 10, 12 ) 

‘In Christus’ betekent hier:’ met betrekking tot het geloof in Christus’. Paulus doelde hiermee niet op de toewijding of kwaliteit van de leraren, maar hij stelde vast dat er meerdere waren, en dat hun relatie tot de gemeente wezenlijk verschilde van de verhouding die Paulus met zijn leerlingen had. 

De apostel Paulus was in die zin uniek – de enige vader – omdat hij de gemeenteleden tot geloof had mogen brengen, en een aandeel mocht hebben aan hun wedergeboorte. Hij was de geestelijke vader, de gemeentestichter. Hij kon dan ook werkelijk zeggen dat hij de Korintiërs in Christus Jezus als geestelijke kinderen had verwekt. ( Filemon 1: 10 ) Het is logisch dat de verantwoordelijkheid van een vader groter is dan die van een slaaf, die de honneurs voor de vader waarneemt. Juist een vader had er het meeste baat bij en recht op dat zijn kinderen in zijn voetsporen traden en in heel hun doen en laten op hem leken. 

‘Wordt mijn navolgers ‘ schreef Paulus dan ook terecht. ( 1 Kor. 11: 1 / Filip. 3: 17 / 1 Tess. 1: 6 ) In het verband waarin Paulus deze uitspraken gebruikte zijn ze beslist niet hoogmoedig of zelfingenomen. Want Paulus wilde dat hij gevolgd werd in nederigheid, zelfverloochening en lijden. Deze houding had Paulus op zijn beurt overgenomen van de Heere Jezus zelf. Zo, op die manier zond Paulus Timotheüs. 

Timotheüs komen we in het Nieuwe Testament voor het eerst tegen in Handelingen 16: 1. Waarschijnlijk kwam hij uit Lystra en hij werd door Paulus als zijn persoonlijke medewerker gekozen. ( 1 Tim. 1: 2 / 2 Tim. 1: 2 ) Het feit dat Paulus hem hier ‘ zijn kind ‘ noemt, wijst op het feit dat hij door Paulus` prediking tot bekering is gekomen. ( Handelingen 14) De mensen in Korinthe kenden hem, want hij had samen met Paulus het evangelie verkondigd. ( Handelingen 18: 5 ) Op het moment dat de brief aan de gemeente geschreven werd, was Timotheüs al onderweg. Net als de Korintiërs was Timotheüs een geliefd kind van Paulus, maar de apostel noemt hem bovendien ‘ getrouw in de Heere ‘. Dat komt omdat hij iemand was die wat het geloof in Jezus Christus betrof Paulus` voorbeeld en geloof navolgde. In zekere zin vertegenwoordigde Timotheüs Paulus, want hij had als taak om Paulus` wegen bij de gemeente in herinnering te brengen. In eerste instantie zou je denken dat het hierbij om het geloofsonderwijs ging, maar dat was niet het geval. Het ging ook om hele levenswandel en levensrichting van Paulus. Alles van Paulus was gericht op Jezus. Dit kun je lezen in 1 Kor. 4: 6 / 8- 13

Geloof en levenswandel zijn niet van elkaar te scheiden. Dat onderwees Paulus elke gemeente waar hij als gemeentestichter kwam. Deze manier van leven en geloven lieten er geen twijfel over bestaan dat niet Paulus, maar de gemeente van Korinthe van de juiste weg was afgeweken. Er was iets goed mis in de gemeente van Korinthe, en dat wilde Paulus de mensen duidelijk maken. 

Bron: De Bijbel in gewone taal, Studiebijbels en Kanttekeningen Statenvertaling.