1 Korintiërs 1

Van Paulus, apostel van Jezus Christus, geroepen door de wil van God en van onze broeder Sostenos. Aan de gemeente van God in Korinthe, geheiligd door Christus Jezus aan hen die zijn geroepen om zijn heiligen te zijn en aan allen die de naam van onze Heer Jezus Christus aanroepen waar dan ook, bij hen en bij ons. Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. 

Je ziet gelijk dat de brief aan de gemeente van Korinthe geen gewone brief is. De inhoud is bepaald door het geloof in de Heere Jezus Christus. De eerste woorden komen gelijk goed binnen, en zijn veelzeggend. Paulus noemt zichzelf een apostel van Jezus Christus door de wil van God. ( Efeze 1:1/ Kol.1:1/ 2 Tim.1:1) 

Het blijkt al gauw waarom Paulus zo`n nadruk legt zijn apostelschap. Dit laatste werd nogal betwist door veel mensen uit Korinthe. In vergelijking tot de onbevangen aanhef van andere brieven was hier een beroep op zijn apostelschap noodzakelijk. Deze titel bleef niet beperkt tot de leerlingen die tijdens de rondwandeling van de Heere Jezus in Zijn gevolg waren gesignaleerd, en dagelijks met Hem omgingen, en door Hem als dusdanig waren aangesteld. ( Lucas 6: 13), maar ze omvatten ook personen die na zijn opstanding door Hem geroepen waren tot de bediening van het stichten van gemeenten. De betekenis van het woord apóstolos laat zich het best omschrijven als ‘ gevolmachtigd gezant’. 

De roeping van Paulus tot het apostelschap was niet van mensen uitgegaan en ook niet door hemzelf tot stand gekomen, God had hem deze bediening gegeven. Juist dat gegeven gaf zijn bediening een hoge mate van gezag. Als tweede afgezant noemde Paulus ‘ Sostenos, de broeder.’ Verder schrijft hij niets over deze persoon, het lijkt dus logisch dat deze onbekende Bijbelse persoon bekend was bij de gemeente van Korinthe. Mogelijk werd deze Sostenos ook genoemd in Handelingen 18: 17. Voorwaarde is dan wel dat hij later tot bekering gekomen is, en medewerker werd van het evangelisatieteam van Paulus. 

We ontmoeten de apostel Paulus die zijn pen pakt om de gemeenteleden van Korinthe een brief te schrijven. Het was hard nodig dat hij daarmee begon want de gemeenteleden konden het niet zo goed met elkaar vinden. De sociale achtergrond van de mensen verklaart veel over de frictie die er was. Zelfs wanneer de gelovigen uit de gemeente samenkwamen om samen de maaltijd te gebruiken en het avondmaal te vieren – het symbool bij uitstek van de eenheid in de gemeente ( 10: 17) – waren er gemeenteleden die er een bende van maakten en zelfs dronken werden terwijl er aan de andere kant mensen waren die bijna omkwamen van de honger. Iedereen deed maar wat en niemand maakte zich er druk om wat zijn broeder of zuster in Christus nodig had. Er was van alles aan de hand daar in Korinthe, hoogste tijd om een brief te beginnen.