Ruth 4 : 1 – 8

“ Die dag ging Boaz naar het plein bij de stadspoort. Daar ging hij zitten. Toen kwam de man voorbij die eigenlijk voor Ruth en Naömi moest zorgen. Hoe die man heet, is niet belangrijk. Boaz riep hem en de man kwam bij Boaz zitten. Boaz haalde er ook nog tien mannen van het stadsbestuur bij. Iedereen ging zitten. Toen zei Boaz tegen de man die voor Naömi en Ruth moest zorgen: “ Je weet dat Naömi teruggekomen is uit Moab zonder haar man Elimelech. Elimelech was familie van jou en van mij. Nu wil Naömi het land van Elimelech verkopen. Maar het moet in de familie blijven. Mijn vraag is: “ wil jij het kopen? Als je ja zegt, weet iedereen hier bij de poort dat het van jou is. Jij hebt als eerste het recht om het te kopen. Maar als jij niet wilt, moet je het zeggen. Dan koop ik het. “ Ik wil het land wel kopen “ zei de man. Toen zei Boaz: “ Als je het land van Naömi koopt, dan is Ruth ook van jou. Ruth is die vrouw uit Moab. Ze was getrouwd met een zoon van Naömi en Elimelech. Als jij en Ruth kinderen krijgen, blijft het land in de familie van Elimelech.” De man zei: “ Dat kan ik niet doen. Dan hebben mijn eigen kinderen later niets aan dat land. Koop jij het maar. Ik kan het niet doen. “ En meteen trok de man één van zijn schoenen uit. Want dat deden ze vroeger in Israël als ze iets wilden kopen of ruilen. Je gaf dan je schoen aan de tegenpartij. En dan was de zaak officieel geregeld.” ( Ruth 4 : 1 – 8 ) 

Dit Bijbelhoofdstuk beschrijft op levendige wijze de manier waarop de juridische overeenkomsten in Israël tot stand kwamen. ( vgl Deut. 25 : 7 ). De stadspoort was de gebruikelijke plaats waar men een einde maakte aan geschillen en waar de vonnissen geveld werden. ( zie Gen. 19 : 1 ) Er waren waarschijnlijk een aantal mannen nodig om een rechtscollege te vormen. De stadsoudsten deden ook dienst als rechters. ( Deut. 21 : 19 / 22 : 15 / 25 : 7 ). Ze waren hier als getuigen aanwezig bij de overeenkomst tussen Boaz en de naaste bloedverwant van Ruth. Het belangrijkste thema in dit hoofdstuk is het huwelijk tussen Boaz als losser en Ruth. Je kunt vier belangrijke woorden centraal stellen: leven, volheid, vernieuwing en herstel. Er zijn twee taferelen die elk een eigen thematiek en strekking hebben en gevolgd worden door een eigen slotdeel. 

De hoofdpersoon Boaz nam zijn verantwoording en het initiatief. Energiek begaf hij zich naar de stadspoort om daar te gaan zitten. In het oude Israël speelde de stadspoort een belangrijk aandeel in het sociale leven van de stad. Daar vonden financiële transacties en de rechtszitting plaats. Dat kon allemaal zomaar spontaan plaatsvinden en was heel wat minder geordend en gestructureerd dan wij gewend zijn. 

Boaz ging rustig zitten en keek naar de voorbijgangers. Zoals hij hoopte kwam de andere losser langs! Boaz aarzelde geen moment, maar sprak de man direct en met gezag aan. Hij noemde de man niet bij zijn naam. Wist hij dat de andere losser helemaal niet van plan was om zijn verantwoordelijkheid te nemen? 

In elk geval liet Boaz zich niet van zijn stuk brengen en organiseerde voortvarend een openbare zitting. Hij vroeg tien oudsten van de stad plaats te nemen in de zitting. En Boaz genoot aanzien en gezag, er werd gelijk naar hem geluisterd. De tien mannen lieten hun bezigheden voor wat ze waren en kwamen gelijk. Toen ze allemaal gearriveerd waren, opende Boaz de zitting en deelde alle aanwezigen mee dat het hier een familieaangelegenheid betrof waarbij de betrokken familieleden een overeenkomst moesten uitwerken die door de burgergemeenschap diende te worden erkend en bevestigd. 

Na de opening vertelde Boaz de aanwezigen dat het voornamelijk ging over het stuk veld van Elimelech, hun overleden broer. Met zijn woorden introduceerde Boaz een nieuw gedeelte van de geschiedenis dat alle aandacht nodig had. De woorden “ onze broer “ geven aan dat Elimelech op zijn minst een neef en zeker een familielid van de aanwezigen was geweest. De mededeling van Boaz dat Naómi het land wilde verkopen betekende niet dat ze dit werkelijk te koop had, het ging over het vruchtgebruik van haar grond. Een weduwe kon namelijk helemaal geen land verkopen. Het leek er meer op dat Naömi afzag van een procedure om het recht van het vruchtgebruik van haar land, dat al meer dan tien jaar lang in handen van iemand anders was ( Ruth 1 : 4 ) op te eisen. 

Boaz had dat allemaal haarfijn in de gaten, en wees de onbekende man op zijn recht en plicht om als losser dit stuk land van de overleden Elimelech te lossen. Boaz nodigde de man resoluut uit om dit ten overstaande van de aanwezige oudsten en stadsbewoners te doen. De stadsbewoners waren de voorbijgangers die op het geluid van de zitting bij de stadspoort nieuwsgierig waren blijven staan om mee te luisteren. 

De andere losser vond het voorstel super, blijkens zijn onmiddellijke positieve reactie. Misschien heeft hij wel gedacht dat hij het land in het aanstaande jubeljaar helemaal ten eigendom zou krijgen. En het vervullen van deze plicht zou hem natuurlijk in sociaal opzicht geen windeieren leggen. De spanning was voelbaar, daar in de stadspoort. Hoe zou dit aflopen? Niemand zag Naömi en Ruth die zonder twijfel biddend de afloop van de gebeurtenissen afgewacht moeten hebben. 

Boaz wachtte er even mee om de naam van Ruth te noemen. Maar toen zei hij dat de losser de naam van de overleden Elimelech voort zou moeten zetten en voor uitsterven zou moeten behoeden. Deze feiten zijn eigenlijk niet letterlijk in Leviticus en Deuteronomium terug te vinden, maar Boaz handelde zoals een goed geestelijk leider betaamt naar de geest van de wet. 

Daarop bestuurde de Heere de geest en het hart van de onbekende losser. Hij besefte dat de erfgenaam die hij eventueel bij Ruth zou krijgen later het eigendom van het land zou erven, mogelijk zelfs nog bezittingen van hemzelf. Daar had hij geen oren naar, en hij mistte de Goddelijke leiding die Boaz naar zijn besluitvorming geleid had. De andere losser trok zich terug met de woorden dat hij aan deze eisen niet kon voldoen. Daarmee trok hij zich terug van de hele procedure. Op symbolische wijze zag hij van zijn rechten af. Voor de ogen van alle mensen in de stadspoort gaf hij zijn schoen aan Boaz. Met deze handeling werden alle officiële transacties besloten.  En zo sloot het eerste tafereel van de rechtszitting af en verdween de losser van het toneel.

Alle aanwezigen keken vol verwachting naar Boaz. Hoe zou deze zitting aflopen? 

Niemand had in de gaten dat er wereldgeschiedenis geschreven werd, en de komende Christus daarbij betrokken was. God alleen. 

Er gebeurt geen ding toevallig. Wie oog en oor voor de stem van God heeft, laat zich door Hem leiden, tot in alle details van het dagelijks leven. De Heere verzekert ons van een goede uitkomst van ons bestaan hier op aarde, en straks voor eeuwig bij Hem. 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *